Page 143 of 446

141
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
richtingaanwijzers
F Links: beweeg de verlichtingsschakelaar omlaag voorbij het zware punt.
F
r
e
chts: beweeg de verlichtingsschakelaar
omhoog voorbij het zware punt.
Drie keer knipperen
F beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de
weerstand te drukken. De desbetreffende
richtingaanwijzers zullen drie keer
knipperen.
Alarmknipperlichten
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige
verkeer te waarschuwen in het geval van file,
pech, slepen of een ongeval.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
bij een noodstop worden de
alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate
van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
u kunt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
6
Veiligheid
Page 144 of 446

142
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
uw auto is voorzien van de volgende systemen,
die u helpen om de auto in een noodsituatie
veilig tot stilstand te brengen:
-
h
et antiblokkeersysteem (A
b
s
)
,
-
de
elektronische remdrukregelaar (
r
e
F
).
Hulpsystemen bij het remmen
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en voor een betere controle in
scherpe bochten, vooral op een slecht of glad
wegdek.
Inschakelen
Het Abs-systeem werkt alleen wanneer de
snelheid van de auto hoger is dan 10 km/h.
Zodra de snelheid lager wordt dan 5
km/h,
wordt het systeem uitgeschakeld.
Het A
b
s
-
systeem treedt automatisch in
werking, wanneer de kans bestaat dat een wiel
blokkeert.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door
het trillen van het rempedaal.
Storing
Bij stilstaande auto
Wanneer dit verklikkerlampje gaat branden, in
combinatie met een melding op het display van
het instrumentenpaneel, is er een storing in het
A
b
s
-
systeem waardoor u tijdens het remmen
de controle over de auto zou kunnen verliezen.
De auto kan normaal worden afgeremd.
ri
jd voorzichtig en met aangepaste snelheid en
raadpleeg onmiddellijk het CI
tro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
tr
ap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het niet
los. Het verklikkerlampje brandt gedurende
enkele seconden na het aanzetten van
het contact (stand
on
)
. r
a
adpleeg
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het
lampje niet uitgaat of niet gaat branden.
Veiligheid
Page 145 of 446

143
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Tijdens het rijden
Als het verklikkerlampje permanent
brandt, is er een storing in het Abs-
s
ysteem, waardoor u tijdens het
remmen de controle over de auto zou
kunnen verliezen.
De twee verklikkerlampjes gaan
tegelijkertijd branden en de twee
waarschuwingsmeldingen verschijnen
afwisselend op het display van het
instrumentenpaneel.
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor, dat deze
voldoen aan de voorschriften van de
constructeur.
De auto kan normaal worden afgeremd.
ri
jd voorzichtig en met aangepaste snelheid en
raadpleeg onmiddellijk het CI
tro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Wanneer deze twee verklikkerlampjes branden
in combinatie met de meldingen op het display
van het instrumentenpaneel, is er een storing
in de elektronische remdrukregelaar, waardoor
u tijdens het remmen de controle over de auto
zou kunnen verliezen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
6
Veiligheid
Page 146 of 446

144
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
De auto is voorzien van twee systemen die kunnen ingrijpen als de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting:
- antispinregeling (tC L),
-
d
ynamische stabiliteitscontrole (A
s
C).
Antispinregeling en dynamische stabiliteitscontrole
De antispinregeling optimaliseert de aandrijving
om te voorkomen dat aangedreven wielen
doorspinnen door te remmen op de wielen en
de motor.
De dynamische stabiliteitscontrole remt op de
wielen en de motor om de auto op de juiste
koers te houden.Inschakelen
De systemen worden automatisch ingeschakeld
zodra de motor wordt gestart.
De weergave van dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel geeft
aan dat de systemen A
sC e
n t
C
L
uitgeschakeld zijn.
Uitschakelen
In uitzonderlijke omstandigheden (wanneer
de auto vastzit in modder, sneeuw, zand, ...)
kan het nuttig zijn het A
sC
-systeem uit te
schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip krijgen.
In dat geval gaat dit pictogram op het
display op het instrumentenpaneel
knipperen.
stabiliteitscontrole
F Druk op deze knop links van het stuur wiel tot het pictogram op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt.
Werking
Ze treden in werking als de auto sneller dan
15 km/h rijdt.
De systemen worden geactiveerd zodra de
wielen te weinig grip hebben of de koers van
de auto afwijkt van de door de bestuurder
gewenste richting.
Veiligheid
Page 147 of 446

145
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Opnieuw inschakelenStoring
De weergave van een van deze
verklikkerlampjes in combinatie met
een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat er een
storing is in één van de systemen.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de systemen
A
sC
/
tC
L te laten controleren. De systemen A
sC
/
tC
L verhogen
de veiligheid tijdens het rijden. De
bestuurder mag echter nooit risico's
nemen of te hard rijden.
De goede werking van de systemen
wordt verzekerd door de naleving van
de voorschriften van de constructeur op
het gebied van:
-
w
ielen (banden en velgen),
-
o
nderdelen van het remsysteem,
-
e
lektronische onderdelen,
-
d
e montageprocedure en het
uitvoeren van werkzaamheden.
Laat de systemen na een aanrijding
controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de
systemen A
sC e
n
t
C
L weer in te
schakelen.
Als het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel uitgaat, geeft dit aan
dat de systemen AsC e
n
tC
L opnieuw zijn
geactiveerd.
6
Veiligheid
Page 148 of 446

146
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van
een pyrotechnische gordelspanner en een
spankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extra
bescherming van de bestuurder en passagier
bij frontale en zijdelingse aanrijdingen.
bi
j een krachtige aanrijding zorgen de
pyrotechnische gordelspanners ervoor dat de
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief
zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittenden getrokken wordt en bevordert
daarmee de veiligheid.
Omdoen
F trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting A .
F
C
ontroleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
trekken.
Losmaken
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting A .
Hoogteverstelling
F Druk op de knop B en schuif de
gordelbevestiging C naar beneden om het
bevestigingspunt lager te plaatsen.
F
D
ruk op de knop B en schuif de
gordelbevestiging C naar boven om het
bevestigingspunt hoger te plaatsen.
Veiligheid
Page 149 of 446

147
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Als de bestuurder zijn gordel niet vastmaakt
binnen een minuut na het aanzetten van het
contact, gaat het verklikkerlampje knipperen,
wordt een onderbroken geluidssignaal
weergegeven en verschijnt een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Het verklikkerlampje, het geluidssignaal en
de melding verdwijnen na circa 90 seconden,
en verschijnen weer zolang de bestuurder zijn
veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Als de veiligheidsgordel tijdens het
rijden wordt losgemaakt, worden dezelfde
waarschuwingssignalen gegeven.
Als het contact wordt aangezet,
gaat dit lampje branden en wordt
gedurende enkele seconden een
geluidssignaal weergegeven als de
bestuurder zijn veiligheidsgordel niet
heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel
losgemaakt/niet vastgemaakt
Veiligheidsgordel passagier vóór
Veiligheidsgordel bestuurder
Als het contact wordt aangezet,
gaat het verklikkerlampje op de
middenconsole branden.
Als de passagier zijn veiligheidsgordel niet
vastmaakt, klinkt gedurende enkele seconden
een geluidssignaal.
Als de veiligheidsgordel tijdens het
rijden wordt losgemaakt, worden dezelfde
waarschuwingssignalen gegeven.
6
Veiligheid
Page 150 of 446

148
C4-Aircross_nl_Chap06_securite_ed01-2014
Veiligheidsgordel middelste
zitplaats achter
De veiligheidsgordel van de middelste zitplaats
achter is in de hemelbekleding geïntegreerd.
Het is een driepuntsgordel met oprolautomaat.
Vast maken
F trek de gordel naar buiten en voer hem door de gordelgeleider A .
F
t
r
ek aan de gordel en steek de gesp B in
de gordelsluiting.
F
s
t
eek de gesp C in de rechter
gordelsluiting.
F
C
ontroleer of elke gesp correct is
vergrendeld door aan de riem te trekken.
Losmaken en opbergen
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting C en vervolgens op die van gordelsluiting B .
F
H
oud de gordel vast ter wijl deze zich oprolt
en voer de gordel door de gordelgeleider A .
F
b
e
rg de gesp C op in de bovenste opening
D en de gesp B in de onderste opening E .
Veiligheidsgordels links- en
rechtsachter
De buitenste zitplaatsen achter zijn voorzien
van driepuntsgordels met oprolautomaat.
Gordel vastmaken
F trek aan de gordel en steek vervolgens de
gesp in de gordelsluiting.
F
C
ontroleer of de gesp goed vergrendeld is
door even aan de riem te trekken.
Gordel losmaken
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting.
Veiligheid