Niet-opgeslagen berichten met vijf-
seconden-weergave
Zodra ze van toepassing zijn, worden deze
berichten gedurende vijf seconden in het hoofd-
scherm weergegeven, waarna opnieuw het vo-
rige scherm wordt getoond. Een voorbeeld van
dit type bericht is "Automatic High Beams On"
(Automatisch grootlicht aan).SCHAKELSTANDINDICATIE (GSI) —
INDIEN AANWEZIGHet schakelstandindicatiesysteem (GSI) wordt in-
geschakeld op voertuigen met schakelflipper-
modus. De GSI biedt de bestuurder een visuele
indicatie in het DID als het aanbevolen schakel-
punt is bereikt. Deze indicatie wijst de bestuurder
erop dat het brandstofverbruik kan worden ver-
laagd door te schakelen. Wanneer de indicatie
voor opschakelen op het display wordt getoond,
adviseert de GSI de bestuurder naar een hogere
versnelling te schakelen.
De GSI-indicatie in het DID blijft branden totdat de
bestuurder schakelt of de rijomstandigheden te-
rugkeren naar een situatie waarbij niet hoeft te
worden geschakeld voor een gunstiger brandstof-
verbruik.
Levensduur motorolie resettenOil Change Required (olieverversing vereist)
Uw auto is uitgerust met een indicator voor
olieverversing. Het bericht "Oil Change Re-
quired" (olieverversing vereist) verschijnt gedu-
rende vijf seconden in het DID na één geluids-
signaal om de volgende oliebeurt aan te geven.
De indicator voor olieverversing is gebaseerd
op de belasting van de motor, wat betekent dat
de periodieke oliebeurten afhankelijk zijn van
uw persoonlijke rijstijl.
Als u deze melding niet reset dan wordt het
iedere keer dat u de contactschakelaar op
ON/RUN draait of op ON/RUN zet met Keyless
Enter-N-Go™ weergegeven. Om het bericht
tijdelijk uit te schakelen, druk kort op de toets
OK. Om de indicator voor olieverversing (na het
uitvoeren van periodiek onderhoud) te resetten,
volgt u de volgende stappen.
GSI terugschakelenGSI opschakelen
180
VerlichtingNadat u de schermtoets"Lights"(verlichting) hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen mogelijk. Uitschakelvertraging koplampenWanneer deze functie is geselecteerd, kan de tijd
dat de koplampen blijven branden nadat de motor
is uitgeschakeld worden ingesteld. Om de instel-
ling van de uitschakelvertraging voor de koplam-
pen te wijzigen, kiest u de schermtoets Headlights
Off Delay (uitschakelvertraging koplampen) en
vervolgens 0 sec, 30 sec, 60 sec of 90 seconden.
Om terug te keren naar het vorige menu, kiest u
de schermtoets met de pijl naar links.Headlight Illumination on Approach
(koplampen inschakelen bij nadering)
Als deze functie is geselecteerd, zullen de
koplampen worden ingeschakeld en gedurende
0, 30, 60, of 90 seconden blijven branden
wanneer de portieren worden ontgrendeld met
de afstandsbediening. Kies de schermtoets + of
- om de status van de verlichting bij nadering te
wijzigen en de gewenste tijd te selecteren. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links.
Headlights With Wipers (koplampen in-
schakelen met
ruitenwissers) — indien
aanwezig
Als deze functie is ingeschakeld en de kop-
lampschakelaar in de stand AUTO is gezet,
gaan de koplampen na ongeveer 10 seconden
branden nadat de ruitenwissers zijn ingescha-
keld. Wanneer de koplampen via deze functie
zijn ingeschakeld, gaan ze uit wanneer u de
ruitenwissers uitschakelt. Kies de schermtoets
"Headlights With Wipers" (koplampen inschake-
len met ruitenwissers) en maak uw keuze. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links.
Auto High Beams (automatisch groot-
licht) —
indien aanwezig
Wanneer u deze functie selecteert, zal het
grootlicht onder bepaalde omstandigheden au-
tomatisch ingeschakeld/uitgeschakeld worden.
Kies de schermtoets "Auto High Beams"(auto-
matisch grootlicht) en maak uw keuze. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links. Raadpleeg
de paragraaf "Verlichting/Auto High Beams (au- tomatisch grootlicht) — indien aanwezig"
in het
hoofdstuk "De functies van uw auto" voor meer
informatie hierover.
Daglichtlampen — indien aanwezig
Wanneer deze functie is geselecteerd, worden
bij draaiende
motor de daglichtlampen inge-
schakeld. Kies de schermtoets "Daytime Run-
ning Lights" (daglichtlampen) en maak uw
keuze. Om terug te keren naar het vorige menu,
kiest u de schermtoets met de pijl naar links.
Flash Headlights With Lock (knipperen
bij vergrendelen)
W
anneer deze functie is geselecteerd, zullen de
koplampen knipperen wanneer u de portieren
vergrendelt of ontgrendelt met de afstandsbe-
diening. Deze functie kan worden geselecteerd
met of zonder claxonsignaal bij vergrendelen.
Kies de schermtoets "Flash Headlights with
Lock" (lichten laten knipperen bij ontgrendelen/
vergrendelen) en maak uw keuze. Om terug te
keren naar het vorige menu, kiest u de scherm-
toets met de pijl naar links.
199
len met ruitenwissers) tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, dat aangeeft dat de instel-
ling is gekozen. Om terug te keren naar het
vorige menu, kiest u de schermtoets met de pijl
naar links.
Auto High Beams (automatisch groot-
licht) —
indien aanwezig
Wanneer u deze functie selecteert, zal het
grootlicht onder bepaalde omstandigheden au-
tomatisch ingeschakeld/uitgeschakeld worden.
Kies de schermtoets "Auto High Beams"(auto-
matisch grootlicht) tot een vinkje naast de in-
stelling verschijnt, dat aangeeft dat de instelling
geselecteerd is. Om terug te keren naar het
vorige menu, kiest u de schermtoets met de pijl
naar links. Raadpleeg de paragraaf "Verlichting/
Auto High Beams (automatisch grootlicht) —
indien aanwezig" in het hoofdstuk"De functies
van uw auto" voor meer informatie hierover.
Daglichtlampen — indien aanwezig
Wanneer deze functie is geselecteerd, worden
bij draaiende
motor de daglichtlampen inge-
schakeld. Kies de schermtoets "Daytime Run-
ning Lights" (daglichtlampen) tot een vinkje naast de instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is gekozen. Om terug te keren naar
het vorige menu, kiest u de schermtoets met de
pijl naar links.
Adaptieve verlichting vóór
Wanneer deze functie is geselecteerd, draaien
de koplampen
mee met het stuur. Kies de
schermtoets "Adaptive Front Lighting" (adap-
tieve verlichting vóór) tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, dat aangeeft dat de instel-
ling is gekozen. Om terug te keren naar het
vorige menu, kiest u de schermtoets met de pijl
naar links.
Headlight Dip
Kies deze functie wanneer u aan de andere
kant van
de weg rijd om de koplampen lager af
te stellen. Kies de schermtoets "Headlight Dip"
(koplampen lager instellen) tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, dat aangeeft dat de
instelling is gekozen. Om terug te keren naar
het vorige menu, kiest u de schermtoets met de
pijl naar links.
Flash Headlights With Lock (knipperen
bij vergrendelen)
W
anneer deze functie is geselecteerd, zullen de
koplampen knipperen wanneer u de portieren
vergrendelt of ontgrendelt met de afstandsbe-
diening. Deze functie kan worden geselecteerd
met of zonder claxonsignaal bij vergrendelen.
Kies de schermtoets "Flash Headlights with
Lock" (lichten laten knipperen bij ontgrendelen/
vergrendelen) tot een vinkje naast de instelling
verschijnt, dat aangeeft dat de instelling is ge-
kozen. Om terug te keren naar het vorige menu,
kiest u de schermtoets met de pijl naar links.
Doors & Locks (portieren en sloten)
Nadat u de schermtoets "Doors & Locks"(por-
tieren en sloten) hebt gekozen, zijn de volgende
instellingen mogelijk.
Auto Door Locks (Automatische portier-
vergrendeling)
Wanneer deze functie is geselecteerd, worden
alle portieren
automatisch vergrendeld wanneer
het voertuig een snelheid bereikt van 24 km/u
(15 mph). Kies de schermtoets "Auto Door
Locks" (automatische portiervergrendeling) tot
212