ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN
De autoradio kan in de RDS-modus noodberichten
ontvangen in geval van uitzonderlijke
omstandigheden of situaties die gevaar van
algemene aard kunnen opleveren (aardbevingen,
overstromingen enz.), indien deze worden
uitgezonden door het station waarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en
kan niet worden uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht
verschijnt op het display het opschrift "Alarm".
Het volume van de radio verandert tijdens dit
bericht op dezelfde wijze als bij
verkeersinformatie.EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)
In sommige landen bestaan circuits die meerdere
stations die verkeersinformatie uitzenden
groeperen. In zo'n geval wordt het programma van
het beluisterde station tijdelijk onderbroken voor:
❒ontvangst van verkeersinformatie (alleen bij
ingeschakelde TA-functie);
❒het luisteren naar regionale programma’s, elke
keer als deze worden uitgezonden door een
station van hetzelfde circuit.
STEREO-UITZENDINGEN
Als het ontvangstsignaal zwak is, schakelt de
weergave automatisch van Stereo naar Mono over.
299
AUTORADIO
CD-SPELER
INLEIDING
Dit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten
voor wat betreft de werking van de CD-speler: zie
voor een beschrijving van de werking van de
autoradio het hoofdstuk “Functies en
Instellingen”.
KEUZE VAN DE CD-SPELER
Ga voor het inschakelen van de ingebouwde CD-
speler als volgt te werk:
❒breng een CD bij reeds ingeschakeld apparaat
in: het eerste nummer wordt afgespeeld;
of
❒als er reeds een CD is ingebracht, schakel dan de
autoradio in en druk vervolgens kort op de CD-
toets om de “CD” werking te kiezen: het laatst
beluisterde nummer zal afgespeeld worden.
Voor een optimale weergave wordt het gebruik van
originele CD's aangeraden. Als CD-R/RW's
worden gebruikt, dan adviseren wij exemplaren
van goede kwaliteit die met de laagst mogelijke
snelheid gebrand worden.INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD
Steek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat het
automatische laadysteem ingeschakeld wordt dat
de CD correct zal plaatsen.
De CD kan ook worden ingebracht bij
uitgeschakelde radio en contactsleutel in de stand
MAR: in dit geval blijft de radio uitgeschakeld.
Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, wordt
de laatst beluisterde audiobron vóór het
uitschakelen geactiveerd.
Wanneer een CD wordt ingebracht, verschijnt op
het display het symbool "CD-IN" en het opschrift
"CD Reading". Deze blijven weergegeven totdat de
autoradio de op de CD aanwezige nummers heeft
gelezen. Hierna begint de autoradio automatisch
het eerste nummer af te spelen.
Druk op de
toets (EJECT) bij ingeschakelde
radio om het automatisch uitwerpen van de CD te
activeren. Na het uitwerpen wordt de audiobron
ingeschakeld die beluisterd werd voordat de CD
werd afgespeeld.
Als de CD niet uit de autoradio wordt verwijderd,
dan wordt de CD na circa 20 seconden
automatisch opnieuw geladen en wordt afgestemd
op de Tuner (Radio).
De CD kan niet worden uitgeworpen als de
autoradio uitgeschakeld is.
Als de uitgeworpen CD weer in de speler wordt
geplaatst zonder dat hij volledig uit de sleuf is
verwijderd, dan schakelt de radio niet over op de
CD-speler.
300
AUTORADIO
Mogelijke foutmeldingen
Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv.
als een CD-ROM is ingebracht of een CD
andersom is ingebracht, of als er een leesfout is),
verschijnt op de display het opschrift "CD Disc
error".
Daarna wordt de CD uitgeworpen en hoort men de
audiobron die ingeschakeld was voordat de CD-
speler werd gekozen.
Wanneer een externe audiobron is ingeschakeld
(TA, ALARM of Phone), wordt de CD die niet
gelezen kan worden niet uitgeworpen zolang deze
functies niet beëindigd zijn. Hierna toont het
display bij ingeschakelde CD-speler enkele
seconden het opschrift "CD Disc error" en wordt
de CD uitgeworpen.
Als de CD-speler oververhit raakt, kan het
afspelen van de CD tijdelijk onderbroken worden.
De autoradio zal automatisch overschakelen op de
Radio (Tuner) en het display zal “CD hot” en
vervolgens “CD disc error” tonen.
DISPLAY-INFORMATIE
Wanneer de CD-speler werkt, verschijnt op het
display de volgende informatie:
❒"CD Track 5": geeft het tracknummer op de CD
aan;
❒"03.42": geeft de verstreken speelduur vanaf het
begin van het nummer aan (als de betreffende
menufunctie is ingeschakeld).KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)
Druk kortstondig op de
toets om het vorige CD-
nummer en op de
toets om het volgende
nummer af te spelen.
De nummers worden achter elkaar afgespeeld: het
eerste nummer wordt na het laatste nummer
geselecteerd en andersom.
Als het nummer langer dan 3 seconden wordt
afgespeeld en op de
toets wordt gedrukt, wordt
het nummer vanaf het begin herhaald.
Als men in dat geval het vorige nummer wil
beluisteren, drukt men tweemaal op de toets.
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS
Houd de
toets ingedrukt om het gekozen
nummer snel vooruit te spoelen en de
toets om
het nummer snel achteruit te spoelen.
Het snel vooruit-/ terugspoelen wordt onderbroken
zodra de toets wordt losgelaten.
PAUZE-FUNCTIE
Druk, om de CD-speler in de pauzestand te zetten,
op de
toets. Het opschrift "CD Pause" verschijnt
op de display.
Druk, om het nummer weer af te spelen, opnieuw
op de
toets. Als een andere audiobron wordt
gekozen, dan wordt de pauze-functie
uitgeschakeld.
301
AUTORADIO
OpmerkingWanneer de functie geactiveerd
wordt, kan de autoradio enkele seconden nodig
hebben voordat het afspelen start. Tijdens de
controle van de disk, toont de display het opschrift
“CD READING”. Als er geen MP3-bestanden
worden gedetecteerd, hervat de autoradio het
afspelen van de audiosessie vanaf het punt,
waarop deze onderbroken werd.
DISPLAY-INFORMATIE
Weergave ID3-TAG-informatie
De autoradio kan niet alleen informatie over de
verstreken speelduur, naam van de map en van het
bestand weergegeven, maar ook ID3-TAG-
informatie over de Titel, Artiest en Auteur van het
nummer.
De naam van de MP3-map die op de display wordt
getoond, komt overeen met de naam waarmee de
CD-map is opgeslagen, gevolgd door een asterisk.
Voorbeeld van een MP3-mapnaam: BEST OF *.
Wanneer voor weergave van de ID3-TAG
informatie (Titel, Artiest, Album) is gekozen die
niet voor het afgespeelde nummer is opgeslagen,
dan wordt deze informatie vervangen door de
naam van het bestand.KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP
Druk op de
toets om een van de volgende
mappen te kiezen of druk op de
toets om een
vorige map te kiezen.
Het display toont het nummer en de naam van de
map (bijv. "DIR 2 XXXXXX").
XXXXXX: naam van de map (het display toont
alleen de eerste 8 tekens).
De mappen worden achter elkaar geselecteerd: de
eerste map wordt na de laatste map geselecteerd
en andersom.
Als binnen 2 seconden geen enkele andere
map/nummer wordt geselecteerd, dan wordt het
eerste nummer van de nieuwe map afgespeeld.
Als het laatste nummer van de op dat moment
gekozen map wordt afgespeeld, dan wordt de
volgende map afgespeeld.
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN
De autoradio met MP3-speler:
❒herkent alleen mappen die bestanden in MP3-
formaat bevatten;
❒als de MP3-bestanden van een CD-ROM in
“submappen” zijn opgenomen, dan wordt hun
structuur naar één niveaustructuur gebracht,
namelijk naar het niveau van de hoofdmappen.
303
AUTORADIO
– buitenverlichting ............ 196
De motor starten ......... 151-178
Derde remlicht .................... 200
De sleutels ............................ 25
Dieselfilter .......................... 235
Dimlicht/grootlicht
– een lamp vervangen........ 197
Dimlicht
– bediening ......................... 53
Display................................. 7
– Bedieningsknoppen .......... 10
DPF (roetfilter)................... 122
DRLs (Dagverlichting) ......... 52
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging) ............ 99
Een wiel vervangen ............ 179
Elektrische ruitbediening. 78-79
Elektrische
stuurbekrachtiging
"Dualdrive" ........................ 99
EOBD .................................. 98
EOBD (systeem)................... 98
ESC systeem ........................ 91
ESC (systeem)...................... 91
Fix&Go (snelle
bandenreparatiekit) .......... 186Follow me home (systeem) ... 55
Frontairbags ....................... 144
Gear Shift Indicator
(systeem) ........................... 8
Gebruiksomstandigheden.... 158
Gebruik van de
versnellingsbak ................. 155
Geprogrammeerd
onderhoud......................... 220
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ............ 221
Gewichten en belastingen.... 263
Gordelspanners ................... 129
Grootlicht
– bediening ......................... 54
GSI-systeem (Gear Shift
Indicator) ........................... 8
Handbediende
airconditioning ................... 40
– onderhoud ....................... 42
Handrem ............................ 154
HBA systeem ........................ 93
HBA (systeem) ..................... 93
Hendels op het stuurwiel
– linkerhendel .................... 52
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ..... 8Hill Holder ........................... 91
Hill Holder (systeem) ........... 91
Hoofdairbag ....................... 147
Hoofdsteunen ....................... 32
Identificatiegegevens
– chassisnummer ............... 248
– identificatieplaatje
carrosserielak ................. 248
– motorcode ...................... 248
– typeplaatje met
identificatiegegevens....... 247
Imperiaal/skidrager.............. 87
Inbouwvoorbereiding
autoradio .......................... 100
Inbouwvoorbereiding
Isofix kinderzitje ............... 140
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar
navigatiesysteem ............... 101
Instrumenten
– Instrumenten ................... 4
Instrumentenpaneel.............. 4
Instrumenten (paneel)
– herconfigureerbaar
multifunctioneel display... 5
–
koelvloeistoftemperatuurmeter.6
– multifunctioneel display... 4
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
309
De lampen vervangen
Multifunctioneel display ....... 7
Niveaus controleren ......230-232
Onderhoud en zorg
– intensief gebruik van de
auto................................ 228
Onderhoud en zorg
– periodieke controles........ 228
Opheffen van het voertuig... 217
Parkeerlichten ..................... 53
Parkeer-/remlichten ............ 200
Parkeersensoren.................. 103
Parkeren ............................. 154
Plafondverlichting achter
– lamp vervangen .............. 203
Plafondverlichting ................ 62
– bagageruimteverlichting .. 65
– plafondverlichting
achter .............................. 64
– plafondverlichting voor .... 62
– verlichting
dashboardkastje............... 65
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............. 203
Pollenfilter .......................... 235
Portieren .............................. 75– Centrale
portiervergrendeling ........ 75
Prestaties (topsnelheid)....... 262
Regensensor ........................ 57
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur ................. 245
– Kunststof en gecoate
interieurdelen ................. 246
– Lederen interieurdelen ... 246
– Lederen stoelen .............. 246
– stoelen ............................ 245
Rem (mechanisch
slijtagedetectiesysteem) ..... 238
Remmen
– kenmerken ..................... 252
– remvloeistofniveau ......... 234
Richtingaanwijzers
– bediening ......................... 54
– lamp vervangen .............. 197
"Rijbaanwissel"-functie ....... 55
Roetfilter (DPF).................. 122
Ruiten reinigen..................... 56
Ruiten (reinigen) ................ 244– vloeistofniveau
ruitensproeier ................. 234
Ruitensproeiers van
achterruit .......................... 242
Ruitensproeiers van
vooruit .............................. 242
Ruitensproeier/-wisser
voorruit .............................. 56
Ruitenwissers
– niveau controleren ....230-232
– wisserbladen................... 240
– wisserbladen vervangen .. 241
SBR systeem....................... 126
Schemersensor ..................... 53
Schuifdak............................. 72
Setup-menu ......................... 10
Slepen van de auto.............. 218
Sleutel met
afstandsbediening
(batterij vervangen) ............ 27
Sleutels
– batterij
afstandsbediening
vervangen ........................ 27
– extra
afstandsbedieningen
aanvragen ........................ 27
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
311
Rijstijl ................................ 157Ruitensproeier