Page 41 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-19
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
tussen ( ) aan hoeveel niveaus zijn ge-
wijzigd op basis van de vooringestelde
waarde.
Wannneer een instellingsitem voor de
vering in A-1 of A-2 een verschuiving
laat zien, is hetzelfde instellingsitem
voor de vering op dezelfde manier ver-
schoven in de andere automatische
modus (de verschuivingswaarden
voor hetzelfde item zijn automatisch
gekoppeld).
M-1, M-2 en M-3 zijn niet gekoppeld en
kunnen onafhankelijk worden inge-steld.
4. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om veringsinstellingen voor andere
ERS-modi aan te passen. Selecteer
na voltooiing het symbool “ ” links
om terug te keren naar het hoofdmenu
“YRC Setting”. “Rondetijd”
Met deze module kunt u de vastgelegde
rondetijdrecord weergeven en verwijderen.
De snelste rondetijd en de gemiddelde ron-
detijd die zijn opgeslagen in het rondetijden-
overzicht worden boven aan het scherm
weergegeven. Gebruik de wielschakelaar
om te schuiven en alle rondetijden te zien.
De drie snelste ronden worden in zilverkleur
gemarkeerd. Er kunnen maximaal 40 ron-
den worden opgeslagen in het geheugen.
Als er meer dan 40 ronden zijn geregi-
streerd, zullen de oudste ronden (vanaf ron-
de 1) worden overschreven.
Deze module heeft twee opties.
“Display” geeft de rondetijdrecord weer. “Reset” verwijdert de rondetijdrecord.
Gebruik de wielschakelaar om “Display” te
selecteren en de ronderecord weer te ge-
ven.
Recordgegevens van rondetijd terugstellen
1. Wanneer “Lap Time” is geselecteerd,
1. Naar menu YRC Setting
2. Door de fabriek ingesteld niveau
3. Huidige niveau-instelling
16
16 27
13
(+0)
(+3)
(+2)
(+1)
Fr COM Rr COM
Fr REB Rr REB
SETTINGkm/h
12:00
M-
1
M -
2
M -
3
YRC Setting
A -
2
A -
3
2 3
1
1. Snelste ronde
2. Gemiddelde rondetijd
3. Ronderecord123
2CR-9-DG.book 19 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 42 of 128
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-20
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (voor modellen met CCU)
Voertuig en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-37).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.
OPMERKINGAls er geen CCU is geïnstalleerd of als de
CCU niet goed is aangesloten, kan de mo-dule “Logging” niet worden geselecteerd.
2. Selecteer START om te beginnen met registratie.
3. Als u de “Logging”-functie wilt stoppen, selecteert u STOP of zet u de machine
uit.
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
GPS
1. Registratie-indicator
GPS
1
2CR-9-DG.book 20 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 43 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-21
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
“Onderhoud”
Met deze functie kunt u de afgelegde af-
stand tussen motorolieverversingen regi-
streren (gebruik het item OIL) en voor twee
andere items naar keuze (gebruik INTER-
VAL 1 en INTERVAL 2).
Een onderhoudsitem terugstellen1. Selecteer “Maintenance” op het scherm MENU. 2. Selecteer het item dat u wilt terugstel-
len.
3. Druk lang op de wielschakelaar om het item terug te stellen.
OPMERKINGNamen van onderhoudsitems kunnen nietworden gewijzigd. “Eenheid”
Deze module stelt u in staat om de eenhe-
den voor brandstofverbruik in te stellen, en
voor sommige markten kan het display wor-
den gewisseld tussen k
ilometers en mijlen.
Bij gebruik van kilometers kunnen de een-
heden voor brandstofverbruik worden ge-
wisseld tussen km/L of L/100km. Bij gebruik
van mijlen is MPG beschikbaar.
Instellen van eenheden voor afstand of
brandstofverbruik1. Selecteer “Unit” op het scherm MENU.
2. “km or mile” en “km/L or L/100km” wor- den weergegeven.
GPS
INTERVAL 2 OIL
INTERVAL 1
000000 km
123456 km
123456 km
Maintenance
km/h
GPS
12 :
00
km/h
2CR-9-DG.book 21 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 44 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-22
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGVoor markten met op kilometers gebaseer-
de modellen worden alleen “km/L or L/100km” weergegeven. 3. Selecteer het eenheidsitem voor af- stand of verbruik dat u wilt aanpassen.
4. Selecteer de eenheden die u wilt ge- bruiken. 5. Selecteer het driehoekssymbool om af
te sluiten.
“Achtergrond”
Met deze module kunt u voor STREET
MODE en TRACK MODE de achtergrond-
kleuren van de weergave individueel instel-
len op zwart of wit, voor zowel dag- als
nacht-instellingen. Een fotosensor op het
instrumentenpaneel detecteert de lichtom-
standigheden en wijzigt automatisch de
weergave van dag- naar nachtinstelling. De
fotosensor controleert ook een subtiele, au-
tomatische heldherheidsaanpassing binnen
de dag- en nachtmodi als aanpassing op
het omgevingslicht. Achtergrond instellen
1. Selecteer “Wallpaper” op het scherm
MENU.
2. Selecteer de modus die u wilt aanpas- sen (selecteer DAY voor de weerga-
ve-instellingen voor overdag of NIGHT
voor de weergave-instellingen bij
nacht).1. Lichtsensor
1
2CR-9-DG.book 22 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 45 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-23
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
3. Selecteer de achtergrondkleur (selec- teer BLACK voor een zwarte achter-
grond of WHITE voor een witte
achtergrond).
4. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten.
5. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om
een andere achtergrondkleur in te stel-
len of selecteer het driehoeksymbool
om deze module af te sluiten. “Schakelindicator”
De schakelindicatormodule bevat de vol-
gende items.
Instellingswijzi
gen aanbrengen
1. Selecteer “Shift IND Setting”. 2. Selecteer “IND Mode”.
3. Selecteer “ON” voor een constante in-
dicatorverlichting, “OFF” om de indica-
tor uit te schakelen of “Flash” om de
schakelindicator te laten knipperen
wanneer de activeringsdrempel voor
de indicator is bereikt.
Weergave Beschrijving
Shift IND Setting Stel het
schakelindicatorpatroon in
op “ON”, “Flash”, of “OFF”
en pas aan bij hoeveel tpm
de indicator aangaat of
uitgaat.
Shift IND
Brightness Pas de helderheid van de
schakelindicator aan.
Tach IND Setting Stel de kleurenweergave
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF” en pas aan
bij hoeveel tpm de
toerenteller groen of oranje
wordt.
Peak Rev IND Setting Stel de peak rev-indicator
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF”.
2CR-9-DG.book 23 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 46 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-24
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
4. Selecteer “IND Start”.
5. Draai de wielschakelaar om het toe- rental in te stellen waarbij de scha-
kelindicator gaat branden. “IND Start”
operationeel bereik is 8000–14800
tpm. 6. Selecteer “IND Stop” en draai vervol-
gens de wielschakelaar om het toeren-
tal in te stellen waarbij de
schakelindicator dooft. “IND Stop”
operationeel bereik is 8500–15000
tpm.
OPMERKINGHet blauwe gebied op de toerenteller geeft
het huidige ingestelde bereik aan van deschakelindicatorverlichting.
“Shift IND Brightness”
De schakelindicatorverlichting heeft zes
helderheidsniveaus. Selecteer “Shift IND Br
ightness”, gebruik
vervolgens de wielschakelaar om de instel-
ling aan te passen. Druk kort op de wiel-
schakelaar om de instelling te bevestigen
en af te sluiten.
“Tach IND Setting”
Met deze functie kunt u de kleurenweerga-
ve van de toerenteller in- of uitschakelen.
Indien uitgeschakeld, zal de toerenteller alle
tpm-niveaus onder de rode zone weerge-
2CR-9-DG.book 24 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 47 of 128
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-25
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
ven in zwart of wit (afhankelijk van de instel-
lingen voor de achtergrond). Indien
ingeschakeld, kunnen de midden- en mid-
den-tot-hoge tpm-zones worden ingesteld
om in de kleuren groen en vervolgens oran-
je te worden weergegeven.
1. Selecteer “Tach IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode”. 3. Selecteer ON om de kleurenweerga-
vemodus van de toerenteller in te
schakelen (of selecteer OFF om deze
functie uit te schakelen).
4. Selecteer “Tach IND 1st” om de tpm voor het begin van de groene zone in
te stellen.
5. Stel de tpm voor het begin in door de wielschakelaar te draaien en vervol-
gens kort in te drukken. Alle tpm boven deze waarde tot de instellingswaarde
voor “Tach IND 2nd” (of de rode zone
boven 14000 tpm) worden groen
weergegeven.
OPMERKINGBegin instellingsbereik groene balk:8000–10000 tpm.
6. Selecteer “Tach IND 2nd”.
2CR-9-DG.book 25 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 48 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-26
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
7. Stel de oranje kleur in voor het begin van de tpm door de wielschakelaar te
draaien en vervolgens kort in te druk-
ken. Alle tpm boven dit getal tot de
rode zone van 14000 tpm worden
oranje weergegeven.OPMERKINGBegin instellingsbereik oranje balk:8000–14000 tpm.
8. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten. “Peak Rev IND Setting”
Met deze module kunt u de hold-indicator
voor de toerenpiek in- of uitschakelen.
1. Selecteer “Peak Rev IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode” en selecteer vervolgens ON (om de indicator in te
schakelen) of OFF (om de indicator uit
te schakelen). 3. Selecteer het driehoekssymbool om af
te sluiten.
“Weergave-i nstelling”
Met deze module kunt u de items (zoals
TRIP-1, ODO, C. TEMP, enz.) voor infor-
matieweergave op het hoofdscherm groe-
peren. Er zijn vier weergavegroepen.
1. Item van informatiedisplay (STREET MODE)
ODO
12345
km
TRIP-2
1234.5
km
1
Ny2 km/h
·1000 r/minMODE -
A
TCS
1
SCS
1
A
-
1
LCS
QS
LIF
GPS
12 :
00
PWR
1
1
2CR-9-DG.book 26 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分