184Verzorging van de auto
Bij het gebruik van winterbanden die
niet voor uw auto worden aanbevolen werkt de elektronische stabiliteitsre‐geling (ESC) wellicht minder goed
3 144. Voor de verkrijgbaarheid van
goedgekeurde winterbanden een
werkplaats raadplegen.
Bij het gebruik van winterbanden zit
er wellicht nog een zomerband op het
compacte reservewiel. Wellicht rijdt
de auto minder goed, met name op
een glad wegdek. Reservewiel
3 195.
Aanduidingen op banden
Bijv. 235/65 R 17 104 H235=Breedte van de band, in mm65=Hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %R=Type koordlagen: RadiaalRF=Type: RunFlat17=Velgdiameter, in inches104=Kengetal voor draagvermo‐
gen, 91 komt bijv. overeen met 618 kgH=Kenletter voor snelheidKenletter voor snelheid:Q=Maximaal 160 km/uS=Maximaal 180 km/uT=Maximaal 190 km/uH=Maximaal 210 km/uV=Maximaal 240 km/uW=Maximaal 270 km/u
Bandenspanning
De bandenspanning minstens om de
14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reser‐
vewiel niet vergeten. Dit geldt ook
voor auto's met een bandenspan‐ ningscontrolesysteem.
Gebruik een ventielsleutel om de ven‐
tielen gemakkelijker te kunnen los‐
schroeven. De ventielsleutel zit aan
de binnenkant van de tankklep.
Bandenspanning 3 217.
De voorgeschreven bandenspanning geldt bij koude banden. De waarde
geldt voor zowel zomer- als winter‐
banden.
Reservewiel altijd oppompen tot de
bandenspanning bij maximale bela‐
ding.
De ECO-bandenspanning dient om
een zo laag mogelijk brandstofver‐
bruik te bereiken.
Een onjuiste bandenspanning beïn‐
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofver‐
bruik negatief en verhoogt de ban‐
denslijtage.
De bandenspanningswaarden ver‐
schillen afhankelijk van de diverse
opties. Ga voor de juiste banden‐ spanningswaarde als volgt te werk:
1. Bepaal de code van de motor-ID. Motorgegevens 3 212.
2. Bepaal de betreffende band.
In de tabel Bandenspanningswaar‐
den staan alle mogelijk bandencom‐
binaties 3 217.
Raadpleeg voor de banden die voor
uw voertuig zijn goedgekeurd het
'EEC Certificate of Conformity' dat bij uw voertuig werd geleverd of de an‐
dere nationale voertuigpapieren.
De bestuurder is verantwoordelijk
voor het juist instellen van de ban‐
denspanning.