295
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
Actieradius groter dan 2400 km
A ls het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Druk bij het instrumentenpaneel
type 2
op deze knop om de
actieradius tijdelijk weer te geven.
Bij een actieradius van meer dan 5000
km is de
waarde minder nauwkeurig.
Instrumentenpaneel type 1
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding
"NO START IN" en een afstand die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief voordat
het starten van de motor wordt geblokkeerd -
(bijv.: "NO START IN 1500
km" betekent dat
na 1500
km het starten van de motor wordt
geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt deze melding elke
300
km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg voor meer informatie over
het bijvullen van het additief AdBlue
®, de
desbetreffende rubriek.
Onderhoud
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding "NO
START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende
hoeveelheid additief voordat het starten van de motor
wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 300 km"
betekent dat na 300
km het starten van de motor wordt
geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt deze melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen additief is
bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue
® te
laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de motor
niet meer worden gestart.
Raadpleeg voor meer informatie over het bijvullen van
het additief AdBlue
®, de desbetreffende rubriek.
Actieradius tussen 0
en 600
km
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding "NO
START IN" en de afstand 0
km of mijl - ("NO
START IN 0
km" betekent dat het starten van
de motor is geblokkeerd).
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet
het reservoir met minimaal 3,8
liter
AdBlue
® worden gevuld.
Raadpleeg voor meer informatie over
het bijvullen van het additief AdBlue
®,
de desbetreffende rubriek.
297
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Instrumentenpaneel type 2
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
Actieradius tussen 600
en 2400
km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het additief
AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart. Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8
liter
AdBlue
® worden gevuld.
Actieradius tussen 0
en 600
km
Storing in verband met een te laag AdBlue®
-niveau
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
Onderhoud
Bevriezing van het additief AdBlue®
Het additief AdBlue® bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer
-11° C .
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50
km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan de verklikkerlampjes
SERVICE en zelfdiagnose motor branden
en knippert het verklikkerlampje UREA in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300
km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de
resterende hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart. Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen 1100
km en 0
km)
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd". Starten geblokkeerd
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
301
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Bijvullen van het additief AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het additief AdBlue
® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBluewordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Het AdBlue
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen. Gebruik uitsluitend additief AdBlue
® dat aan de
norm ISO 22241
voldoet.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89
liter (1/2
gallon) zijn verkrijgbaar bij het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onderhoud
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid. Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
Procedure voor bijvullen
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel of druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de START/STOP-knop om de motor af te
zetten. F
T
il de vloerplaat van de bagageruimte op om
toegang te krijgen tot het AdBlue
®-reservoir. Z
et de vloerplaat vast door het koord aan
de haak van de steun van de hoedenplank
te bevestigen.
F
M
aak de zwarte plastic dop los met behulp
van de borglip.
F
S
teek uw vingers in de opening en draai
de blauwe dop een zesde omwenteling
linksom.
F
T
rek de dop om hem te ver wijderen
voorzichtig omhoog, zonder hem los te
laten.
303
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer opnieuw
starten - moet u het reservoir vullen
met minimaal 3,8
liter additief
(twee flacons van 1,89
liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk:
als u additief hebt
bijgevuld nadat het reservoir
leeg is geraakt , dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de
auto te ontgrendelen, de sleutel in
het contactslot te steken of de sleutel
van het Keyless entr y and star t-
systeem in het interieur te houden .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte plastic dop aan door hem
op de opening vast te klikken.
F
M
aak het koord los van de haak van de
steun van de hoedenplank en laat de
vloerplaat van de bagageruimte zakken.
Onderhoud
DS4_nl_Chap13_index-alpha_ed03-2015
A
Aanhanger............................................. 185, 268
Aanhangergewichten ............................ 3
06, 310
Aansluiten MirrorLink
............................ 36
6, 368
Aansluiting 12V
...................... 11
2, 114 , 120 , 123
Aansteker
...................................................... 11
2
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 16
8
Accessoires ........................................... 191, 2 74
Accessoirestand
........................................... 19
1
Accu
.............................................. 259-262, 291
Accu laden
............................................ 261, 262
Achterbank
...................................................... 91
Achterruitverwarming
.............................93, 10 6
Achteruitrijcamera
......................................... 226
Achteruitrijlicht
.............................................. 250
Actieradius AdBlue
...............................295, 297
AdBlue
® ........................................... 28, 294, 301
AdBlue®-niveau ............................................. 294
AdBlue®-reservoir ................................. 294, 301
Additief AdBlue ............................... 28, 294 , 301
Afmetingen
.................................................... 3
14
Afstandsbediening
.................. 60, 62, 66-68 , 72
Afstandsbediening, batterij
.................. 65,
70 -72
Afstandsbediening, batterij vervangen
...............................
..........65, 70 , 71
Afstandsbediening synchroniseren
....65, 70 , 71
Afzetten van de motor
................................... 18
6
Airbags
..................................................... 27, 175
Airbags vóór
...............................
...........176, 180
Airconditioning
...............................
.................14
Airconditioning, automatische
..........97, 98 , 101
Airconditioning (handbediend)
..................97- 9 9
Alarmknipperlichten
.............................. 166, 167
Alarmsysteem
................................................. 75
Algemeen menu
...............................
.............394
Allesdragers
.................................................. 265
Allesdragers monteren
................................. 265
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 16
8
Antislipregeling
............................................. 169Apple
®-speler
................................................ 352
Armleuning achter ......................................... 12
0
Armleuning vóór
...............................
......115, 11 6
Asbak (uitneembaar)
...................................... 111
Audio-aansluitingen
...................... 112, 401 , 402
Audiokabel
.................................................... 350
Automatische ruitenwissers
...................137, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 167
Automatisch inschakelen verlichting
....129 , 132
Autoradio
................................................. 43, 391
AUX-aansluiting
.................................... 350, 402
Aux-aansluitingen
...............................
..........112
Aux-ingang
...............................
.............350, 402
Bagageruimte
.................................................. 82
Bagageruimte, indeling
................................. 121
Bagageruimte ontgrendelen
...........................60
Bagageruimte openen
.............................. 66, 82
Bagageruimteverlichting
.......................123, 14 4
Banden
............................................................ 14
Banden, noodreparatie
................................. 23
0
Bandenreparatieset
...................................... 230
Bandenspanning
..................................... 14, 315
Bandenspanning, detectie
............................ 20
6
Bandenspanningscontrole (met set)
.............230
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 20
6
Bandreparatieset
.......................................... 230
Bekerhouder
................................................. 114CarPlay verbinding
...............................371, 372
CD
.........................................................350, 399
B
C
Beladen ................................................... 14, 265
Benzine ............... .......................................... 281
Benzinemotor
................................ 281, 285 , 306
Bestuurdersplaats (instellingen)
.....................90
Bijvullen additief AdBlue
® ............................. 3 01
Binnenspiegel ................................................. 95
B
lack panel ...................................................... 42
BlueHDi
........................................... 39, 205, 294
Bluetooth (handsfree set)
............. 37
8, 379 , 404
Bluetooth (telefoon)
............................... 378, 379
Bluetooth-verbinding
..................... 364, 378 , 379
Bochtverlichting
............................. 13
4 -13 6, 245
Boordcomputer
................................... 52, 54-56
Brake Assist System (BAS)
.................. 168, 169
Brandstof
................................................. 14, 281
Brandstofaddititiefniveau
.............................. 290
Brandstofniveau
............................................ 279
Brandstofniveaumeter
................................... 2
79
Brandstofsysteem ontluchten
....................... 283
Brandstoftank
........................................ 279, 282
Brandstof tanken
........................... 279, 281 , 282
Brandstoftank (inhoud)
................................. 279
Brandstoftankklep
................................. 279, 282
Brandstoftank leeg (diesel)
........................... 283
Brandstofverbruik
........................................... 14
B
uitenspiegels ................................... 93, 94 , 213