Kort en bondig11
1Zijdelingse luchtroosters ....124
2 Vaste uitstroomkanalen .....125
3 Grootlicht ............................ 111
Lichtsignaal ........................ 111
Richtingaanwijzers .............112
Omgevingsverlichting ......... 117
Parkeerlichten ....................114
Cruise control ....................... 95
4 Afstandsbediening op
stuurwiel ............................... 77
Tripcomputer ...................... 105
5 Claxon .................................. 78
6 Instrumenten ........................ 84
7 Voorruitwissers en
voorruitsproeiers,
koplampsproeiers ................. 78
Achterruitwisser en ach‐
terruitsproeier ....................... 808Info-Display .......................... 98
Check-Control, banden‐
spanningscontrolesysteem 185
Tripcomputer ...................... 105
9 Middelste luchtroosters ......124
10 Alarmknipperlichten ...........112
Parkeerhulp ........................ 148
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............144
Systeem voor
gecontroleerde afdaling .....145
Status-LED voor diefstala‐ larmsysteem ......................... 26
Inklapbare buitenspiegels ....29
Eco-knop voor stop/start-
systeem ............................... 129
11 Infotainment-systeem ........... 10
12 Passagiersairbag .................5013Status-LED's voor
passagiersairbag voor .........52
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ......................44
14 Handschoenenkastje ...........60
15 Zekeringhouder ..................178
16 Verwarming en ventilatie ...119
17 Contactslot met stuurslot ...128
18 Gaspedaal ......................... 128
19 Bestuurdersairbag ...............50
20 Rempedaal ......................... 142
21 Koppelingspedaal ..............127
22 Stuurwiel instellen ................77
23 Motorkap ontgrendelen ......159
24 Munthouder .......................... 59
25 Kaarthouder ......................... 59
26 Lichtschakelaar ..................110
Automatisch dimlicht ..........110
Instrumentenverlichting ......115
Mistachterlicht ....................113
Opbergen61
Sluiten: afdekking omhooghalen en
erop duwen totdat deze vergrendelt.
Geen zware voorwerpen in het op‐
bergvakje leggen.
Opbergvak onder
passagiersstoel
Opbergvak onder
passagiersstoel voorin
Vak vooraan omhoog trekken, dan
naar voren trekken. Vak terugschui‐
ven door het in de richting van de
stoel te drukken.
Armsteun met
opbergruimte
Opbergvak in armsteun voorin
Openen: hefboom omhoog trekken
en het deksel optillen.
Sluiten: het deksel laten zakken en
het naar beneden drukken totdat het
vergrendelt.
Opbergvak
middenconsole Schuif het bekerhouderbakje naar
achteren voor toegang tot het opberg‐ vak, de 12 V-aansluiting en de AUX-
ingang.
12 V-aansluitingen 3 83.
AUX-ingang - zie de handleiding van het Infotainmentsysteem voor nadere
informatie.
Draagsysteem achterzijde
Instrumenten en bedieningsorganen77Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................77
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................84
Informatiedisplays ........................96
Boordinformatie ......................... 103
Tripcomputer .............................. 105Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het Infotainmentsysteem en
een gekoppelde mobiele telefoon be‐
dienen met de knoppen op het stuur‐ wiel.
Nadere informatie vindt u in de ge‐
bruiksinstructie van het "Infotain‐
ment"-systeem.
82Instrumenten en bedieningsorganen
Automatische tijdsynchronisatie
Board-Info-Display
Het RDS-signaal (Radio Data Sys‐
tem) van de meeste FM-zenders stelt de tijd automatisch in, te herkennen
aan } op het display.
Sommige RDS-zenders zenden geen
correct tijdsignaal uit. In dergelijke ge‐
vallen de automatische tijdsynchroni‐ satie uitschakelen en de tijd handma‐
tig instellen.
Automatische tijdsynchronisatie
deactiveren ( Clock Sync.Off ) of acti‐
veren ( Clock Sync.On ) met de pijltjes‐
toetsen op het "Infotainment"-sys‐
teem.
Voor handmatig instellen van datum
en tijd, menuoptie voor tijd- en datum‐
instellingen uit het menu Instellingen
selecteren en naar keuze instellen.
De in te stellen waarde wordt met pij‐ len gemarkeerd. Gewenste instelling
verrichten met de pijltjestoetsen. De
instelling wordt bij verlaten van de
menukeuzemogelijkheid overgeno‐
men.
Om de tijd met RDS gelijk te stellen in
het, de menuoptie uit het menu
Instellingen selecteren en naar keuze
instellen.
Board-Info-Display 3 96.Graphic-Info-Display, Colour-Info-
Display
Bij het navigatiesysteem worden da‐
tum en tijd bij ontvangst van een
GPS-satellietsignaal automatisch in‐
gesteld. Als de weergegeven tijd en
de plaatselijke tijd niet overeenko‐
men, kan de eerste via een RDS-tijds‐ ignaal handmatig of automatisch wor‐
den aangepast.
Sommige RDS-zenders zenden geen
correct tijdsignaal uit. In dergelijke ge‐ vallen de automatische tijdsynchroni‐
satie uitschakelen en de tijd handma‐
tig instellen.
96Instrumenten en bedieningsorganenInformatiedisplaysBoard-Info-Display
Het Info-Display bevindt zich in het in‐
strumentenbord boven het "Infotain‐
ment"-systeem.
Info-Display geeft aan:
■ tijd 3 81
■ buitentemperatuur 3 80
■ datum 3 81
■ "Infotainment"-systeem - zie hand‐ leiding voor het "Infotainment"-sys‐
teem
Een F op het display duidt op een sto‐
ring. Oorzaak van de storing onmid‐
dellijk door een werkplaats laten ver‐
helpen.
Boordcomputer, Board-Info-Display
3 105.
Functies selecteren Via het Info-Display zijn functies en
instellingen van het "Infotainment"-
systeem toegankelijk.
De functies worden geselecteerd en
uitgevoerd in het menu op het display
met behulp van de pijltjestoetsen op
het "Infotainment"-systeem of het lin‐
ker kartelwiel op het stuurwiel.
Bij een Check-Control-waarschu‐
wingsbericht op het Info-Display
wordt het display geblokkeerd voor
andere functies. Bericht bevestigen
met de knop OK of het linker kartel‐
wiel. Eventueel meerdere waarschu‐
wingsberichten achter elkaar beves‐
tigen.
Check-Control 3 104.Selecteren met de toetsen van het
infotainment-systeem
In het Instellingen -menu wordt met de
knop OK de gewenste functie opge‐
roepen. Met de pijltjestoetsen worden
de instellingen veranderd.
In het BC-menu wordt met de knop
OK de gewenste functie opgeroepen.
Op de knop OK drukken om de timer
te bedienen of om de meting en be‐
rekening opnieuw te starten.
Instrumenten en bedieningsorganen97
Selecteren met het linker stelwiel op
het stuurwiel
Aan het stelwiel draaien om de ge‐
wenste functie op te roepen.
Op het kartelwiel drukken om het
menu BC te openen, gemarkeerde
opties te selecteren en opdrachten te bevestigen. In het BC-menu worden
de timer bediend of de meting en be‐
rekening opnieuw gestart.
Systeeminstellingen
Settings -toets van het infotainment-
systeem indrukken. De menuoptie
Audio wordt weergegeven.
Met de linker pijltjestoets System op‐
roepen en met de knop OK selecte‐
ren.
De eerste functie van het menu
System wordt geaccentueerd. Som‐
mige functies verschijnen in verkorte
vorm op het beeldscherm.
De functies worden in de volgende
volgorde getoond:
■ Tijdsynchronisatie
■ Tijd, uren instellen
■ Tijd, minuten instellen
■ Datum, dag instellen
■ Datum, maand instellen
■ Datum, jaar instellen
■ Ontstekingslogica
■ Taal instellen
■ Maateenheden instellen
Automatische tijdsynchronisatie
Instrumenten en bedieningsorganen99
Colour-Info-Display. Het Info-Display
bevindt zich in het instrumentenbord
boven het "Infotainment"-systeem.
Info-Display geeft aan:
■ tijd 3 81
■ buitentemperatuur 3 80
■ datum 3 81
■ "Infotainment"- en navigatiesys‐ teem - zie handleiding voor het "In‐
fotainment"-systeem
■ systeeminstellingen
Het Graphic-Info-Display geeft de in‐
formatie monochroom weer. Het
Colour-Info-Display geeft de informa‐
tie in kleur weer.
Het soort informatie en de manier
waarop deze informatie op het beeld‐
scherm verschijnt, hangen af van de
uitrusting van de auto en de instellin‐
gen van de boordcomputer en het "In‐ fotainment"-systeem. Bepaalde infor‐
matie verschijnt in afgekorte vorm op
het beeldscherm.
Een F op het display duidt op een sto‐
ring. Oorzaak van de storing onmid‐
dellijk door een werkplaats laten ver‐
helpen.
Boordcomputer,
Graphic-Info-Display,
Colour-Info-Display 3 106.
Functies selecteren
Via het Info-Display zijn de functies
en instellingen van het "Infotain‐
ment"-systeem toegankelijk.
De functies worden geselecteerd en
uitgevoerd in het menu op het display
met behulp van de pijltjestoetsen, decentrale meerfunctieknop op het "In‐
fotainment"-systeem of het linker kar‐ telwiel op het stuurwiel.
Bij een Check-Control-waarschu‐
wingsbericht op het Info-Display
wordt het display geblokkeerd voor
andere functies. Bericht bevestigen
met een pijltjestoets, de meerfunc‐
tieknop of het linker kartelwiel. Even‐
tueel meerdere waarschuwingsbe‐
richten achter elkaar bevestigen.
Check-Control 3 104.
Selecteren met de toetsen van
het infotainment-systeem
100Instrumenten en bedieningsorganen
Selecteer een functie via de pijltjes‐
toetsen van het "Infotainment"-sys‐
teem. Het menu van de geselec‐
teerde functie wordt weergegeven.
Selecteren met de centrale
meerfunctieknop
De multifunctionele toets is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's:
Draaien ■ Voor het markeren van een menu‐ optie
■ Voor het instellen van een nume‐ rieke waarde of het weergeven vaneen menuoptie
Indrukken ■ Voor het selecteren of activeren van de gemarkeerde optie
■ Voor het bevestigen van de inge‐ stelde waarde
■ Voor het in-/uitschakelen van een systeemfunctie
Om een menu te verlaten, de meer‐
functieknop linksom of rechtsom op Terug of Main draaien en een keuze
maken.Selecteren met het linker
stelwiel op het stuurwiel
Aan het stelwiel draaien om de ge‐
wenste functie op te roepen.
Op het kartelwiel drukken om gemar‐ keerde opties te selecteren en op‐
drachten te bevestigen. Erop drukken
om de timer te bedienen of om de me‐
ting en berekening opnieuw te star‐
ten.
Boordcomputer 3 106.
Functiegebieden
Voor elk functiegebied is er een
hoofdpagina (Main), die boven aan
het beeldscherm wordt geselecteerd:
■ audio,
■ navigatie,
■ telefoon,
■ boordcomputer.
Zie de instructie van het "Infotain‐
ment"-systeem voor nadere informa‐
tie.