Stoelen, veiligheidssystemen31Stoelen,
veiligheidssysteme
nHoofdsteunen .............................. 31
Voorstoelen .................................. 32
Stoelpositie ................................ 32
Stoelverstelling .......................... 33
Verwarming ............................... 34
Veiligheidsgordels .......................35
Driepuntsgordel ......................... 36
Airbagsysteem ............................. 37
Frontaal airbagsysteem .............40
Zijdelings airbagsysteem ...........41
Gordijnairbagsysteem ...............42
Airbag deactiveren ....................42
Kinderveiligheidssystemen ..........43
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 45
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ......48
Top-Tether-bevestigingsogen ..48Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun moet op gelijke hoogte zijn als de bo‐
venzijde van het hoofd. Is dit bij zeer
lange personen niet mogelijk, dan de
hoofdsteun in de hoogste stand zet‐
ten (bij zeer kleine personen de
hoofdsteun juist in de laagste stand
zetten).
Instellen
Hoofdsteunen voor,
hoogteverstelling
Druk op de ontgrendelingsknop, stel
de hoogte in en klik deze vast.
Stoelen, veiligheidssystemen439Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een kin‐ derveiligheidssystemen, volgens
de instructies en beperkingen in
de tabellen 3 45.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Als controlelampje d ongeveer
60 seconden brandt nadat het contact ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Indien beide controlelampjes tegelij‐
kertijd branden, is er sprake van een
storing in het systeem. De systeem‐ status wordt niet aangeduid; er mag
niemand op de stoel van de voorpas‐
sagier vervoerd worden. Roep onmid‐ dellijk de hulp van een werkplaats in.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende ver‐ andering.
Controlelampje Airbag-deactivering
3 68.Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen Opel-kinderveiligheids‐
systemen aan die specifiek voor mon‐ tage in uw auto geschikt zijn.
De volgende kinderveiligheidssyste‐
men worden aanbevolen voor de vol‐
gende gewichtsklassen:
● Groep 0, groep 0+
Maxi-Cosi Cabriofix met ISOFIX-
base, voor kinderen tot 13 kg
● Groep I
Duo Plus met ISOFIX en Top te‐
ther, voor kinderen van 9 kg tot
18 kg in deze groep
● Groep II, groep III
Kidfix met of zonder ISOFIX voor kinderen van 15 tot 36 kg
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐ ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
44Stoelen, veiligheidssystemenHoud u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van
kinderveiligheidssystemen op be‐
paalde zitplaatsen verboden.9 Gevaar
Bij gebruik van een achterwaarts
gericht kinderveiligheidssysteem
op de passagiersstoel voor moet
het airbagsysteem voor de passa‐
giersstoel voor gedeactiveerd zijn.
Dit geldt ook voor bepaalde voor‐ waarts gerichte kinderveiligheids‐
systemen zoals aangegeven in de
tabellen 3 45.
Airbag deactiveren 3 42.
Airbaglabel 3 37.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats omeen kinderzitje vast te maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐ gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de
nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.
Gebruik uitsluitend geschikte veilig‐
heidssystemen, bijv. die systemen
die voldoen aan geldige UN ECE-
voorschriften.
Het kinderveiligheidssysteem dat u gaat monteren, moet geschikt zijn
voor het autotype. Raadpleeg de ta‐
bellen op de volgende pagina's, de
instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem worden geleverd en de voertuigtypelijst van niet-universele
kinderveiligheidssystemen.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto wor‐
den gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐ zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden bevestigd met ISOFIX-be‐
vestigingsbeugels, Top-tether, indien
beschikbaar, en/of een driepuntsgor‐
del. Raadpleeg de volgende tabellen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐ dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
46Stoelen, veiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp buitenste
zitplaatsen achterinOp middelste
zitplaats achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maandenFISO/L1XXXGISO/L2XXXEISO/R1XILXGroep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaarEISO/R1XILXDISO/R2XILXCISO/R3XIL 1XGroep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarDISO/R2XILXCISO/R3XIL 1XBISO/F2XIL, IUFXB1ISO/F2XXIL, IUFXAISO/F3XIL, IUFXGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILXGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXILX
Stoelen, veiligheidssystemen47IL:geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐seel'. Het ISOFIX -veiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de voer‐
tuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem)IUF:geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor
deze gewichtsklasseX:geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse1:alleen van toepassing op buitenste zitplaats aan passagierszijde achterin met stoel in de voorste stand en recht‐
opstaande rugleuning.
Let op
Zet de bestuurders- en/of passagiersstoel naar voren en zet de rugleuning zo ver als noodzakelijk rechtop om er zeker van te zijn dat het kinderveiligheidssysteem geen hinder ondervindt van de rugleuning van de voorstoel.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kgF - ISO/L1:in de dwarsrichting met hoofd naar links gericht kinderveiligheidssysteem (reiswieg) voor kleinere kin‐ deren in de gewichtsklasse tot 10 kgG - ISO/L2:in de dwarsrichting met hoofd naar rechts gericht kinderveiligheidssysteem (reiswieg) voor kleinere
kinderen in de gewichtsklasse tot 10 kg.
48Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX-bevestigingsbeugels op de
achterbank worden aangeduid door
het ISOFIX-logo op de rugleuning.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 31.
Volg de gebruiksaanwijzing van het
kinderzitje om de Top Tether door te
voeren, vast te maken en aan te trek‐ ken.
Top-Tether-
bevestigingsogen
De auto heeft twee bevestigingsogen
op de rugleuning van de achterbank.
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.Aanvullend op de ISOFIX bevestiging
zet u de Top-tether -band vast aan de
Top-tether-bevestigingsogen.
Volg de gebruiksaanwijzing van het
kinderzitje om de Top Tether door te
voeren, vast te maken en aan te trek‐
ken.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 31.
197Buitenspiegels.............................. 26
Buitentemperatuur .......................59
C Centrale vergrendeling ................21
Claxon ................................... 13, 58
Code ............................................. 79
Conformiteitsverklaring ...............187
Contactslotstanden ....................106
Controlelampen ............................ 62
Controlelampjes............................ 65
Controle over de auto ................105
Controles .................................... 136
Cruise control ...................... 72, 121
D Dagrijlicht ..................................... 90
Dagteller ...................................... 62
Dak ............................................... 30
Dakbelasting ................................. 54
Derde remlicht ........................... 146
Diefstalalarmsysteem ..................25
Dimlicht of grootlicht .....................89
Driepuntsgordel ........................... 36
Driver Information Center .............73
E Eerste hulp ................................... 54
Elektrisch bediende ruiten ...........28
Elektrische aansluitingen .............61
Elektrische verstelling ..................26Elektrisch systeem...................... 148
Elektronische rijprogramma's ....115
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....71
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 119
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............70
Elektronisch klimaatregelsysteem 98
Erkenning van software ..............189
Event Data Recorders (EDR) .....193
F Frontaal airbagsysteem ...............40
G
Geautomatiseerde versnellingsbak .......................113
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen ........................... 81
Gereedschap ............................. 152
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................53
Gloeilamp vervangen ................141
Gordels ......................................... 35
Gordelverklikker ........................... 68
Gordijnairbagsysteem .................. 42
Grootlicht ............................... 72, 89H
Halogeenkoplampen .................142
Handbediende ruiten ...................28
Handgeschakelde modus ..........115
Handgeschakelde versnellingsbak ......................112
Handmatige dimfunctie ................27
Handrem ............................. 116, 117
Handschoenenkastje ...................49
Handzender ................................. 20
Hellingrem ................................. 117
Hoofdsteunen .............................. 31
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 45
Info-Display................................... 78
Info-Displays ................................. 73
Inhouden ................................... 185
Inklapbare spiegels .....................26
Inleiding ......................................... 3
Instrumentengroep ......................62
Instrumentenverlichting .............147
Interieurverlichting ........................92
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........48
K Katalysator ................................. 112
Kentekenverlichting ...................147