InstrumentenpaneelInstrumentenpaneel
4.12GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Er is een defect aan de parkeerrem vastgesteld. Neem contact op met Tesla. Zie blz. 4.25.
Er is een defect aan het ABS vastgesteld. Zie blz. 4.24. Neem onmiddellijk contact op met Tesla.
Er is een defect aan het remsysteem vastgesteld of het remvloeistofniveau is te laag. Zie blz. 4.24. Neem onmiddellijk contact op met Tesla.
Wa a r s c h u w i n g b a n d e n s p a n n i n g D e b a n d e n s panning van een van de banden is te laag. Het lampje knippert als er een defect aan het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) is vastgesteld. Neem bij een defect aan het TPMS contact op met Tesla. Zie blz. 7.4.
Een portier of de achterklep/voorklep is open. Zie blz. 2.4.
Knippert groen als de linker richtingaanwijzer is ingeschakeld. Beide lampjes knipperen groen als de alarmknipperlichten zijn ingeschakeld.
Knippert groen als de rechter richtingaanwijzer is ingeschakeld. Beide lampjes knipperen groen als de alarmknipperlichten zijn ingeschakeld.
De auto is in de Tow-stand en kan vrij rollen. De auto wordt niet automatisch in stand P (Parkeren) gezet als u de auto verlaat. Zie blz. 9.3.
Controle-lampje Omschrijving
Parkeerhulp
RIJDEN4.21
AANWIJZING: Zorg ervoor dat sensoren schoon zijn en vrij van sneeuw, modder en vuil. Richt een hogedrukspuit niet rechtstreeks op de sensoren en reinig ze niet met een scherp of schurend voorwerp, dat veroorzaakt krassen en kan het oppervlak beschadigen.
AANWIJZING: Plak geen stickers op de parkeersensoren en monteer ook geen accessoires voor de sensoren.
Hoorbare feedback regelen
U kunt de parkeerhulp met en zonder geluidssignaal gebruiken. Tik op Controls > Settings > Safety & Security > Park Assist Chimes om het geluid in- en uit te schakelen.
U kunt dit geluid ook met behulp van het scrollwieltje aan de linkerzijde op het stuur uitschakelen. Het geluid blijft uitgeschakeld tot u de selectiehendel in een andere stand zet of tot u harder rijdt dan 4,8 km/h.
Beperkingen en valse
waarschuwingen
De parkeerhulp kan in de volgende omstandigheden geen obstakels waarnemen:
•Een of meer parkeersensoren is beschadigd, vuil of bedekt (met sneeuw, bladeren, ijs).
•Het obstakel is te laag, ongeveer 20 cm (bijvoorbeeld een trottoirband of een drempel).
•We e r s o m st a n d i g h e d e n ( z wa re re g e n , sneeuw, mist) die de goede werking van de sensoren belemmeren.
•Het obstakel is dun (bijvoorbeeld een dun paaltje).
•Het obstakel is buiten het bereik van de sensor.
•Het object absorbeert geluid of is zacht (bijvoorbeeld poedersneeuw).
•Het obstakel is afgeschuind (bijvoorbeeld een oprit).
•Bij extreem koude of warme temperaturen.
•De sensoren worden gestoord door andere elektrische apparaten die ultrasone geluidsgolven produceren.
•Het object bevindt zich te dicht bij de bumper.
•De bumper beschadigd is of scheef hangt.
•Er iets op de bumper is gemonteerd waardoor de sensor wordt afgedekt (bijvoorbeeld een fietsenrek of een bumpersticker).
Andere parkeerhulpen
In aanvulling op de parkeerhulp is er ook het beeld van de achteruitrijcamera dat bij het inschakelen van de achteruit automatisch op het scherm verschijnt. Zie blz. 4.29.
Als de auto het obstakel tot op een afstand van ongeveer 40 cm in stand D (Drive) en ongeveer 30 cm in stand R (Reverse) van de bumper is genaderd, wordt de rode gevarenzone weergegeven en verschijnt er een waarschuwing op het scherm. De toon van het waarschuwingssignaal wordt hoger.
Als een sensor geen signaal doorgeeft, verschijnt er een waarschuwing op het instrumentenpaneel.
RemmenRemmen
4.24GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
RemmenRemsystemen
De Model S is uitgerust met ABS, een systeem dat voorkomt dat de wielen bij een eventuele noodstop blokkeren. Hierdoor blijft de auto in de meeste omstandigheden bestuurbaar.
Bij een noodstop controleert het ABS de draaisnelheid van de wielen en regelt het systeem de remdruk naar elk wiel aan de hand van de grip.
Het aanpassen van de remdruk zorgt voor een pulserende beweging van het rempedaal. Dit is een normaal verschijnsel en geeft aan dat het ABS actief is. Houd het rempedaal stevig ingetrapt als u deze pulserende beweging voelt.
Het ABS-controlelampje op het instrumentenpaneel knippert heel even als u de auto start. Als het lampje op enig ander moment gaat branden, is er een storing geconstateerd en werkt het ABS niet. Neem contact op met Tesla. Het remsysteem blijft normaal functioneren en wordt niet beïnvloed door het uitvallen van het ABS. De remweg kan echter groter worden.
Als dit controlelampje brandt, anders dan alleen kortstondig tijdens het starten, is er een storing in het remsysteem geconstateerd of is het remvloeistofniveau te laag. Neem onmiddellijk contact op met Tesla.
Noodstop
Tr a p b i j e e n n o o d s t o p z o h a r d m o g e l i j k o p h e t rempedaal en houd het pedaal ingetrapt, ook als het glad is. Het ABS past de remdruk van elk wiel aan aan de grip die het wiel heeft. Zo wordt voorkomen dat de wielen blokkeren en kunt u op een zo veilig mogelijke manier stoppen.
WA A R S C H U W I N G : N o o i t p o m p e n d remmen. Dit verstoort de goede werking van het ABS en de remweg zal toenemen.
WA A R S C H U W I N G : H o u d a l t i j d voldoende afstand tot uw voorganger en wees bij gevaarlijke omstandigheden extra voorzichtig. Alhoewel het ABS de remweg kan verkorten, het kan de wetten van de natuur niet verslaan. Het voorkomt ook geen aquaplaning (een laagje water verhindert het contact tussen de band en het wegdek).
Remblokslijtage
De remblokken van de Model S zijn standaard voorzien van slijtage-indicatoren. Als het remblok is versleten, raakt een dunne metalen strip in het remblok de remschijf en gaat daardoor hard piepen. Dit geluid geeft aan dat de remblokken versleten zijn en vervangen moeten worden. Neem contact op met het Te s l a S e r v i c e C e n t e r o m h e t p i e p e n t e s t o p p e n .
De remmen moeten regelmatig gecontroleerd worden waarbij de wielen gedemonteerd moeten worden. Kijk voor technische details en de minimumdikte van remschijven en -blokken op blz. 8.6.
WA A R S C H U W I N G : A l s u v e r s l e t e n remblokken niet op tijd laat vervangen, kan het remsysteem beschadigd raken en bestaat de kans op gevaar tijdens het remmen.
Vloeistofreservoirs
ONDERHOUD7.19
Remvloeistof
WA A R S C H U W I N G : N e e m o n m i d d e l l i j k contact op met Tesla als u merkt dat de slag van het rempedaal duidelijk verandert of als u merkt dat het remvloeistofniveau sterk is gedaald. Dit kan leiden tot een langere remweg en zelfs tot het wegvallen van de remmen.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel waarschuwt de bestuurder als het remvloeistofniveau tot beneden het minimumniveau daalt. Als het lampje onder het rijden gaat branden, stop dan zo snel mogelijk op een veilige plaats en rem daarbij zo zacht mogelijk. Rijd niet verder! Neem direct contact op met Tesla voor hulp.
Controle vloeistofniveau
Het remvloeistofniveau wordt tijdens de reguliere onderhoudsbeurten door Tesla gecontroleerd. Als u dit zelf wilt doen, zet dan de auto op een vlakke ondergrond. Laat de auto afkoelen en verwijder dan de afdekplaat van het servicecompartiment (zie blz 7.18).
Controleer het vloeistofniveau aan de hand van de merktekens op de buitenkant van het reservoir zonder de vuldop te verwijderen.
Het niveau moet tussen de merktekens MIN en MAX staan.
OPMERKING: Tijdens het normale gebruik van de auto kan het vloeistofniveau door slijtage van de remblokken enigszins dalen, maar het niveau mag nooit beneden het merkteken MIN komen.
Remvloeistof bijvullen
Vul zelf geen remvloeistof bij. Tesla doet dit als u de auto brengt voor het reguliere onderhoud. De onderstaande instructies dienen uitsluitend ter informatie en als referentie:
1.Reinig de vuldop van het reservoir voordat u deze verwijdert, om te voorkomen dat er vuil in het reservoir komt.
2.Draai de vuldop los en verwijder deze.
3.Vul het reservoir met schone remvloeistof met de specificatie DOT3 of DOT4 bij tot het merkteken MAX.
4.Monteer de vuldop.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k u i t s l u i t e n d nieuwe remvloeistof uit een ongeopende. luchtdichte container. Gebruik geen remvloeistof die al eerder werd gebruikt of remvloeistof uit een geopende container—de vloeistof is vochtabsorberend waardoor de capaciteit van het remsysteem sterk kan dalen.
WA A R S C H U W I N G : R e m v l o e i s t o f i s g i f t i g . Houd containers dicht en buiten bereik van kinderen. Neem direct op met een arts als iemand remvloeistof binnenkrijgt.
AANWIJZING: Remvloeistof tast de lak van de auto aan. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk met een absorberende doek en reinig het oppervlak met een mengsel van water en een autoshampoo.
ZekeringenZekeringen
7.24GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Zekeringkast 3
Zekering AmpèrageCircuit
71 40 A Condensorventilator (links)
72 40 A Condensorventilator (rechts)
73 40 A Vacuümpomp
74 2 0 A 1 2 V - v o e d i n g s l i j n ( i n t e r i e u r )
75 5 A Stuurbekrachtiging
76 5 A ABS
77 25 A Stabiliteitscontrole
78 20 A Koplampen - grootlicht/dimlicht
79 30 A Verlichting - exterieur/interieur
Afzonderlijke systemenAfzonderlijke systemen
8.6GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Af zond erlijke system enMotor
Aandrijving
Stuurinrichting
Remmen
Ty p eAC-inductiemotor, vloeistofgekoeld, met frequentieregelaar
Spanning375 V
Maximum toerental16.000 omw/min
Ty p eSingle-speed fixed gear versnellingsbak
Eindoverbrenging9.73:1
AchteruitOmgekeerde draairichting elektromotor, begrensd op 24 km/h
Ty p eTa n d h e u g e l e n r o n d s e l m e t e l e k t r i s c h e stuurbekrachtiging
Va r i a b e l e , s n e l h e i d s a f h a n ke l i j ke b e k ra c h t i g i n g
Aantal omwentelingen van aanslag tot aanslag2,45
Draaicirkel (tussen trottoirs)11,3 m
Ty p eRemsysteem met ABS, EBD, ESP en Traction Control
Regeneratief remsysteem aangestuurd door gaspedaal
Va s te re m k l a u we n4 remzuigers
Diameter remschijven (geventileerd)vóór: 13,98"/355 mm
Achter: 14,37"/365 mm
Dikte voorremschijvenNieuw: 1,26"/32 mmMinimumgrens: 1,18”/30 mm
Dikte achterremschijvenNieuw: 1,10"/28 mmMinimumgrens: 1,02”/26 mm
Dikte remblokken vóór (excl. achterplaatje) Nieuw: 0,354"/9,0 mmMinimumgrens: 2 mm
Dikte remblokken achter (excl. achterplaatje) Nieuw: 0,315"/8,0 mmMinimumgrens: 0,078”/2 mm
Elektrische parkeerrem (EPB) dikte remblokken (excl. achterplaatje) Automatische compensatie remblokslijtage.
Nieuw: 0,216"/5,5 mmMinimumgrens: 0,039”/1 mm
ParkeerremElektrisch bediende remklauw
i
INDEX
A
Aanhanger trekken .............................................. 8-4aanjagersnelheid, interieur ............................. 5-10aantal zitplaatsen ................................................. 8-3ABS (antiblokkeersysteem) .......................... 4-23accessoires, aansluiting op stopcontact ... 5-19accessoires, monteren ...................................... 7-27achterbankneerklapbaar ..................................................... 3-3opklappen .......................................................... 3-3achterklepopenen ................................................................. 2-8openen, geen stroom ..................................... 2-9opening afstellen ............................................. 2-8portiergrepen binnenzijde uitschakelen ....................................................... 2-5sluiten ................................................................... 2-8van binnenuit openen .................................... 2-9achteruit ................................................................... 4-8achteruitrijcamera ............................................. 4-28afdekplaat servicecompartiment, verwijderen ............................................................7-18afmetingen .............................................................. 8-5airbagscontrolelampjes ..............................................3-18effecten van het opblazen ..........................3-18na een aanrijding ............................................3-18passagier voorin, uitschakelen ..................3-17plaats van ..........................................................3-15Soorten .............................................................. 3-16veiligheidsinformatie .....................................3-18werking .............................................................. 3-16airconditioningoverzicht ............................................................. 5-8tips voor de bediening ..................................5-11alarm ........................................................................5-25alarmknipperlichten ........................................... 4-16antiblokkeersysteem (ABS) .......................... 4-23anti-takelbeveiliging ..........................................5-25antivries ...................................................................7-18apparatenaansluiting ........................................................ 5-19audiobestanden afspelen van ....................5-18Bluetooth, audiobestanden afspelen ......5-18audioapparaten, aansluiten .................................. 5-19apparaten, afspelen van ..............................5-18bestanden afspelen .......................................5-18toetsen op het stuur ....................................... 4-3
B
bagageruimte voorinopenen ............................................................... 2-10sluiten ................................................................. 2-10bagageruimte, achterkindersloten ....................................................... 2-5openen ................................................................. 2-8openen, geen stroom ..................................... 2-9
opening afstellen ............................................. 2-8portiergrepen binnenzijde uitschakelen ....................................................... 2-5sluiten ................................................................... 2-8van binnenuit openen .................................... 2-9bagageruimte, voorinnoodprocedure van binnenuit openen ................................................................ 2-11openen ............................................................... 2-10openen, geen stroom .................................... 2-11sluiten ................................................................. 2-10bandenasymmetrisch .................................................... 7-7balanceren .......................................................... 7-5bandenspanning controleren ...................... 7-8bandenspanningsensor vervangen ...........7-9bandenvulmiddel ........................................... 7-10bandenvulmiddel vervangen ..................... 7-13betekenis van merktekens op banden ............................................................... 8-10controle ......................................................7-5, 7-7kettingen ............................................................. 7-8lekke band ..........................................................7-6nieuwe monteren ............................................. 7-7slijtagepatronen ............................................... 7-5spanning, controleren ....................................7-4specificatie .........................................................8-9vervangen ........................................................... 7-7vlakke kanten ....................................................7-6winter ................................................................... 7-7wisselen van ....................................................... 7-5bandenreparatie .................................................. 7-10bandenreparatiesetje ........................................ 7-10busje met vulmiddel vervangen ............... 7-13oppompen met lucht .................................... 7-12oppompen met vulmiddel ........................... 7-11bandenspanning, controleren ..........................7-4Bandenspanningcontrolesysteembandenspanningsensor vervangen ...........7-9overzicht ............................................................. 7-8storing .................................................................. 7-9batterij (12V)leegraken ........................................................... 6-4technische gegevens ...................................... 8-7Batterij (hoogspanning)algemene informatie ..................................... 6-4koelvloeistof .................................................... 7-18onderhoud van ................................................ 6-4ontladen, gevolgen van ................................ 6-4technische gegevens ...................................... 8-7temperatuurbeperkingen ............................ 6-4vloeistof controleren .................................... 7-18batterij (sleutel), vervangen ............................. 2-3bekerhouders ....................................................... 2-14beladingalgemene informatie ...................................... 8-3informatiesticker .............................................. 8-3laadvermogen bepalen ................................. 8-4voorbeelden voor het berekenen van de toegestane belading ....................... 8-4
ii
INDEXINDEX
bereikregeneratief remmen .................................. 4-24tips om actieradius te vergroten ............ 4-22weergegeven op instrumentenpaneel .. 4-10bestuurderprofielen, aanmaken .......................................4-2stand stoel .......................................................... 3-2stoel verstellen ................................................. 3-2binnenverlichting (leeslampjes) .................... 4-13binnenverlichting, bediening .......................... 4-13Bluetoothalgemene informatie ................................... 5-20geluidsdragers, aansluiten ......................... 5-18telefoon, aansluiten ....................................... 5-21telefoon, contacten en media .................. 5-20telefoon, linken .............................................. 5-20telefoon, linken ongedaan maken .......... 5-20telefoon, loskoppelen .................................. 5-20bochtverlichting .................................................. 4-15
C
camera (achteruitrij) ........................................ 4-28carrosserie bijtippen .......................................... 7-16claxon ........................................................................4-5climate controloverzicht ............................................................. 5-8tips voor de bediening ................................. 5-11cold weather-optie ................................. 4-17, 4-18consolearmsteunen ...................................................... 2-14bekerhouders .................................................. 2-14stopcontact ...................................................... 5-19USB-poorten .................................................... 5-19contactgegevensTesla .................................................................... 10-3controlelampjesABS .................................................................... 4-23airbag ................................................................. 3-18bandenspanning .............................................. 7-4Jack-stand ........................................................ 5-13luchtvering ....................................................... 5-12overzicht van .................................................... 4-11traction control .............................................. 4-25cruise control ...................................................... 4-26
D
DAB-radio .............................................................. 5-16dashboard ................................................................ 1-2dashboardkastje .................................................. 2-13datacommunicatie ............................................. 10-2dataregistratie ..................................................... 10-2detectie passagier voorin ................................ 3-17drive-away vergrendeling ................................. 2-5
E
elektrische parkeerrem ....................................4-24elektrische ruitbediening ................................... 2-7energieapp ...................................................................... 4-22gebruik van weergeven .............................. 4-22grafiek ............................................................... 4-22informatie actieradius ................................. 4-10opbrengst van regeneratief remmen .............................................................4-24tips om verbruik te beperken ................... 4-22energiemeter .......................................................4-24eventdataregistratie .......................................... 10-2exterieurafmetingen .........................................................8-5overzicht ..............................................................1-3poetsen, bijtippen en schadeherstel ...... 7-16reinigen .............................................................. 7-14stofhoes ............................................................. 7-16technische gegevens ......................................8-5
F
favorieten, toevoegen en verwijderen ........ 5-18flash drivesaansluiting ......................................................... 5-19audiobestanden afspelen van ................... 5-18
G
garagedeuren, openen .................................... 5-26Gewichten ................................................................8-5
H
hekken, openen .................................................. 5-26HomeLinkgebruiken ......................................................... 5-26programmeren ............................................... 5-26hoofdsteunen .........................................................3-3hoogspanningonderdelen, overzicht van ........................... 6-2Technische gegevens batterij .....................8-7veiligheid ................................................... 6-2, 7-2hoogteaanpassing (vering)automatisch ..................................................... 5-12handbediening ................................................ 5-12Jack-stand ........................................................ 5-13
I
Ideale actieradius ............................................... 4-10Identificatienummer (VIN) ................................8-2Identificatieplaatje ............................................... 8-4inbraakbeveiliging ............................................. 5-25informatie dagteller ........................................... 4-21inschakelen ............................................................. 4-7