DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Remsysteempermanent, in
combinatie met het
S
t
o
P
-lampje.Het remvloeistofniveau is te laag.
Stop onmiddellijk op een veilige plek.
Vul het niveau bij met remvloeistof voorzien van een
artikelnummer van CI
tro
Ën.
A
ls het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door
eengekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
A
bS e
n het S
t
o
P
-lampje.er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (ebD ).Stop onmiddellijk op een veilige plek.
Laat het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.ri
jd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)knippert. De eS P-/ASr- regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit.
permanent, gekoppeld
aan het branden van het
lampje van de toets "ESP
OFF" in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding op het scherm.Het eSP-/ASr- systeem is defect. Laat het systeem controleren door het CIt roËn-
n etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
31
DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Airbagstijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.ra
adpleeg het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent.
er i
s een storing in een van de airbags
of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
of losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.De bestuurder en/of de voorpassagier
heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.tr ek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Stuurbekrachtigingpermanent.er i
s een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging.ri jd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CIt roËn- netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de
volgende parameters worden geselecteerd:
-
i
nstellen lichtsterkte-video,
-
i
nstellen datum en tijd,
-
k
iezen van eenheden.Wanneer het brandstofverbruik in
mpg wordt weergegeven, wordt de
op het display getoonde informatie
met betrekking tot de snelheid en de
afstand in respectievelijk mph en mijlen
weergegeven. In verband met de veiligheid mag de
bestuurder de instellingen aan het
multifunctionele display alleen bij
stilstaande auto verrichten.
Ta a l k e u z e
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal van
de weergave van het display worden gewijzigd
door een keuze te maken uit de lijst met
beschikbare talen.
Als uw Autoradio is ingeschakeld en dit menu
is geselecteerd, kunt u uw handsfree set
configureren (koppelen), de verschillende
telefoonindexen (gesprekkenlijst, diensten, ...)
raadplegen en uw telefoongesprekken voeren
(gesprek aannemen, gesprek beëindigen, duo-
gesprek, functie ruggespraak, ...).
ra
adpleeg de rubriek "Autoradio" voor meer
informatie over de toepassing "
te
lefoon".
Menu "Telefoon"
Datum en tijd instellen
F Sel ecteer de functie " Instellen datum en
tijd " met de toets " 5" of " 6".
F
D
ruk op "OK" om te bevestigen.
F
S
tel de parameters één voor één in met de
toetsen " 7" en " 8" en bevestig vervolgens
met de toets "OK" .
F
Sel
ecteer vervolgens de optie "OK" op het
scherm en bevestig.
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Configuratie display
Met dit menu kunt u een kleur voor het scherm
kiezen, de lichtsterkte instellen, de datum en
tijd instellen en de eenheden voor de afstand
(km of mijl), het brandstofverbruik (l/100 km,
mpg of km/l) en de temperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit) instellen.
Datum en tijd
F
D
ruk op de toets "SETUP"
F
Sel
ecteer " Configuratie display " en druk
op de rolknop om te bevestigen.
F
Sel
ecteer de functie " Datum en tijd
instellen " en druk op de rolknop om te
bevestigen.
F
S
tel de parameters één voor één in met de
pijltoetsen en bevestig ze vervolgens door
op de rolknop te drukken.
Als u " Synchronisatie minuten met GPS "
selecteert, worden de minuten automatisch
afgestemd op de van de GPS-satellieten
ontvangen tijd.
Instellen spraaksynthese
Met dit menu kunt u het volume van de
gesproken navigatie-aanwijzingen instellen en
het type stem (man of vrouw) selecteren.
Ta a l k e u z e
Via dit menu kunt u uit een lijst een taal voor
het display selecteren.
Menu "SETUP"
F Druk op de toets "SETUP" om naar het
configuratiemenu te gaan. Dit menu biedt
toegang tot de volgende functies:
-
"Configuratie display ",
-
"Instellingen spraaksynthese ",
-
"Ta a l k e u z e ",
-
"Parameters auto ",
-
"Boordcomputer ".
DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
De automatische transmissie kan
beschadigd raken:
-
a
ls u gelijktijdig het gas- en het
rempedaal intrapt,
-
a
ls u, wanneer de accu geen
stroom levert, de selectiehendel
geforceerd in de stand P of een
andere stand zet.
Als u langere tijd stilstaat met draaiende
motor (files...), kunt u, om brandstof te
besparen, de selectiehendel in de stand
N zetten en de handrem aantrekken.
Als de selectiehendel niet in de
stand P staat, verschijnt bij het
openen van het bestuurdersportier
of na ongeveer 45
seconden een
waarschuwingsmelding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de stand
P ; de melding verdwijnt.
ri
jd stapvoets wanneer u op een
ondergelopen weg rijdt of een beek
doorkruist.
Storing
Handmatig schakelen
Als bij aangezet contact dit
verklikkerlampje gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display, duidt dit
op een storing in de transmissie.
In dit geval werkt de transmissie met een
noodprogramma en blijft de 3e versnelling
ingeschakeld.
u kunt dan een hevige schok voelen
bij het selecteren van R vanuit de stand P, of R vanuit
de stand N . Dit beschadigt de transmissie niet.
rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
ra
adpleeg zo snel mogelijk het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
F
S
electeer de stand M om sequentieel
te
schakelen tussen de vier versnellingen.
F
D
uw de selectiehendel naar het symbool +
om één versnelling op te schakelen.
F
t
r
ek de selectiehendel naar het symbool
- om één versnelling terug te schakelen.
Het schakelen naar een andere versnelling
kan alleen als de snelheid van de auto en
het toerental van de motor dit toestaan,
anders wordt er tijdelijk overgegaan op de
automatische bediening. Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).
D en verschijnen achtereenvolgens
de ingeschakelde versnellingen.Parkeren van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u de
selectiehendel in de stand P of N bewegen om
de neutraalstand te selecteren.
tr
ek in beide gevallen de handrem aan om de
auto stil te zetten.
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en vervolgens wordt de werkelijk
ingeschakelde versnelling weergegeven.
er k
an elk moment van de stand D (rijden in de
automatische stand) naar de stand M (rijden in
de handbediende stand) worden geschakeld.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
transmissie automatisch de stand M1 .
De programma's Sport en Sneeuw kunnen niet
worden ingeschakeld in de handbediende stand.
DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
Achteruitrijcamera
De achteruitrijcamera is een hulpmiddel
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.Maak de achteruitrijcamera regelmatig
schoon met een zachte, droge doek.
De achteruitrijcamera wordt automatisch geactiveerd
wanneer de versnellingsbak in de achteruit staat.
De beelden van de camera worden in kleur
weergegeven op het scherm van het navigatiesysteem.
De afstand tussen de blauwe strepen
correspondeert met de breedte van uw auto
zonder de buitenspiegels.
De blauwe strepen geven de rijrichting van de
auto weer.
De rode steep geeft een ruimte van 30
cm direct
achter de achterbumper van uw auto weer. Het
geluidssignaal wordt continu hoorbaar als een
obstakel binnen deze ruimte komt.
De groene strepen geven een afstand van circa
1
en 2 meter weer achter de achterbumper van
uw auto.
155
DS3_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan een
bepaalde grenswaarde.
Het systeem zorgt er dan voor dat de benodigde
bedieningskracht minder wordt en dat de
effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
tr
ap het rempedaal bij een noodstop
zeer krachtig in en laat het pedaal niet
los.
Stabiliteitscontrolesystemen
Antislipregeling
(ASR) en elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP)
De antislipregeling verbetert de tractie van de
wielen om doorslippen te voorkomen, door in
te grijpen op de remmen van de aangedreven
wielen en op het motorkoppel.
Het elektronisch stabiliteitsprogramma grijpt
in via de remmen van één of meer wielen en
via het motorkoppel om de auto (binnen de
grenzen van de natuurkundige wetmatigheden)
weer in de juiste koers te brengen.Inschakelen
De systemen worden automatisch ingeschakeld
zodra de motor wordt gestart.
De systemen worden geactiveerd zodra de wielen
te weinig grip hebben of de koers van de auto afwijkt
van de door de bestuurder gewenste richting.
In dat geval gaat dit controlelampje
op het instrumentenpaneel
knipperen.
Veiligheid
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,...)
kan het nuttig zijn de systemen AS
r
en e SP uit
te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen
en weer grip kunnen krijgen.
F
D
ruk op de knop "ESP OFF" , die zich links
onder het stuur bevindt.
Als het controlelampje van de knop brandt, zijn
de systemen AS
r
en e SP uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen:
Deze systemen worden automatisch weer
ingeschakeld als het contact opnieuw wordt
aangezet of vanaf 50 km/h, behalve bij
uitvoeringen met een 1,6
liter benzinemotor
(
tH
P 155, t
H
P 150, t
H
P 160) en de r
A
CI
nG
.
F
D
ruk nogmaals op de knop "ESP OFF"
om de systemen handmatig weer in te
schakelen.
Storing
De systemen ASr en e SP zorgen
voor meer veiligheid tijdens het rijden.
De bestuurder mag zich echter nooit
laten verleiden tot het nemen van meer
risico's of tot te hard rijden.
De goede werking van de systemen
wordt verzekerd door het naleven van
de voorschriften van de constructeur
ten aanzien van:
-
d
e wielen (banden en velgen),
-
d
e onderdelen van het
remsysteem,
-
de
elektronische componenten,
-
p
rocedures voor montage en
werkzaamheden.
Laat de systemen na een aanrijding
controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als dit lampje op het instrumentenpaneel
en het controlelampje van de knop
"ESP OFF" gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display, duidt dit op een
storing in deze systemen.
Laat de systemen controleren door het CIt roËn-
n etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.