Page 64 of 227

60VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
F0P0343m F0P0338m
Functie selecteren
Zet de knop in de stand LIMIT. De be-
grenzer is geselecteerd, maar nog niet in-
geschakeld. Het display toont de laatst ge-
programmeerde snelheid.
F0P0330mF0P0332m
F0P0344m F0P0351m
Snelheid programmeren
De instelling is mogelijk bij draaiende mo-
tor zonder de begrenzer in te schakelen.
Geprogrammeerde snelheid verhogen:❒
druk op de knop Set +.
Kort indrukken verhoogt de snelheid
met 1 km/h.
Ingedrukt houden verhoogt de snelheid
in stappen van 5 km/h.
Geprogrammeerde snelheid verlagen:
❒
druk op de knop Set -.
Kort indrukken verlaagt de snelheid
met 1 km/h.
Ingedrukt houden verlaagt de snelheid
in stappen van 5 km/h.In-/uitschakelen (OFF)
De begrenzer schakelt in bij de eerste
keer indrukken van de knop, nogmaals in-
drukken schakelt de begrenzer uit (OFF).
F0P0334mF0P0334m
F0P0339m F0P0340m
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 60
Page 65 of 227

61
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
F0P0333m F0P0341m
Geprogrammeerde snelheid
overschrijden
Een lichte druk op het gaspedaal heeft
geen effect om de geprogrammeerde snel-
heid te overschrijden; het gaspedaal moet
hiervoor krachtig tot voorbij het weer-
standspunt worden ingetrapt. De begren-
zer schakelt tijdelijk uit en de geprogram-
meerde snelheid gaat knipperen.
Om de begrenzer weer te kunnen ge-
bruiken moet de snelheid van de auto
worden verlaagd tot onder de gepro-
grammeerde snelheid.
Knipperende snelheidsinstelling
De weergegeven snelheid knippert:❒
bij overschrijding van het weerstands-
punt in de gaspedaalslag
❒
als de begrenzer een snelheidsverho-
ging niet kan verhinderen door de vorm
van het wegdek of als de auto op een
steile helling rijdt
❒
bij snel accelereren.Functie uitschakelen
Zet de draaiknop in stand 0of verwijder
de contactsleutel uit het contactslot om
het systeem uit te schakelen. De laatst ge-
programmeerde snelheid blijft opgeslagen.Storingen in de werking
De geprogrammeerde snelheid wordt ge-
wist en vervangen door drie streepjes.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
Correct gebruik
De begrenzer vormt in geen enkele situ-
atie een ontheffing voor het negeren van
de wettelijke snelheidslimieten of een ver-
vanging voor de waakzaamheid en ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder. Blijf
alert op de vorm van het wegdek en bij
snelle acceleratie.
Voorkom dat de werking van de pedalen
wordt gehinderd:
– controleer of de vloermat correct ge-
plaatst is,
– plaats niet meerdere vloermatten op elkaar.
F0P0345m F0P0339m
F0P0342m
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 61
Page 66 of 227

62VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
PLAFONDVERLICHTINGPLAFONDVERLICHTING VOOR
De plafondverlichting 1-fig. 64wordt be-
diend door drie schakelaars A, Ben C.
Met de schakelaar Bin de middelste stand,
worden de lampjes in-/uitgeschakeld bij
het openen/sluiten van een van de por-
tieren.
Met de schakelaar Bnaar rechts gescho-
ven, blijven de lampjes altijd ingeschakeld.
Met de schakelaar Bnaar links geschoven,
blijven de lampjes altijd uitgeschakeld.
Als u de schakelaar Anaar links schuift en
de schakelaar Cnaar rechts, gaan de be-
treffende lampjes aan de zijkant Den F
branden.
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
De plafondlampjes 2-fig. 65worden be-
diend door de schakelaar A.
Met de schakelaar in de middelste stand
wordt het lampje Bin-/uitgeschakeld bij
het openen/sluiten van een van de por-
tieren.
Met schakelaar Anaar links geschoven,
blijft het lampje altijd uitgeschakeld; als de
schakelaar naar rechts wordt geschoven,
blijft het lampje altijd ingeschakeld.BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of beide schakelaars in de
middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlichting
doven bij het sluiten van de portieren, en
voorkomt u dat de accu ontlaadt.
fig. 65
F0P0057m
Regeling ingeschakelde tijd
plafondverlichting
Om het in- en uitstappen vooral in het
donker te vergemakkelijken, zijn er 2
brandduurregelingen.BRANDDUURREGELING BIJ HET INSTAPPENDe plafondlampjes gaan op de volgende
manier tijdelijk branden:❒
als de voorportieren worden ontgren-
deld;
❒
als een van de zijdeuren wordt geo-
pend;
❒
als de portieren worden gesloten.
De werking van de brandduurregeling
wordt onderbroken als de contactsleutel
in stand Mwordt gedraaid.
BRANDDUURREGELING BIJ HET UITSTAPPENAls de contactsleutel uit het start-/con-
tactslot wordt verwijderd, gaan de pla-
fondlampjes op de volgende manier tijde-
lijk branden:❒
na het uitzetten van de motor;
❒
als een van de zijdeuren wordt geo-
pend;
❒
als een portier worden gesloten.
De brandduurregeling schakelt automa-
tisch uit als de portieren worden ver-
grendeld.
fig. 64
F0P0056m
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 62
Page 67 of 227

63
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 66
F0P0287m
BEDIENINGSORGANENWAARSCHUWINGSKNIPPER-
LICHTEN fig. 66
Deze worden ingeschakeld als op knop A
wordt gedrukt, onafhankelijk van de stand
van het contactslot.
Als ze zijn ingeschakeld, knippert het lamp-
je in de knop. Gelijktijdig gaan op het ins-
trumentenpaneel de controlelampjes
Î
en
¥
branden.
ESC-SYSTEEM UITSCHAKELEN
(indien aanwezig)
Als u op de knop fig. 67op de midden-
console drukt, wordt het ESC-systeem
uitgeschakeld.
Als het systeem is uitgeschakeld, brandt
het lampje op de knop permanent.
Het systeem schakelt weer in:
❒
automatisch, boven 50 km/h.
❒
handmatig, door de knop nogmaals in
te drukken.
Als het ESC in werking treedt, dan knip-
pert het lampje op de knop.
Zie voor meer informatie de paragraaf
“ESC-systeem” in dit hoofdstuk.
fig. 67
F0P0706m
Druk voor uitschakeling nogmaals op de
knop.
Het gebruik van de waarschuwingsknip-
perlichten is afhankelijk van de wegen-
verkeerswet van het land waarin u rijdt.
Houdt u aan de voorschriften.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 63
Page 68 of 227

64VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ACHTERRUITVERWARMING
(indien aanwezig)
Druk op de knop fig. 68voor inschake-
ling.
Als de achterruit is ingeschakeld, treedt
een tijdregeling in werking waardoor het
systeem automatisch na ongeveer 20 mi-
nuten wordt uitgeschakeld.PORTIERVERGRENDELING
U kunt de centrale portiervergrendeling
inschakelen door de knop fig. 69op de
middenconsole in te drukken, onafhanke-
lijk van de stand van de contactsleutel.
Het lampje op de knop gaat branden als
deze functie wordt ingeschakeld.
Druk de knop nogmaals in om de portie-
ren te ontgrendelen.KINDERVEILIGHEIDSSLOT
INSCHAKELEN
(indien aanwezig)
Als u op de knop fig. 70op de midden-
console drukt, onafhankelijk van de stand
van de contactsleutel, wordt het kinder-
veiligheidsslot ingeschakeld.
In dat geval kunnen de zijschuifdeuren niet
vanuit het interieur worden geopend maar
alleen vanaf de buitenzijde.
Het lampje op de knop gaat branden als
deze functie wordt ingeschakeld.
Druk nogmaals op de knop om het sys-
teem uit te schakelen.fig. 68
F0P0058m
fig. 69
F0P0059m
fig. 70
F0P0060m
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 64
Page 69 of 227

65
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
INTERIEURBEWAKING VAN
DIEFSTALALARM
UITSCHAKELEN (indien aanwezig)
Als u op de knop fig. 73op de midden-
console drukt, wordt de bewegingsdetec-
tie van het diefstalalarm in het interieur
uitgeschakeld.
Alleen de omtrekbeveiliging blijft dan in-
geschakeld.
Als het systeem is uitgeschakeld, brandt
het lampje op de knop.
Zie voor meer informatie de paragraaf
“Diefstalalarm” in dit hoofdstuk.
fig. 72
F0P0063m
PARKEERSENSOREN
UITSCHAKELEN (indien aanwezig)
Als u op de knop fig. 72op de midden-
console drukt, wordt de werking van de
parkeersensoren uitgeschakeld.
Als het systeem is uitgeschakeld, brandt
het lampje op de knop.
Druk nogmaals op de knop om ze weer in
te schakelen.
BELANGRIJKDe instelling voor de par-
keersensoren (in- of uitgeschakeld) wordt
opgeslagen in het systeem bij het uitzet-
ten van de motor.
fig. 73
F0P0062m
CENTRALE VERGRENDELING
VAN ZIJSCHUIFDEUREN EN
ACHTERDEUREN
(indien aanwezig)
U kunt de centrale vergrendeling van de
zijschuifdeuren en achterdeuren inscha-
kelen door de knop fig. 71op de mid-
denconsole in te drukken, onafhankelijk
van de stand van de contactsleutel.
Het lampje op de knop gaat branden als
deze functie wordt ingeschakeld.
Druk de knop nogmaals in om de deuren
te ontgrendelen.fig. 71
F0P0061m
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 65
Page 70 of 227

66VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Als u geen brandstoflekkage waarneemt
en de auto kan nog verder rijden, ga dan
als volgt te werk om de brandstoftoevoer
weer te herstellen: ❒
draai de sleutel in stand S;
❒
neem de contactsleutel uit, steek de
sleutel weer in het contactslot en start
de motor op de normale wijze.
BRANDSTOFONDERBR
EEKSCHAKELAARDeze veiligheidsschakelaar, die geregeld
wordt door de regeleenheid van het air-
bagsysteem, werkt bij een botsing (onge-
acht de richting) van een bepaalde omvang,
waardoor de toevoer van brandstof wordt
gestopt en de motor afslaat.
Op het instelbare multifunctionele display
verschijnt een bericht als de brandstof-
noodschakelaar inschakelt.
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of merkt
dat het brandstofsysteem lekt, herstel
dit systeem dan niet, zodat brand
wordt voorkomen.
ATTENTIE!
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 66
Page 71 of 227

67
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
fig. 75
F0P0066m
fig. 74
F0P0065m
fig. 76/a
F0P0067m
INTERIEURUITRUSTINGDASHBOARDKASTJE
fig. 74-75
Trek aan de handgreep A-fig. 74om het
dashboardkastje te openen.
In de klep zitten uitsparingen waarin u als
de auto stilstaat bekers en blikjes kunt
plaatsen, en een pennenhouder.
Het dashboardkastje is voorzien van een
slot. U kunt het slot met de contactsleu-
tel bedienen.
OPBERGVAKKEN
Boven de zonnekleppen bevinden zich op-
bergvakken voor het snel opbergen van
lichte voorwerpen (bijv. documenten, we-
genkaarten enz.).
Afhankelijk van het uitrustingsniveau kun-
nen de opbergvakken zijn voorzien van
een klep A-fig. 76/a.
BELANGRIJKHet opbergvak is ont-
worpen voor een belasting tot maximaal 3
kg per zijde. Plaats er geen zwaardere
voorwerpen in en houdt u er niet aan vast.
Gebruik de handgrepen aan de zijkant
voor ondersteuning.
fig. 76/b
F0P0346m
PASSENVAK
Beschikbaar afhankelijk van het uitrus-
tingsniveau van de auto. Het middelste vak sluit aan bij de “op-
bergtunnel” voor het vervoer van lange en
lichte voorwerpen (elektriciteitspijpen,
kunststof leidingen enz.): wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 67