Page 57 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.10. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje oliedruk uitgaan.
LET OP
DCA20860
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olie druk knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha- dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN0690
Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
UB02D0D0.book Page 12 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM
Page 58 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
3. Als de koelvloeistof bij of beneden demerkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het zijstroomlijn-
paneel links en de afdekking van het
koelvloeistofreservoir om toegang te
krijgen tot het koelvloeistofreservoir.
4. Verwijder de dop van het koelvloei-stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwij der alleen d
e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Prob eer nooit om de ra diator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezi g is, g eb ruik
d an in plaats daarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Koelvloeistofreservoir
1
2
3
1. Zijstroomlijnpaneel links
2. Bout
1. Bout
2. Kap koelvloeistofreservoir
21
2 22
1
UB02D0D0.book Page 13 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM
Page 59 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
5. Breng de afdekking van het koelvloei-stofreservoir aan.
6. Monteer het zijstroompaneel links door de bouten aan te brengen.OPMERKINGSteek de uitsteeksels van het stroomlijnpa-
neel in de gleuven, zie de afbeelding.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. Pro beer nooit om de ra-
d iatorvul dop te verwij deren als d e motor
warm is.
[DWA10382] DAU62650
Luchtfilterelement vervan
gen en
aftapslan g reini genHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Verder moet de aftapslang van het luchtfil-
ter regelmatig worden gecontroleerd en ge-
reinigd.
Om het luchtfilterelement te vervan gen
1. Verwijder het linkerzijpaneel door de
bouten los te halen.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
1. Dop koelvloeistofreservoirInhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
3. Zijstroomlijnpaneel links
3
1
2
21
1. Linkerzijpaneel
2. Bout
2
2
1
UB02D0D0.book Page 14 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM
Page 60 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
3. Trek het luchtfilterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelementaan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen, hier
door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
6. Monteer het linkerzijpaneel door de bouten aan te brengen.
Reini gen van de luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de aftapslang aan de voorkant van het luchtfilterhuis wa-
ter of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los als er vuil of water in zit, reinig hem grondig en breng op-
nieuw aan.
DAU21385
De vrije sla g van d e gas greep
controlerenDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3.0–5.0 mm
(0.12–0.20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1. Luchtfilterelement
1
2
21
1. Aftapslang luchtfilter
1
1. Vrije slag van gasgreep
1
UB02D0D0.book Page 15 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM
Page 61 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
DAU21402
KlepspelingDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN0701
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Ban denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
Voor (1 persoon): 200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Achter (1 persoon):
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Voor (2 personen): 200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Achter (2 personen): 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Maximale belastin g*:
160 kg (353 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
UB02D0D0.book Page 16 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM
Page 62 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger
e den voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen. Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij
d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het wegge dra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
Voor ban d:
Maat: 110/70-17M/C (54H)
Fabrikant/model:
MICHELIN/PILOT STREET
Achter ban d:
Maat:
140/70-17M/C (66H)
Fabrikant/model: MICHELIN/PILOT STREET
UB02D0D0.book Page 17 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM
Page 63 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig. Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU62662
Vrije slag van de koppelin gshen-
d el afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel dient
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel regelmatig en stel
indien nodig als volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppelings-
hendel los.
2. Draai de stelbout van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
3–8 overslaan.3. Draai de stelbout bij de koppelings-hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
4. Verwijder het zijstroomlijnpaneel rechts door de bouten los te halen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Borgmoer
3. Vrije slag van koppelingshendel3
2
1
(a)(b)
1. Zijstroomlijnpaneel rechts
2. Bout
21
2
2
UB02D0D0.book Page 18 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM
Page 64 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
7. Draai de borgmoer bij het carter vast.
8. Monteer het zijstroomlijnpaneel rechtsdoor de bouten aan te brengen.OPMERKINGSteek de uitsteeksels van het stroomlijnpa-
neel in de gleuven, zie de afbeelding.
9. Draai de borgmoer bij de koppelings-hendel vast.
DAU37914
Vrije sla g van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voor dat de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag van de koppelings-
hendel
2(b)(a)
1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
3. Zijstroomlijnpaneel rechts
3
1
2
21
1. Geen vrije slag remhendel
1
UB02D0D0.book Page 19 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM