ECO-FUNCTIE INSCHAKELEN/
UITSCHAKELEN (0.9 TwinAir 85 pk versies)
De inschakeling/uitschakeling van de ECO functie
door het indrukken van de betreffende knop (zie
de paragraaf "Bedieningselementen" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto")
is aangegeven met een melding op de display.SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA) VERVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt de melding "Service" op het
herconfigureerbaar multifunctioneel display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten
verrichten en de melding te resetten.
177
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................275
TIPS ......................................................................275
TECHNISCHE GEGEVENS .................................277
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............277
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..277
SNELGIDS ..............................................................278
Algemene functies ..................................................279
Radiofuncties .........................................................280
CD-functies ............................................................280
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......281
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............282
INLEIDING .............................................................284
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................285
INSCHAKELING AUTORADIO .............................285
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................285
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................286
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................286
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................286
VOLUMEREGELING ............................................286
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................286
GELUIDSINSTELLINGEN....................................287
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................287
BALANSREGELING..............................................287
FADERREGELING ................................................288
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................288
EQ-FUNCTIE .......................................................288
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................289
MENU....................................................................289
AF SWITCHING functie .......................................290
TRAFFIC INFORMATION functie .........................291REGIONAL MODE functie ...................................292
MP3 DISPLAY functie ...........................................292
SPEED VOLUME functie .....................................292
RADIO ON VOLUME functie ................................293
TELEFOON...........................................................293
AUX OFFSET functie ...........................................294
RADIO OFF functie ..............................................294
SYSTEM RESET functie ........................................295
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .295
DIEFSTALBEVEILIGING......................................295
RADIO (TUNER) .....................................................297
INLEIDING ...........................................................297
KEUZE GOLFBAND .............................................297
VOORKEUZETOETSEN .......................................297
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................297
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................298
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................298
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................298
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................299
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........299
STEREO-UITZENDINGEN ...................................299
CD-SPELER ............................................................300
INLEIDING ...........................................................300
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................300
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............300
DISPLAY-INFORMATIE ........................................301
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........301
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................301
PAUZE-FUNCTIE .................................................301
273
AUTORADIO
CD MP3-SPELER ....................................................302
INLEIDING ...........................................................302
MP3 WERKING .....................................................302
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKS ....................................................................302
DISPLAY-INFORMATIE ........................................303
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP.............303
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN ..........................303AUX (uitsluitend bij hetBlue&Me™ systeem) ........304
INLEIDING ...........................................................304
AUX MODUS .........................................................304
PROBLEEMOPLOSSING .......................................304
ALGEMEEN ..........................................................304
CD-SPELER ..........................................................304
LEZEN VAN MP3-BESTAND ................................305
274
AUTORADIO
INLEIDING
De autoradio biedt de volgende functies:
Radio
❒PLL-tuner met FM/AM/MW golfbanden;
❒RDS (Radio Data System) met TA-functie
(verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON (Enhanced Other
Network) - REG (regionale programma's);
❒AF: zoeken naar alternatieve frequenties in
RDS;
❒voorbereiding voor noodberichten;
❒automatisch/handmatig afstellen op stations;
❒FM Multipath detector;
❒handmatige opslag van 30 stations: 18 op FM-
golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op FMT), 12
op MW-golfband (6 op MW1, 6 op MW2);
❒automatische programmering (Autostore-
functie) van 6 stations op betreffende FM-
golfband;
❒SPEED VOLUME functie (behalve uitvoeringen
met 360° HI-FI MUSIC-systeem): automatische
snelheidsafhankelijke volume-aanpassing;
❒automatische Stereo/Mono selectie.CD-speler
❒Directe keuze van de CD;
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie CD-display: weergave van CD-naam en
verstreken tijd vanaf begin van het nummer;
❒Afspelen van audio CD, CD-R en CD-RW.
Multimedia CD's bevatten naast
audiotracks ook tracks met gegevens.
Het afspelen van dit type CD kan ruis
met een zodanig volume veroorzaken, dat niet
alleen de verkeersveiligheid in gevaar komt,
maar ook de eindversterker en de speakers
beschadigd kunnen raken.
MP3 CD-speler
❒Functie MP3-Info (ID3-TAG);
❒Keuze van map (vorige/volgende);
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie MP3-Display: weergave van mapnaam,
ID3-TAG informatie, verstreken tijd vanaf het
begin van het nummer, bestandsnaam;
❒Afspelen van audio- of gegevens-CD, CD-R en
CD-RW.
284
AUTORADIO
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies van het audiomenu zijn afhankelijk
van de geactiveerde bron: AM/FM/CD/Media
Player (alleen metBlue&Me™) /AUX (alleen met
Blue&Me™, voor bepaalde uitvoeringen/markten,
indien aanwezig).
Druk kortstondig op de
toets om de
audiofuncties te veranderen.
Na de eerste druk op de
toets, toont het display
de waarde van het bass-niveau voor de op dat
moment ingeschakelde bron (bijv. bij gebruik van
FM, toont het display het opschrift "FM Bass
+2").
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties
te lopen. Gebruik voor het wijzigen van de
instelling van de gekozen functie de
oftoets.
De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (behalve uitvoeringen met 360°
HI-FI MUSIC-systeem)
(inschakelen/uitschakelen functie LOUDNESS);
❒EQUALIZER (behalve uitvoeringen met 360°
HI-FI MUSIC-systeem) (inschakelen en selectie
fabrieksinstelling equalizer);❒USER EQUALISER (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (gepersonaliseerde
equaliser-instellingen).
TOONREGELING (lage/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om “Bass” of “Treble”
in het AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
oftoets om de lage of hoge
tonen te verhogen/verlagen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Balance" in het
AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de
rechter speakers te verhogen of op de
toets om
het volume van de linker speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen
rechts en links op dezelfde waarde in te stellen.
287
AUTORADIO
FADERREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Fader" in het
AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de
achterste speakers te verhogen of op de
toets
om het volume van de voorste speakers te
verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen
achter en voor op dezelfde waarde in te stellen.
LOUDNESSFUNCTIE
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
De loudnessfunctie verbetert het geluidsvolume
wanneer naar een laag volume wordt geluisterd,
door de bassen en de hoge tonen te versterken.
Kies voor het inschakelen/uitschakelen van de
functie, de instelling Loudness in het AUDIO-
menu m.b.v. de
oftoets.
De toestand van de functie (in- of uitgeschakeld)
wordt enige seconden op de display getoond door
het opschrift “Loudness On” of "Loudness Off”.EQ-FUNCTIE
(equaliser inschakelen/uitschakelen)
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
De ingebouwde equaliser kan in- of uitgeschakeld
worden. Wanneer de equaliserfunctie is
uitgeschakeld, kunnen uitsluitend de audio-
instellingen “Bass” (lage tonen) en “Treble” (hoge
tonen) geregeld worden, terwijl als de functie is
ingeschakeld tevens de geluidscurven geregeld
kunnen worden. Kies voor het uitschakelen van de
equaliser, de "EQ OFF" functie met de
of
toets.
Gebruik voor het inschakelen van de equaliser de
oftoets om een van de instellingen te kiezen:
❒"FM/AM/CD...EQ User" (instelling van 7
equaliserbanden die door de gebruiker
veranderd kunnen worden);
❒"Classic" (vooraf ingestelde equaliserinstelling
voor optimaal geluid van klassieke muziek);
❒"Rock" (vooraf ingestelde equaliserinstelling
voor optimaal geluid van rock- en popmuziek);
❒"Jazz" (vooraf ingestelde equaliserinstelling voor
optimaal geluid van jazzmuziek);
Wanneer een van de equaliserinstellingen
ingeschakeld is, licht het opschrift “EQ” op.
288
AUTORADIO
FUNCTIE USER EQ SETTINGS
(equaliserinstellingen alleen als de USER-
instelling gekozen is)
(behalve uitvoering met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
Selecteer voor een persoonlijke equaliserinstelling
met de
oftoets "User" en druk op de MENU-
toets.
Op het display verschijnt een grafiek met 7
staafjes, waarbij elk staafje een frequentie
voorstelt.
Kies het te veranderen staafje met de
oftoets;
het gekozen staafje begint te knipperen en kan
geregeld worden met de
oftoets.
Druk opnieuw op de
toets om de instelling op te
slaan.
Op het display wordt de op dat moment
ingeschakelde bron weergegeven, gevolgd door de
tekst "User". Als bijvoorbeeld “FM” wordt
gebruikt, wordt op het display de tekst "FM EQ
User" weergegeven.MENU
Functies menutoetsen
Druk kortstondig op de MENU-toets voor het
inschakelen van de MENU-functie. Het display
toont het eerste instelbare menu-item (AF) ("AF
Switching On" op het display).
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties
te lopen. Gebruik voor het wijzigen van de
instelling van de gekozen functie de
oftoets.
De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF);
❒TRAFFIC INFORMATION (ON/OFF);
❒REGIONAL MODE regionale programma's
(ON/OFF);
❒MP3 DISPLAY (CD MP3 display-instellingen);
❒SPEED VOLUME (automatische
snelheidsafhankelijke volume-aanpassing)
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem);
❒RADIO ON VOLUME (in/-uitschakeling limiet
radiovolume);
❒SPEECH VOLUME (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (instelling
telefoonvolume) (voor bepaalde
versies/markten).
289
AUTORADIO
❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar
apparaat op dat van een van de andere
bronnen)(voor bepaalde versies/markten);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET
Druk opnieuw op de MENU-toets om de
Menufunctie uit te schakelen.
BELANGRIJK De instellingen AF SWITCHING,
TRAFFIC INFORMATION en REGIONAL MODE
zijn alleen bij FM mogelijk.
AF SWITCHING functie
(zoeken alternatieve frequenties)
De autoradio kan op twee verschillende manieren
werken in het RDS-systeem:
❒"AF Switching On": zoeken naar alternatieve
frequenties ingeschakeld (de letters "AF"
verschijnen op het display);
❒"AF Switching Off": zoeken naar alternatieve
frequenties niet ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te
schakelen:
❒druk op de MENU-toets en kies “AF Switching
On”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te
schakelen.Bij ingeschakelde functie, stemt de radio
automatisch af op het station met het sterkste
signaal dat hetzelfde programma uitzendt. Tijdens
het rijden kan men naar hetzelfde station blijven
luisteren zonder dat op een andere frequentie
afgestemd hoeft te worden als men in een ander
gebied komt.
Vanzelfsprekend moet het beluisterde station
ontvangen kunnen worden in het gebied waardoor
men rijdt.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het opschrift "AF".
Als de AF-functie is ingeschakeld en de radio kan
het afgestemde station niet meer ontvangen, dan
activeert de radio het automatische zoeken en
verschijnt het bericht "FM Search" op het display
(alleen bij autoradio's van hoog niveau).
Als de AF-functie is uitgeschakeld, blijven de
resterende RDS-functies, zoals de weergave van de
naam van het station, altijd actief.
De AF-functie kan alleen op FM-golfbanden
geactiveerd worden.
290
AUTORADIO