ATTENTIE
Brandstof onder de aangegeven mini‐
mumkwaliteit kan de werking van de motor na‐
delig beïnvloeden of tot motorschade leiden.
Er bestaat gevaar voor schade. Geen benzine
tanken die niet aan de minimumkwaliteitsver‐
eisten voldoet.◀
Diesel ATTENTIE
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor be‐
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade.
Bij dieselmotoren het volgende in acht nemen:▷Geen raapoliemethylester RME tanken.▷Geen biodiesel tanken.▷Geen benzine tanken.▷Geen dieseltoevoegingen.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet
de start-stop-toets indrukken. Contact opne‐
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist.◀
Kwaliteit van de dieselbrandstof De motor is geschikt voor dieselbrandstof DIN
EN 590.
BMW Diesel met
BluePerformance
Principe
BMW Diesel met BluePerformance verminde‐
ren de stikstofoxide in de dieseluitlaatgassen,
door het reductiemiddel AdBlue in het uitlaat‐
systeem te spuiten. In de katalysator vindt een
chemische reactie plaats die de stikstofoxide
minimaliseert.
De auto heeft een tank die in de motorruimte
bijgevuld kan worden.
Om de motor zoals gewoonlijk te kunnen star‐
ten, moet voldoende reductiemiddel voorhan‐
den zijn.
AdBlue is een geregistreerd handelsmerk van
Verband der Automobilindustrie e. V. (VDA).
Opwarmen van het systeem Om het systeem na een koude start van de
motor op bedrijfstemperatuur te brengen,
schakelt de Steptronic versnellingsbak zo no‐
dig later naar de volgende hogere versnelling.
Weergaven op het Control Display
Actieradius en bijvulhoeveelheid De actieradius tot het uiterste tijdstip van bij‐
vulling wordt weergegeven op het Control Dis‐
play.
Reductiemiddel kan op ieder moment bijge‐
vuld worden. De bij te vullen hoeveelheid wordt
weergegeven op het Control Display.1."Auto-info"2."Autostatus"3."AdBlue"Seite 237BrandstofMobiliteit237
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Weergaven op het
instrumentenpaneel
Reserve-weergave Het controlelampje op het instrumentenpaneel
informeert over het resterende traject dat nog
afgelegd kan worden met het huidige vulpeil.
Het aangegeven traject niet volledig afleggen.
De motor kan na het afzetten niet opnieuw
worden gestart.▷Wit lampje: bij de volgende
gelegenheid reductiemiddel
bijvullen.▷Geel lampje: te weinig re‐
ductiemiddel aanwezig. De
resterend actieradius wordt
weergegeven op het instru‐
mentenpaneel. Dadelijk re‐
ductiemiddel bijvullen, zie
pagina 238.
AdBlue op minimum
▷De resterend actiera‐
dius wordt weergegeven in
het instrumentenpaneel: re‐
ductiemiddel bijvullen. De
motor draait, zolang hij niet
wordt afgezet en aan alle
verdere bedrijfsvoorwaarden
is voldaan, bijv. voldoende
brandstof.
Systeemdefect
Bij een systeemdefect wordt een Check-Con‐
trol-melding weergegeven.
AdBlue laten bijvullen
BMW adviseert het reductiemiddel te laten bij‐
vullen door een Service Partner in het kader
van het regelmatige onderhoud.
Wanneer dit onderhoud wordt uitgevoerd, is in
principe een eenmalige bijvulling vereist tus‐
sen de onderhoudstermijnen.
In bepaalde omstandigheden, bijv. door zeer
sportief rijgedrag of bij het rijden op grote
hoogte, kan het wel nodig zijn om meermaals
bij te vullen tussen de onderhoudstermijnen.
Zodra de reserve-weergave op het instrumen‐
tenpaneel getoond wordt, reductiemiddel laten
bijvullen om te voorkomen dat de motor niet
meer gestart kan worden.
AdBlue bij lage temperaturen Door de fysische eigenschappen is het moge‐
lijk om het reductiemiddel bij te vullen bij tem‐
peraturen onder - 5 ℃ ook tussen de reguliere
onderhoudstermijnen. In dat geval het reduc‐
tiemiddel bijvullen vóór dat u gaat rijden.
Bij temperaturen onder - 11 ℃ kan het vulpeil
mogelijk niet gemeten worden.
AdBlue zelf bijvullen
Aanwijzingen WAARSCHUWING
Bij het openen van het reductiemiddelre‐
servoir kunnen kleine hoeveelheden ammoni‐
akdampen vrijkomen. Ammoniakdampen heb‐
ben een prikkelende geur en irriteren huid,
slijmvliezen en ogen. Er bestaat kans op letsel.
Vrijkomende ammoniakdampen niet inade‐
men. Kleding, huid of ogen mogen niet met re‐
ductiemiddel in aanraking komen en dit mag
niet worden ingeslikt. Kinderen uit de buurt van
reductiemiddelen houden.◀
WAARSCHUWING
Bedrijfsstoffen, bijv. olie, vet, koelvloei‐
stof en brandstof, kunnen stoffen bevatten die
schadelijk zijn voor de gezondheid. Er bestaat
kans op letsel of levensgevaar. Aanwijzingen
op de verpakkingen in acht nemen. Ervoor zor‐
gen dat kleding, huid of ogen niet met bedrijfs‐
stoffen in contact komen. Bedrijfsstoffen niet
in andere flessen overgieten. Bedrijfsstoffen
buiten het bereik van kinderen bewaren.◀Seite 238MobiliteitBrandstof238
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
ATTENTIE
Bestanddelen van het reductiemiddel zijn
zeer agressief. Er bestaat gevaar voor schade.
Contact van reductiemiddel met oppervlakken
van het voertuig vermijden.◀
Geschikte AdBlue▷AdBlue volgens de norm ISO 22241-1
AdBlue is in verschillende verpakkingen ver‐
krijgbaar. Bij voorkeur de door BMW aanbevo‐
len speciale fles gebruiken. Met deze fles en
de speciale adapter kan AdBlue eenvoudig bij‐
gevuld worden.
Bijvulhoeveelheid Bij de start van de reserve-weergave minstens
3 flessen reductiemiddel bijvullen.
Dat is ca. 6 liter.
Bijvulhoeveelheid weergeven
De exacte bijvulhoeveelheid wordt weergege‐
ven op het Control Display.
1."Auto-info"2."Autostatus"3."AdBlue"
Tank voor reductiemiddel
De tankdop van de tank voor het reductiemid‐
del bevindt zich in de motorruimte.
Reductiemiddel bijvullen
Reductiemiddel bij ingeschakelde ontsteking
bijvullen.1.Motorkap openen, zie pagina 250.2.Tankdop tegen de klok in draaien en ver‐
wijderen.3.Fles aanbrengen en tot de aanslag draaien,
zie pijl.4.Fles omlaag duwen, zie pijl.
De tank van de auto wordt gevuld.
De tank is gevuld als de vulstand zich niet
meer wijzigt. Het overmatig vullen is niet
mogelijk.5.Fles terugtrekken, zie pijl, en afschroeven.Seite 239BrandstofMobiliteit239
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
6.Tankdop opzetten en in de richting van de
klok draaien.7.Motorkap sluiten.
Na het bijvullen van AdBlue
Opmerking WAARSCHUWING
Na het bijvullen van een verkeerde vloei‐
stof kan het systeem oververhit raken en ont‐
branden. Er bestaat brandgevaar en kans op
letsel. Alleen vloeistoffen bijvullen die voor de
tank bedoeld zijn. Na het vullen met een ver‐
keerde vloeistof niet de motor starten.◀
Vullen met verkeerde vloeistof
Als er met een verkeerde vloeistof wordt ge‐
vuld, wordt een Check-Control-melding aan‐
gegeven.
Na het vullen met een verkeerde vloeistof con‐
tact opnemen met een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Ser‐
vice Partner of een specialist.
Flessen verwijderen Flessen voor AdBlue kunnen bij een
Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist worden ingeleverd.
Lege flessen alleen bij het huisvuil gooien in‐
dien de plaatselijke voorschriften dit toestaan.
Reserve-weergave Na het bijvullen wordt de re‐
serve-weergave met de reste‐
rende actieradius nog steeds
getoond.
De motor kan gestart worden.
Na enkele minuten gaat de reserve-weergave
dan uit.
AdBlue op minimum
Na het bijvullen wordt de weer‐
gave nog steeds getoond.
De motor kan pas gestart wor‐
den nadat de weergave ver‐
dwijnt.1.Contact inschakelen.
Weergave verdwijnt ca. 1 minuut.2.De motor kan gestart worden.Seite 240MobiliteitBrandstof240
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Alles van A tot Z
TrefwoordenregisterA
Aanbevolen bandenmer‐ ken 243
Aanbevolen brandstof 236
Aandrijfslipregeling, zie DSC 147
Aanhangergewicht 284
Aanhangerstabilisatierege‐ ling 223
Aanklempunt, starthulp 271
Aankomsttijd 101
Aanslaan van de motor 70
Aanslepen 272
Aansluiting van elektrische apparaten 199
Aansteker 198
Aanvullende tekstmelding 93
Aanvullingen en wijzigingen na redactiesluiting 7
Aanwijzing brandstofme‐ ter 94
ABS, anti-blokkeersys‐ teem 146
ACC, actieve gewenste rij‐ snelheid met Stop & Go 154
Acceleratie-assistent, zie Launch Control 84
Accessoires en onderdelen 8
Accu, auto 267
Accu, vervangen 267
Achterbank 55
Achterklep, automatisch 39
Achterklep via afstandsbedie‐ ning 37
Achterklep zonder aanraking openen/sluiten 43
Achterklep zonder aanraking sluiten 43
Achterlichten 264
Achterlichtlampen 264 Achterruitverwar‐
ming 184, 188
Achteruitkijkspiegel 60
Achteruitrijcamera 170
Actief beschermingssysteem voor voetgangers 116
Actief-koolstoffilter 188
Actieradius 95
Actieve besturing 150
Actieve gewenste rijsnelheid met Stop & Go, ACC 154
Actieve motorkap 116
Actieve stabilisatie tegen overhellen 150
Active Protection 143
Activeren, airbags 115
Actualiteit van de handlei‐ ding 7
Adaptief remlicht, zie Dynami‐ sche remlichten 143
Adaptieve bochtverlich‐ ting 109
Adaptieve remassistent 146
AdBlue, bij lage temperatu‐ ren 238
AdBlue, laten bijvullen 238
AdBlue, op minimum 238
AdBlue, zelf bijvullen 238
AdBlue, zie BMW Diesel met BluePerformance 237
Afdalingen 216
Afdichtmiddel 245
Afmetingen 282
Afstandsbediening/sleutel 32
Afstandsbediening garage‐ deur, zie Geïntegreerde uni‐
versele afstandsbedie‐
ning 195
Afstandsbediening interieur‐ voorverwarming/-ventila‐
tie 192 Afstandsbediening, sto‐
ring 37
Afstandsbediening, univer‐ sele 195
Afstandswaarschuwing, zie PDC 167
Afstand tot bestemming 101
Afvalverwerking, koelvloei‐ stof 257
Afzetten van de motor 70
Airbags 113
Airbagschakelaar, zie Sleutel‐ schakelaar voor passagiers‐
airbags 115
Airbags, controle-/waarschu‐ wingslampjes 114
Airconditioning, automa‐ tisch 182
Alarminstallatie 45
Alarm, ongewild 46
Alternatieve oliesoorten 254
Anti-blokkeersysteem, ABS 146
Anticipeerhulp 229
Antivries, sproeiervloei‐ stof 80
App, BMW Driver’s Guide 6
Aquaplaning 215
Asbak 197
Asbak achterin 198
Asbak voorin 197
Asbelastingen, gewich‐ ten 283
AUC automatische luchtrecir‐ culatiefunctie 187
Autoaccu 267
Auto buiten bedrijf stel‐ len 278
AUTO H-toets 74
Auto, inrijden 214
AUTO-intensiteit 186 Seite 290OpzoekenAlles van A tot Z290
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15