Page 105 of 271

Instrumenten en bedieningsorganen103
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er een bericht op het display en gaat het controle‐
lampje Y op de brandstofmeter bran‐
den.
Wanneer er onmiddellijk moet wor‐
den bijgetankt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat op het dis‐
play blijft staan. Daarbij gaat de con‐
trolelamp Y op de brandstofmeter
knipperen 3 98.
Actieradius brandstof LPG-versie
Weergave van de totale actieradius
brandstof bij benadering voor elke
brandstoftank (LPG en benzine). Een
te laag brandstofpeil in een van de
tanks wordt aangegeven door
GERING in het betreffende gedeelte.
Brandstofpeil LPG-versie
Weergave van het brandstofpeil in
procenten voor de brandstofsoort die
momenteel niet wordt gebruikt, bijv. in de benzinemodus wordt het brand‐
stofpeil voor LPG weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's met LPG-motoren: Het mo‐
mentane verbruik wordt aangegeven
voor de momenteel geselecteerde
modus: LPG of benzine.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐ heid. De meting kan op elk momentopnieuw worden gestart.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
Klok
Weergave van actuele tijd.Alleen aangeduid als geen Infotain‐
mentsysteem beschikbaar is.
Temperatuur
Weergave van actuele buitentempe‐
ratuur.
Alleen aangeduid als geen Infotain‐
mentsysteem beschikbaar is.
Lege pagina
Geeft een lege pagina zonder enige
informatie weer.
Informatie- menu voertuig
Druk op MENU om Informatiemenu
voertuig ? te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een subpa‐ gina te selecteren.
De onderstaande lijst bevat alle mo‐
gelijke pagina's van Informatie- menu
voertuig . Sommige zijn voor uw spe‐
cifieke auto wellicht niet beschikbaar.
Volg de instructies in de submenu's. ■ eenheid
■ snelheidswaarschuwing
■ resterende levensduur olie
■ bandenspanning
Page 106 of 271

104Instrumenten en bedieningsorganen
■ draagvermogen band
■ afstand tot voorligger
■ verkeersbordherkenning
■ taal
Selectie en aanduiding is verschillend tussen Midlevel- en Uplevel-display.
Eenheid
Druk op SET/CLR terwijl de pagina
wordt weergegeven. Selecteer En‐
gels (eenheid 1) of metriek
(eenheid 3) door aan het stelwiel te draaien. Druk op SET/CLR om de
eenheid in te stellen.
SnelheidswaarschuwingHet snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt bij het overschrijden van
een ingestelde snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op SET/CLR te drukken terwijl
de pagina wordt weergegeven. Draai
aan het stelwiel om de waarde te se‐
lecteren. Druk op SET/CLR om de
snelheid in te stellen.
Bij het overschrijden van de geselec‐
teerde maximumsnelheid klinkt er
een geluidssignaal. Na het instellen
van de snelheid kan deze functie wor‐
den uitgeschakeld door tijdens het
bekijken van deze pagina op
SET/CLR te drukken.
Resterende levensduur olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het getal in % staat
voor de huidige resterende levens‐
duur van de olie en geeft aan wan‐
neer de motorolie en het filter moeten worden ververst/vervangen 3 90.
Bandenspanning
Onderweg wordt de bandenspanning van alle wielen op deze pagina weer‐
gegeven 3 217.Draagvermogen band
Het bandenspanningsdisplay selec‐
teert de bandenspanningscategorie
Licht , Eco of Max op basis van de hui‐
dige bandenspanning. Selecteer de
categorie door aan het stelwiel te
draaien. Druk op SET/CLR om de ca‐
tegorie in te stellen 3 217.
Afstand tot voorligger
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 162.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 175.
Taal
Selecteer de voorkeurtaal als de
weergegeven taal.
Alleen beschikbaar als de auto niet is uitgerust met een Infotainmentsys‐
teem.
Informatiemenu ECO Druk op MENU om Informatiemenu
ECO @ te selecteren.
Page 107 of 271

Instrumenten en bedieningsorganen105
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren.
Volg de instructies in de submenu's. ■ zuinigheidstrend
■ brandstofverbruik
■ grootste verbruikers
Zuinigheidstrend
Deze pagina geeft een grafiek weer
van de laatste 10 opgenomen gemid‐
delde brandstofverbruikswaarden per 100 km.
Gevulde segmenten tonen het ver‐
bruik in stappen van 5 km en laten de gevolgen van de terreingesteldheid ofhet rijgedrag op het brandstofverbruik
zien.
De grafiek kan worden teruggesteld
door op SET/CLR te drukken.
Brandstofverbruik
Geeft het gemiddelde brandstofver‐ bruik aan sinds de reset van de laat‐
ste bestuurder vergeleken met de
beste gemiddelde brandstofver‐
bruikswaarde. Houd SET/CLR inge‐
drukt terwijl u deze pagina bekijkt, om het gemiddelde brandstofverbruik te‐
rug te stellen.
Als u kort op SET/CLR drukt, veran‐
dert de afstand met 10, 25 of 50 km.
Bovendien wordt de actuele ver‐
bruikswaarde weergegeven.
Grootste verbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers ver‐
schijnt in aflopende volgorde. De mo‐
gelijke brandstofbesparing wordtaangegeven. Een uitgeschakelde
verbruiker verdwijnt van de lijst en de
verbruikswaarde wordt bijgewerkt.
Onder bepaalde omstandigheden ac‐ tiveert de motor de achterruitverwar‐ming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarming aan‐
geduid als een van de grootste ver‐
bruikers, zonder dat de bestuurder
deze heeft geactiveerd.
Colour-Info-Display
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een Colour-Info-
Display met aanraakschermfunctio‐
naliteit.
Page 108 of 271

106Instrumenten en bedieningsorganen
Het Colour-Info-Display met aanraak‐
schermfunctionaliteit geeft in kleur
aan:
■ tijd 3 84
■ buitentemperatuur 3 83
■ datum 3 84
■ aanduiding achteruitkijkcamera 3 173
■ instructies m.b.t. de parkeerhulp en
de geavanceerde parkeerhulp
3 163
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 129
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐
ving in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem
■ systeemberichten
■ boordinformatie 3 107
■ persoonlijke instellingen 3 111
Het type informatie en de weergave
daarvan is afhankelijk van de gecon‐
figureerde instellingen.
Menu's en instellingen
selecteren Via het display van het aanraak‐
scherm hebt u toegang tot menu's en
instellingen.Druk op ;: pagina Home verschijnt.
Op schermpictogram Instellingen tik‐
ken: Menupagina Instellingen ver‐
schijnt. Selecteer een instelling door erop te tikken.
Tik nogmaals op een geselecteerde
instelling of waarde om deze te be‐
vestigen.
Druk op displaytoets q om een menu
of instelling af te sluiten zonder het
laatste teken in een tekenreeks te wij‐ zigen of te wissen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op displaytoets q te
drukken of door na het bevestigen
van de wijzigingen op ; te drukken.
Persoonlijke instellingen 3 111.
Opgeslagen instellingen 3 24.
Graphic-Info-Display
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een Graphic-
Info-Display.
Page 109 of 271

Instrumenten en bedieningsorganen107
Het Graphic-Info-Display geeft aan:■ tijd 3 84
■ buitentemperatuur 3 83
■ datum 3 84
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 129
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding van het Info‐
tainmentsysteem
■ persoonlijke instellingen 3 111
Menu's en instellingen
selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
Druk op CONFIG om: Menupagina
Instellingen verschijnt.
Draai aan knop MENU-TUNE voor
selecteren van een instelling of
waarde.
Druk op toets MENU-TUNE voor be‐
vestigen van een instelling of waarde.
Druk op BACK om een menu of in‐
stelling af te sluiten zonder het laatste teken in een tekenreeks te wijzigen ofte wissen. Druk enkele seconden op
de toets om de gehele invoer te wis‐
sen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op BACK te drukken of
door na het bevestigen van de wijzi‐
gingen op CONFIG te drukken.
Persoonlijke instellingen 3 111.
Opgeslagen instellingen 3 24.
Boordinformatie
Meldingen worden voornamelijk
weergegeven op het Driver Informa‐
tion Center (DIC); in sommige geval‐
len samen met een waarschuwings‐
zoemer.
Druk op SET/CLR , MENU of draai
aan het stelwiel om een bericht te be‐ vestigen.
Page 110 of 271

108Instrumenten en bedieningsorganen
Boordinformatie op Base- en
Midlevel-display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie1Motorolie verversen3Koelvloeistofpeil te laag4Airconditioning UIT5Stuurwiel is geblokkeerd7Draai aan het stuurwiel, schakel
de ontsteking uit en weer inNr.Boordinformatie9Draai aan het stuurwiel, start de motor opnieuw12Auto overbeladen13Compressor oververhit15Derde remlicht defect16Remlicht defect17Koplampverstelling defect18Linker dimlicht defect19Mistachterlicht defect20Rechter dimlicht defect21Zijmarkeringslicht links defect22Zijmarkeringslicht rechts defect23Achteruitrijlicht defect24Kentekenverlichting defect25Richtingaanwijzer linksvoor
defect26Richtingaanwijzer linksachter
defect27Richtingaanwijzer rechtsvoor
defectNr.Boordinformatie28Richtingaanwijzer rechtsachter
defect29Controleer remlicht aanhanger30Controleer achteruitrijlicht
aanhanger31Controleer linker richtingaan‐
wijzer aanhanger32Controleer rechter richtingaan‐
wijzer aanhanger33Controleer mistachterlicht
aanhanger34Controleer achterlicht
aanhanger35Vervang batterij in handzender48Reinig blindehoekdetectiesys‐
teem49Lane Departure Warning werkt
niet53Draai tankdop vast54Water in dieselbrandstoffilter55De roetfilter is vol 3 142
Page 111 of 271

Instrumenten en bedieningsorganen109
Nr.Boordinformatie56Ongelijke bandenspanning op
vooras57Ongelijke bandenspanning op
achteras58Banden zonder TPMS-
sensoren herkend59Open en sluit portierruit
bestuurder60Open en sluit portierruit voor‐
passagier65Poging tot diefstal66Service diefstalalarmsysteem67Service stuurslot68Service stuurbekrachtiging75Service airconditioning76Service blindehoekdetectiesys‐
teem79Vul motorolie bij81Service versnellingsbak82Vervang motorolie binnenkort84Motorvermogen beperktNr.Boordinformatie89Onderhoud spoedig94Schakel in parkeerstand
voordat u de auto verlaat95Service airbag128Motorkap open134Parkeerhulpstoring, bumper
reinigen136Onderhoud aan parkeerhulp
uitvoeren145Controleer het sproeiervloei‐
stofpeil174Accu bijna leeg258Parkeerhulp uit
Boordinformatie op Uplevel-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐ gende onderwerpen:
■ serviceberichten
■ vloeistofpeilen
■ diefstalalarmsysteem
■ remmen
■ rijregelsystemen
■ cruise control, snelheidsbegrenzer
■ frontaanrijdingswaarschuwing
■ parkeerhulpsystemen
■ verlichting, gloeilamp vervangen
■ wis-/wasinstallatie
■ portieren, ruiten
■ blindehoeksysteem
■ verkeersbordherkenning
■ Lane Departure Warning
■ handzender
■ veiligheidsgordels
■ airbagsystemen
■ motor en versnellingsbak ■ bandenspanning
■ roetfilter
■ accustatus
Page 112 of 271

110Instrumenten en bedieningsorganen
Boordinformatie op het Colour-Info-Display
Sommige belangrijke berichten ver‐
schijnen ook op het Colour-Info-Dis‐
play. Sommige berichten verschijnen
slechts gedurende enkele seconden.
Geluidssignalen Bij het starten van de motor oftijdens het rijden Er klinkt maar één geluidssignaal te‐
gelijk.
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐
oriteit boven alle andere geluidssig‐
nalen.
■ Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
■ Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep niet
goed gesloten is.
■ Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
■ Wanneer u een geprogrammeerde snelheid overschrijdt.■ Wanneer er een waarschuwings‐bericht verschijnt op het Driver In‐
formation Center (DIC) of op het in‐
fodisplay.
■ Wanneer de parkeerhulp een ob‐ stakel herkent.
■ Bij een onbedoelde rijstrookwissel.
■ Na het inschakelen van de achter‐ uitversnelling en het uittrekken van
de achterdrager.
■ Als het roetfilter de maximale ver‐ zadigingsgraad bereikt.
Bij het parkeren van de auto
en/of het openen van het
bestuurdersportier ■ Als de contactsleutel nog in het contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde rijverlichting.
Tijdens een Autostop ■ Als het bestuurdersportier geopend
is.
Batterijspanning Uplevel-displayWanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt op het Driver Information Center.
Base- en Midlevel-display
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwings
code 174 op het Driver Information
Center.
1. Schakel onmiddellijk elektrische verbruikers uit die niet nodig zijn
voor een veilige rit, bijv. de stoel‐
verwarming, achterruit- en voor‐
verwarming of andere hoofdver‐
bruikers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of door een oplaadapparaat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnen na‐
dat de motor twee keer na elkaar is
gestart zonder een spanningsval.
Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.