LET OP!
Als u blijft rijden met een oververhit koelsys-
teem, kan schade aan de auto ontstaan.
Wanneer de temperatuurmeter in de"H"-
zone staat, zet dan de auto veilig stil aan de
kant van de weg. Laat de auto met uitge-
schakelde airco stationair draaien tot de me-
ternaald weer in het normale bereik staat. Als
de meternaald op "H"blijft staan en u onon-
derbroken geluidssignalen hoort, zet de mo-
tor dan direct af en neem contact op met een
erkende dealer voor service.WAARSCHUWING!
Een te warm koelsysteem is gevaarlijk. Hete
koelvloeistof en stoom uit de radiateur kun-
nen ernstige brandwonden veroorzaken. Bel
een erkende dealer voor service wanneer de
motor van uw auto oververhit is. Als u besluit
zelf onder de motorkap te kijken, raadpleeg
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
dan het hoofdstuk "Onderhoud van uw auto".
Volg de waarschuwingen in het hoofdstuk
"Vuldop van het koelsysteem".
13. Waarschuwingslampje voor het remsys-
teem Dit lampje geeft verschillende func-
ties van
het remsysteem aan, zoals
het remvloeistofpeil en het aantrek-
ken van de handrem. Als het waar-
schuwingslampje voor het remsys-
teem gaat branden, is het mogelijk dat de
handrem is aangetrokken, het vloeistofpeil in
het remvloeistofreservoir te laag is of dat zich
een probleem voordoet in het reservoir van het
ABS-systeem.
Als het lampje blijft branden wanneer de handrem
niet is aangetrokken en het remvloeistofpeil in het
reservoir van de hoofdremcilinder zich ter hoogte
van het Full-merkteken bevindt, kan er sprake zijn
van een storing in het hydraulische remcircuit of is
er een probleem met de rembekrachtiging gede-
tecteerd door het ABS-systeem / elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP). In dat geval blijft
het lampje branden tot de oorzaak is verholpen.
Als het probleem verband houdt met de rembe-
krachtiging, zal de ABS-pomp actief zijn tijdens
het remmen en voelt u mogelijk een trilling in het
rempedaal.
De dubbel uitgevoerde remcircuits zorgen voor
reserve-remvermogen als ergens een storing
optreedt in het hydraulisch systeem. Als er in
één helft van het dubbele remsysteem sprake is
van lekkage, geeft het waarschuwingslampje
voor het remsysteem dit aan; het lampje gaat
branden wanneer het remvloeistofpeil in de
hoofdcilinder is gedaald tot onder een bepaald
niveau.
Het lampje blijft branden tot de oorzaak is
verholpen.
OPMERKING:
Het lampje kan bij het nemen van een
scherpe bocht even knipperen, doordat dan
het vloeistofpeil verandert. Breng de auto
naar de dealer voor onderhoud en laat het
remvloeistofpeil controleren.
174
19. Controlelampje van alarmsysteemGedurende 15 seconden knippert
dit lampje
snel wanneer het anti-
diefstalalarm wordt ingeschakeld.
Nadat het alarm is ingesteld, gaat
het lampje langzamer knipperen.
Het controlelampje van het alarmsysteem gaat
ook ongeveer drie seconden branden als de
contactschakelaar voor het eerst wordt
ingeschakeld.
20. Controlelampje ESP uitgeschakeld —
indien aanwezig
Dit
lampje geeft aan dat het elek-
tronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP)
is uitgeschakeld. 21. Controle-/storingslampje ESP — indien
aanwezig
Het controle-/storingslampje van
het elektronisch
stabiliteitsregel-
systeem (ESP) in de instrumenten-
groep gaat branden wanneer de
contactschakelaar in de stand ON/
RUN wordt gezet. Als de motor draait, behoort
dit lampje uit te gaan. Wanneer controle-/
storingslampje ESP continu blijft branden terwijl
de motor draait, is een storing gedetecteerd in
het ESP-systeem. Als het lampje blijft branden
nadat er verschillende keren is gestart en u
meerdere kilometers hebt gereden met een
snelheid hoger dan 48 km/u (30 mph), dient u
zo snel mogelijk contact op te nemen met uw
erkende dealer om het probleem te laten op-
sporen en verhelpen. OPMERKING:
Het controlelampje ESP uitgeschakeld en
het controle-/storingslampje ESP gaan
kort branden wanneer de contactschake-
laar in de stand ON/RUN wordt gezet.
Telkens wanneer de contactschakelaar in
de stand ON/RUN wordt gezet, wordt het
ESP-systeem ingeschakeld, ook wanneer
dit eerder werd uitgeschakeld.
Het ESP-systeem maakt zoemende of
klikkende geluiden wanneer het actief is.
Dit is normaal. De geluiden houden op
wanneer ESP inactief wordt na de ma-
noeuvre die de activering van het ESP-
systeem heeft veroorzaakt.
22.
Controlelampje parkeerlichten/koplampen
AAN - indien aanwezig
Dit lampje brandt wanneer de par-
keerlichten of koplampen zijn
ingeschakeld.
177
Knop OK
De knop OK kan worden gebruikt voor het
volgende:
Selectie
Reset (ingedrukt
houden)
Wissen (ingedrukt houden)DID-schermenDe DID-schermen bevinden zich in het midden-
deel van de instrumentengroep en bestaan uit
meerdere delen:
1. Hoofdscherm — De binnenring van het scherm licht grijs op onder normale omstan-
digheden, geel voor niet-kritieke waarschu-
wingen, rood voor kritieke waarschuwingen,
en wit voor on-demand informatie.
2. Audio-informatie en submenu-informatie — Wanneer er submenu’s beschikbaar zijn,
wordt het deel met de submenu’s hier weer-
gegeven.
3. Instelbare indicatoren/informatie
4. Indicatoren/richtingaanwijzers 5. Status van schakelhendel (PRNDL)
6. Selecteerbare informatie (kompas, tempera-
tuur, bereik tot lege tank, dagteler A, dagtel-
ler B, gemiddeld brandstofverbruik, huidig
brandstofverbruik)
7. De luchtveringstatus — indien aanwezig
8. 4WD-status — status
9. Selecteerbare Meter 1
In het hoofdscherm worden normaal gesproken
het hoofdmenu of de schermen van een geko-
zen functie uit het hoofdmenu weergegeven.
Op het hoofdscherm worden ook ongeveer 60
mogelijke waarschuwings- of informatieberich-
ten weergegeven. Deze berichten zijn onder-
verdeeld in verschillende categorieën:
Opgeslagen berichten met vijf-
seconden-weergave
Zodra ze van toepassing zijn, worden deze
berichten gedurende
vijf seconden in het hoofd-
scherm weergegeven, waarna opnieuw het vo-
rige scherm wordt getoond. De meeste berich-
ten van dit type worden vervolgens opgeslagen (zolang de oorzaak waardoor ze zijn geacti-
veerd blijft bestaan) en kunnen opnieuw worden
bekeken via de optie
"Messages"(berichten) in
het hoofdmenu. Voorbeelden van dit type be-
richt zijn "Right Front Turn Signal Lamp Out"
(rechter richtingaanwijzer vóór defect) en "Low
Tire Pressure" (bandenspanning laag).
Niet-opgeslagen berichten
Deze berichten worden weergegeven totdat de
oorzaak waardoor het bericht is geactiveerd is
verholpen. Voorbeelden van dit type bericht zijn
"Turn Signal On" (richtingaanwijzer aan, als een
richtingaanwijzer niet is uitgeschakeld) en "Lights
On" (lampen aan, als de bestuurder uitstapt).Niet-opgeslagen berichten tot RUN
Deze berichten gaan hoofdzakelijk over de op
afstand bediende startfunctie. Deze berichten
worden weergegeven totdat de contactschake-
laar in de stand RUN wordt gezet. Voorbeelden
van dit type berichten zijn: "Remote Start Abor-
ted - Door Ajar" (Starten op afstand afgebroken
- Portier open) en "Press Brake Pedal and Push
Button to Start" (Trap rempedaal in en druk op
knop om te starten).
179
Auto’s met Keyless Enter-N-Go™
1. Druk op de knop ENGINE START/STOP enzet de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zonder het rempedaal in te trappen
(maar start de motor niet).
2. Trap binnen 10 seconden het gaspedaal, langzaam, drie keer volledig in.
3. Druk, zonder het rempedaal in te trappen, eenmaal op de knop ENGINE START/STOP
om de contactschakelaar terug te zetten in
de stand OFF/LOCK.
OPMERKING:
Als het indicatiebericht wordt weergegeven
wanneer u de motor start, is de indicator
voor olieverversing niet gereset. Herhaal
deze procedure indien nodig.DID-berichten Front Seatbelts Unbuckled (voorste veilig-
heidsgordels niet vastgegespt)
Driver Seatbelt Unbuckled (bestuurdersgor-
del niet vastgegespt)
Passenger Seatbelt Unbuckled (passagiers-
gordel niet vastgegespt)
Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
Traction Control Off (traction control uit)
Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
Oil Pressure Low (oliedruk laag)
Olieverversing vereist
Fuel Low (brandstof laag)
Service Antilock Brake System (antiblokkeer-
systeem vereist onderhoud)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Service Power Steering (stuurbekrachtiging
vereist onderhoud)
Cruise Off (cruisecontrol uitgeschakeld)
Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
ACC onderdrukken
Cruise Set To XXX MPH (cruisecontrol inge-
steld op XXX mph)
Tire Pressure Screen With Low Tire(s) “In-
flate Tire to XX” (bandenspanning-scherm
met te lage bandenspanning(en) "band op-
pompen tot XX")
Service Tire Pressure System (bandenspan-
ningscontrolesysteem vereist onderhoud)
Waarschuwing voor te hoge snelheid
instellen
Waarschuwing voor te hoge snelheid
overschreden
Parking Brake Engaged (handrem
ingeschakeld)
Brake Fluid Low (remvloeistofpeil laag)
Service Electronic Braking System (elektro-
nisch remsysteem vereist onderhoud)
Engine Temperature Hot (motortemperatuur
hoog)
Battery Voltage Low (accuspanning laag)
Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud)
Lights On (verlichting aan)
181
OPMERKING:
Alle instellingen moeten worden gewijzigd
met het contact in de stand RUN.
Weergave scherm
Nadat u de schermtoets"Display"(weergave
scherm) hebt gekozen, zijn de volgende instel-
lingen mogelijk.
Display Mode (schermmodus)
Wanneer u in dit scherm bent, kunt u de
scherminstellingen "Auto"(automatisch) of "
Ma-
nual" (handmatig) kiezen. Voor het wijzigen van
de modusstatus druk kort op de schermtoets
"Auto" (automatisch) of "Manual"(handmatig).
Kies vervolgens de schermtoets met de pijl naar
links.
OPMERKING:
Wanneer Day (dag) of Night (nacht) voor de
display-modus wordt geselecteerd, zal bij
gebruik van de Parade-modus de radio de
regeling voor de helderheid van het scherm
bij daglicht activeren, zelfs als de koplam-
pen zijn ingeschakeld.
Display Brightness With Headlights ON
(Helderheid van
het scherm bij ingescha-
kelde koplampen)
In dit scherm kunt u de algemene helderheid
van het
scherm bij ingeschakelde koplampen
instellen. Pas de helderheid aan met de
schermtoetsen "+"en"-"of door een punt te
kiezen op de schaal tussen de schermtoetsen
"+" en"-". Kies vervolgens de schermtoets met
de pijl naar links.
OPMERKING:
Om de instelling van het Display Brightness
with Headlights ON (Helderheid van de
weergave bij ingeschakelde koplampen) te
wijzigen, moeten de koplampen aan staan
en mag de dimschakelaar niet in de standen
party of parade staan.
Display Brightness With Headlights OFF
(Helderheid van het scherm bij uitgescha-
kelde koplampen)
In dit scherm kunt u de algemene helderheid
van het
scherm bij uitgeschakelde koplampen
instellen. Pas de helderheid aan met de schermtoetsen
"+"en"-"of door een punt te
kiezen op de schaal tussen de schermtoetsen
"+" en"-". Kies vervolgens de schermtoets met
de pijl naar links.
OPMERKING:
Om de instelling van het Display Brightness
with Headlights OFF (Helderheid van de
weergave bij uitgeschakelde koplampen) te wijzigen, moeten de koplampen uit staan en
mag de dimschakelaar niet in de standen
party of parade staan.
Set Language (taal instellen)
In dit scherm kunt u een van de meerdere talen
(Deutsch/Enlish/Español/Français/Italiano/
Nederlands/Polski/Português/Türkçe) voor
de
schermweergave kiezen, met inbegrip van de
ritfuncties en het navigatiesysteem (indien aan-
wezig). Kies de schermtoets "Set Language"
(taal instellen) en kies vervolgens met de toets
de gewenste taal op het aanraakscherm. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links.
196
Units (eenheden)In dit scherm kunt u de maateenheden van het
DID, kilometerteller en het navigatiesysteem (in-
dien aanwezig) van Amerikaanse in metrische
eenheden veranderen en omgekeerd. Kies "US"
of "Metric" (metrisch) om uw keuze te maken. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links. Voice Response Length (Lengte voor
reactie op spraakbediening)In dit scherm kunt u de instelling van de Voice
Response Length (lengte gesproken berichten)
wijzigen. Om de lengte van gesproken berichten
te wijzigen, kiest u de schermtoets "Brief"(kort) of
"Detailed" (uitgebreid) om uw keuze te maken.
Om terug te keren naar het vorige menu, kiest u
de schermtoets met de pijl naar links. Show Command List (lijst met opdrach-
ten weergeven)
In
dit scherm kunt u ervoor kiezen om Never
(nooit), w/Help
(met hulp) of Always (altijd) de
Teleprompter weer te geven met de mogelijke
opties tijdens een spraaksessie. Om de Show
Command List (lijst met opdrachten weerge- ven) te wijzigen, kiest u de schermtoets
"Never"
(nooit), "w/Help" (met hulp) of "Always"(altijd)
om uw keuze te maken. Om terug te keren naar
het vorige menu, kiest u de schermtoets met de
pijl naar links.
Touch Screen Beep (pieptonen aanraak-
scherm)
In dit scherm kunt u het geluid in- of uitschake-
len wanneer
u de schermtoets kiest. Kies de
schermtoets "Touchscreen Beep" (pieptonen
aanraakscherm) om uw keuze te maken. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links.
Klok & datum
Nadat u de schermtoets "Clock"(klok) hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen mogelijk:
Tijd instellen
In dit scherm kunt u de tijd en de notatie
handmatig instellen. Kies de schermtoets "Set
Time" (tijd instellen) en kies vervolgens een
12-uurs of 24-uurs formaat. Kies de scherm-
toets pijl omhoog en omlaag om de tijd in te
stellen. Selecteer vervolgens AM of PM. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links.
Datum instellen
In dit scherm kunt u de datum handmatig instel-
len. Kies
de schermtoets "Set Date"(datum
instellen) en vervolgens de betreffende toetsen
pijl omhoog en pijl omlaag om de huidige datum
in te stellen. Om terug te keren naar het vorige
menu, kiest u de schermtoets met de pijl naar
links.
Safety/Assistance (veiligheid/hulp)
Nadat u de schermtoets "Safety/Assistance"
(veiligheid/hulp) hebt gekozen, zijn de volgende
instellingen mogelijk:
ParkSense®
De sensoren van het ParkSense® systeem
tasten het
gebied achter de auto af op obstakels
wanneer de schakelhendel in de stand RE-
VERSE staat en de snelheid lager is dan
18 km/u (11 mph). Het geeft een (hoorbare
en/of visuele) waarschuwing om de nabijheid
van andere voorwerpen aan te geven. Het
systeem kan worden geactiveerd met Sound
Only (Alleen geluid) of Sound and Display (Ge-
luid en weergave). Als u de status van Park-
Sense® wilt wijzigen, kiest u de schermtoets
Sound Only (alleen geluid) of Sound and Dis-
197
Set Language (taal instellen)
In dit scherm kunt u een van elf talen voor de
schermweergave selecteren. Kies de scherm-
toets "Set Language" (taal instellen) en vervol-
gens kunt u een van de meerdere talen
(Brasileiro/Deutsch/ English/Español/Français/
Italiano/Nederlands/ Polski/Português/Türk/
P ) tot een vinkje naast de taal verschijnt,
dat aangeeft dat de keuze is gemaakt. Om
terug te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links.
Units (eenheden)
In dit scherm kunt u de maateenheden van het
DID, kilometerteller
en het navigatiesysteem
(indien aanwezig) van Amerikaanse in metri-
sche eenheden veranderen en omgekeerd.
Kies US of Metric (metrisch) tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, dat aangeeft dat de
instelling is geselecteerd. Om terug te keren
naar het vorige menu, kiest u de schermtoets
met de pijl naar links.
Voice Response Length (Lengte voor
reactie op
spraakbediening)
In dit scherm kunt u de instelling van de Voice
Response Length (lengte gesproken berichten)
wijzigen. Om de lengte van gesproken berich-
ten te wijzigen, kiest u de schermtoets "Brief"
(kort) of "Detailed" (uitgebreid) tot het vinkje
naast de instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is gekozen. Om terug te keren naar
het vorige menu, kiest u de schermtoets met de
pijl naar links.
Touch Screen Beep (pieptonen aanraak-
scherm)
In dit scherm kunt u het geluid in- of uitschake-
len wanneer u de schermtoets kiest. Kies de
schermtoets "Touchscreen Beep" (pieptoon
aanraakscherm) tot een vinkje naast de instel-
ling verschijnt, dat aangeeft dat de instelling is
geselecteerd. Om terug te keren naar het vorige
menu, kiest u de schermtoets met de pijl naar
links.
Controls Screen Time-Out (time-out van
bedieningsscherm)
In dit scherm kunt u de mogelijkheid voor een
time-out van
het bedieningsscherm in- of uit-
schakelen. Kies de schermtoets "Controls
Screen Time-Out" (time-out van bedienings-
scherm) tot een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling is gese-
lecteerd. Om terug te keren naar het vorige
menu, kiest u de schermtoets met de pijl naar
links.
Navigation Turn-By-Turn In Cluster (Na-
vigatie van afslag naar afslag in instrumen-
tengroep) — indien aanwezig
Wanneer deze functie is geselecteerd, kies de
schermtoets "Navigation T
urn-By-Turn in Clus-
ter" (navigatie van afslag naar afslag in instru-
mentengroep) om uw keuze te maken tot een
vinkje naast de instelling verschijnt, dat aan-
geeft dat de instelling is gekozen. Om terug te
keren naar het vorige menu, kiest u de scherm-
toets met de pijl naar links.
207
Games spelenSluit de gameconsole aan op de Audio/Video
RCA/HDMI-ingangen die zich aan de zijkant
van elke stoel bevindt.
Met de Audio/Video RCA/HDMI-aansluitingen
(AUX/HDMI-aansluitingen) aan de zijkant van
elke stoel kan de monitor video direct vanaf een
videocamera weergeven, spelcomputers voor
weergave op het scherm aansluiten of muziek
direct vanaf een MP3-speler afspelen.Als een extern apparaat op de AUX/HDMI-
ingang wordt aangesloten, dient u rekening te
houden met de standaard kleurencode voor de
audio/video-aansluitingen:
1. HDMI-ingang
2. Rechter audio in (rood)
3. Linker audio in (wit)
4. Video in (geel)
OPMERKING:
Bepaalde high-end videogame-consoles,
zoals Playstation4 en XBox One overschrij-
den het maximale vermogen van de span-
ningsomvormer van de auto.
Een dvd/Blu-ray™ disk afspelen via
de radio met aanraakscherm1. Plaats de dvd/Blu-ray™ disk met het op-
schrift naar de kant die aangegeven is op de
dvd-/Blu-ray™ Disc-speler. Wanneer de
schijf is herkend, selecteert de radio auto-
matisch de juiste modus, waarna het menus-
cherm wordt weergegeven of het eerste
nummer wordt afgespeeld.
2. Controleer om een dvd/Blu-ray™ disk op Rear 1 (passagier achter bestuurdersstoel)
te bekijken of de afstandsbediening en keu-
zeschakelaar van de hoofdtelefoon op ka-
naal 1 staan.
3. Controleer om een dvd/Blu-ray™ disk op Rear 2 (passagier achter passagiersstoel) te
bekijken of de afstandsbediening en keuze-
schakelaar van de hoofdtelefoon op kanaal
2 staan.
Audio/Video RCA/HDMI-ingangen
222