90Klimaatregeling
De aanjager kent 3 snelheden:0=uit3=hoge snelheid
Hulpverwarming
Koelvloeistofverwarming
De Eberspächer motor-onafhanke‐
lijke, met brandstof aangedreven
koelwaterverwarming levert snelle verwarming van de koelvloeistof omzo het interieur van de auto te ver‐warmen zonder dat de motor draait.
9 Waarschuwing
Werk niet met het systeem wan‐
neer u bijtankt, wanneer er stof of
brandbare dampen aanwezig zijn
of in gesloten ruimten (v.b. ga‐ rage).
Voordat u het systeem start of het
programmeert om te starten, dient u de klimaatregeling van de auto en de
luchtcirculatie op V te zetten.
Uitschakelen indien niet noodzakelijk.
De verwarming stopt meteen na de
geprogrammeerde werktijd. Deze
werkt ook niet meer als er te weinig brandstof in de tank zit.
Tijdens de werking wordt vermogen
van de voertuigaccu gebruikt. Rijd
daarom minimaal net zo lang als de
verwarming werkt. In geval van korte
ritten dient u de accu regelmatig te
controleren en indien nodig op te la‐
den.
Om een goede prestatie te verzeke‐
ren, moet u de hulpverwarming één
keer per maand laten werken.
Regeleenheden De timer of de afstandsbediening zet‐
ten het systeem aan en uit en worden gebruikt om specifieke vertrektijden
te programmeren.Timer1
X
Activeringsknop=Schakelt de re‐ geleenheid
aan/uit en wij‐
zigt de ge‐
toonde infor‐
matie.2 q Terug-knop=Selecteert
functies in de
menubalk en
past waarden
aan.3 Menubalk=Toont de te se‐
lecteren func‐
ties Y, x , P , Ö
en Y.
Klimaatregeling93
Programmeren P
U kunt maximaal 3 vooraf ingestelde
vertrektijden programmeren, ofwel
gedurende één dag of gespreid over
een week.
■ Selecteer P in de menubalk en be‐
vestig
■ Selecteer het gewenste vooraf in‐ gestelde geheugennummer 1, 2 of
3 en bevestig
■ Selecteer de dag en bevestig
■ Selecteer het uur en bevestig
■ Selecteer de minuten en bevestig
■ Selecteer Y of x en bevestig
■ Indien nodig kunt u voorafgaand aan het vertrek de duurtijd van de
werking aanpassen en bevestigt u
Het volgende vooraf ingestelde ge‐
heugennummer dat moet worden ge‐
activeerd, wordt onderlijnd en de
weekdag wordt getoond. Herhaal de procedure om de andere vooraf inge‐ stelde geheugennummers te pro‐
grammeren.Als u tijdens de procedure op X drukt,
verlaat u het programma zonder dat
de aanpassingen worden opgesla‐
gen.
Om een vooraf ingestelde vertrektijd
te wissen, volgt u de stappen voor
programmeren tot het verwarmings‐
symbool Y knippert. Druk op knop
q of r tot oFF in de display ver‐
schijnt en bevestig.
De verwarming stopt automatisch
5 minuten na de geprogrammeerde
vertrektijd.
Let op
Het afstandsbedieningssysteem is
voorzien van een temperatuursen‐
sor die de looptijd berekent volgens
de omgevingstemperatuur en het
gewenste verwarmingsniveau
(ECO of HIGH). Het systeem start automatisch tussen de 5 en
60 minuten die voorafgaan aan de
geprogrammeerde starttijd.Stel de weekdag, de tijd en de duurtijd
van de verwarming in Ö
Als de voertuigaccu afgekoppeld is of
als de spanning ervan te laag is, moet de eenheid opnieuw worden inge‐
steld.
■ Selecteer Ö en bevestig
■ Selecteer de weekdag en bevestig
■ Wijzig de uren en bevestig
■ Wijzig de minuten en bevestig
■ Wijzig de standaard verwarmings‐ tijd en bevestig
Verwarmingsniveau Y
Het gewenste verwarmingsniveau
voor geprogrammeerde vertrektijden
kan worden ingesteld op ECO of
HIGH.
Selecteer Y en bevestig. ECO of
HIGH knippert in de display. Pas aan
met knop q of r en bevestig.
175
Portieren....................................... 25
Profieldiepte ............................... 136
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 171
Regelmatig gebruik airconditioning .......................... 95
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 170
Remassistentie .......................... 106
Rem- en koppelingsvloeistof ......153
Remmen ............................ 104, 125
Remsysteem ................................ 74
Remvloeistof .............................. 125
Reservewiel ............................... 143
Richtingaanwijzers ................. 73, 84
Richtingaanwijzers vooraan ......129
Roetfilter ...................................... 99
Ruiten ........................................... 31
Rijgedrag en aanhangertips ......116
Rijverlichting ................................ 12
S Schuifdeur ................................... 25
Service ................................. 95, 151
Service-display ............................ 70
Service-indicatie .......................... 74
Service-informatie ...................... 151
Sjorogen ...................................... 60Sleepoog.................................... 146
Sleutels ........................................ 19
Sleutels, sloten ............................. 19
Sneeuwkettingen .......................138
Snelheidsmeter ............................ 68
Spiegels .................................. 29, 31
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................125
Startbeveiliging ............................ 29
Starten en bediening ....................97
Starthulp gebruiken ...................144
Stoelpositie .................................. 35
Stoelverstelling ........................7, 36
Stoelverwarming ........................... 37
Stoppen ....................................... 74
Storing ....................................... 104
Storingsindicatielamp ..................74
Stroomonderbreking ..................104
Sturen ........................................... 96
Stuurbedieningsknoppen .............63
Stuurbekrachtigingsvloeistof .....124
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 63
Symbolen ....................................... 4
T
Tachograaf ................................... 81
Tanken ....................................... 114
Technische gegevens ................160
Te laag brandstofpeil ...................76Toerenteller ................................. 69
Top-Tether-bevestigingsogen ......57
Traction Control .........................106
Trekhaak .................................... 117
Trekken............................... 116, 146
Trekken van een aanhanger ......116
Trekstang.................................... 116
Tripcomputer ............................... 79
Triple-Info-Display .......................77
Typeplaatje ................................ 156
U
Uitlaatgassen ................................ 99
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 137
Vaste uitstroomkanalen ...............94
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................41
Veiligheidsnet .............................. 60
Velgen en banden .....................135
Ventilatie ....................................... 87
Ventilatieopeningen ......................94
Verbanddoos ............................... 61
Vergrendelingssysteem ...............27
Verlichting ..................................... 82
Verlichting instrumentenpaneel . 132
Versnellingsbak ........................... 16