OPMERKING:
Onder de volgende omstandigheden kunt u
ACC niet inschakelen:
Indien in vierwielaandrijving Low.
Als u de remmen bedient.
Als de handrem is ingeschakeld.
Als de automatische versnellingsbak in
de stand PARK, REVERSE of NEUTRAL
staat.
Als de voertuigsnelheid buiten het snel-
heidsbereik ligt.
Als de remmen oververhit zijn.
Als het bestuurdersportier is geopend.
Als de veiligheidsgordel van de bestuur-
der niet is vastgemaakt.
De functie in- of uitschakelenDruk kort op de AAN/UIT-knop van de adap-
tieve cruise control (ACC). Het ACC-menu in
het DID geeft "ACC gereed" weer.
Om het systeem uit te schakelen, drukt u nog-
maals kort op de AAN/UIT-knop van de adap-
tieve cruise control (ACC). Het systeem wordt
dan uitgeschakeld en het DID geeft de melding
"Adaptive Cruise Control (ACC) Off" (adaptieve
cruisecontrol uitgeschakeld) weer.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de adaptieve cruisecon-
trol (ACC) ingeschakeld te laten wanneer u
deze niet gebruikt. U kunt het systeem dan
per ongeluk instellen en sneller rijden dan u
wilt. U zou de macht over het stuur kunnen
verliezen en een aanrijding kunnen veroor-
zaken. Laat het systeem altijd uitgeschakeld
als u het niet gebruikt.
Adaptive Cruise Control (ACC) Ready (adaptieve cruisecontrol gereed)
Adaptive Cruise Control OFF (adaptieve cruisecontrol uitgeschakeld)
117
Gewenste ACC-snelheid instellenWanneer de auto de gewenste snelheid bereikt,
drukt u kort op de knop SET+of op knop de
SET -. Het DID toont de ingestelde snelheid.Als het systeem wordt ingesteld op een rijsnelheid
lager dan 32 km/u (20 mph), zal de ingestelde
snelheid automatisch veranderen in 32 km/u
(20 mph). Als het systeem wordt ingesteld op een
rijsnelheid hoger dan 32 km/u (20 mph), zal de
ingestelde snelheid overeenkomen met de hui-
dige snelheid van het voertuig.OPMERKING:
ACC kan niet worden ingesteld als zich een
stilstaand voertuig vlak vóór uw voertuig
bevindt.
Neem uw voet van het gaspedaal. Doet u dat
niet, dan kan de auto blijven versnellen tot
voorbij de ingestelde snelheid. Als dat gebeurt:
Verschijnt de melding "DRIVER OVERRIDE"
(ingreep door bestuurder) op het DID.
Regelt het systeem niet langer de afstand
tussen uw auto en uw voorligger. Wordt de
voertuigsnelheid alleen bepaald door de
stand van het gaspedaal.
AnnulerenDe volgende omstandigheden annuleren het
systeem:
Het rempedaal wordt ingetrapt.
De knop CANCEL wordt ingedrukt.
Het ABS-systeem wordt geactiveerd.
De schakelhendel wordt uit de stand Drive
gehaald.
Het elektronisch stabiliteitsregelsysteem/
tractieregelsysteem (ESP/ASR) wordt
geactiveerd.
De handrem wordt aangetrokken.
De veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt bij lage snelheden.
Het bestuurdersportier wordt geopend bij
lage snelheden.
Een antislingerregeling (TSC)-gebeurtenis
optreedt.
De bestuurder schakelt ESP naar de volledig
uitgeschakelde modus.
UitschakelenHet systeem wordt uitgeschakeld en wist de
ingestelde snelheid uit het geheugen als:
De AAN/UIT-knop van de adaptieve cruise-
control (ACC) wordt ingedrukt.
De AAN/UIT-knop van de normale cruisecon-
trol (vaste snelheid) wordt ingedrukt.
Het contact wordt uitgeschakeld.
U schakelt naar vierwielaandrijving Low.HervattenAls er een ingestelde snelheid in het geheugen
is, drukt u op de knop RES (hervatten) en haalt
u daarna uw voet van het gaspedaal af. Het DID
toont de laatst ingestelde snelheid.
OPMERKING:
Als uw auto gedurende langer dan twee
seconden blijft stilstaan, zal het systeem
worden uitgeschakeld en valt de rem-
kracht weg. De bestuurder zal het rempe-
daal moeten intrappen om het voertuig in
stilstand te houden.
118