2. Selecteer na het laden van het mo-
biele telefoonboek de optie Phone-
book (Telefoonboek) vanuit het
hoofdscherm Phone (Telefoon) en se-
lecteer daarna het betreffende num-
mer. Kies de + naast het te selecteren
nummer om de pop-up met opties
weer te geven. Selecteer "Add to Fa-
vorites" (Aan favorieten toevoegen) in
de pop-up.
OPMERKING: Als de lijst met fa-
vorieten vol is, wordt u gevraagd
een favoriet uit de lijst te verwijde-
ren.3. Selecteer Phonebook (Telefoon-
boek) vanuit het hoofdscherm Phone
(Telefoon). Kies vanuit het scherm
Phonebook (Telefoonboek) de
schermtoets "Favorites" (Favorieten)
en hierna de schermtoets + rechts van
de telefoonboekvermelding. Selecteer
een lege plaats en kies de + bij deze
plaats. Wanneer de pop-up Opties
verschijnt, raakt u optie "toevoegen
van mobiel" aan. Daarna wordt u ge-
vraagd welke contactpersoon en welk
nummer uit het telefoonboek van uw
mobiele telefoon moeten worden ge-
kozen. Vervolgens wordt de nieuwe
favoriet getoond.
Een favoriet verwijderen
1. Selecteer Phonebook (Telefoon-
boek) in het hoofdscherm Phone (Te-
lefoon) om een favoriet te verwijde-
ren.
2. Selecteer daarna Favorites (Favo-
rieten) links in het scherm en kies
daarna de schermtoets + Options
(Opties).
3. Kies de + naast de favoriet die u
wilt verwijderen.
4. De pop-up Options (Opties) ver-
schijnt. Kies "Remove from Favs"
(Uit favorieten verwijderen).
FUNCTIES
TELEFOONGESPREKKEN
De volgende functies zijn toegankelijk
via Uconnect® Phone, indien deze
functies worden ondersteund door
Bluetooth® en de services van uw mo-
biele telefoon. Als via uw mobiele te-
lefoon bijvoorbeeld drieweggesprek-
ken mogelijk zijn, is deze functie ook
toegankelijk via Uconnect® Phone.
Neem contact op met de leverancier
van uw mobiele telefoon voor infor-
matie over de beschikbare functies op
uw telefoon.
96
kiezen met behulp van de cijfertoet-
sen of de recente oproepen, SMS-
inbox of vanuit het telefoonboek.
Raadpleeg de paragraaf "Wisselge-
sprek voeren" voor informatie over
het terugschakelen naar het eerste ge-
sprek. Raadpleeg "Gesprekken sa-
menvoegen" voor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten /
uit de wacht halen
Kies tijdens een actief gesprek de
schermtoets "Hold" (In wacht) in het
hoofdscherm Phone (Telefoon).
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken actief zijn (één
actief en de andere in de wacht), kiest
u de schermtoets Swap (wisselen) in
het hoofdscherm Phone (telefoon). Er
kan slechts één gesprek tegelijk in de
wacht gezet worden.
U kunt ook de toets
indrukken om
tussen het actieve gesprek en het ge-
sprek in de wacht te schakelen. Gesprekken samenvoegen
Wanneer er twee gesprekken actief
zijn (één actief en de andere in de
wacht), kiest u de schermtoets "Join
Calls" (Gesprekken samenvoegen) in
het hoofdscherm Phone (Telefoon)
om alle gesprekken te combineren in
een vergadergesprek..
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen
drukt u kort op de toets
of kiest u
de schermtoets End (Beïndigen). Al-
leen actieve gesprekken worden dan
beëindigd en als er een gesprek in de
wacht is gezet wordt dit het nieuwe
actieve gesprek.
Opnieuw kiezen
Druk op de schermtoets "Redial" (op-
nieuw kiezen), of druk de
en zeg
na de prompt "Listening" (luistert)
en de daarop volgende pieptoon, "Re-
dial" (opnieuw kiezen).
Uconnect® Phone belt het laatst ge-
kozen nummer op uw mobiele tele-
foon. Voortzetting telefoongesprek
De functie "Voortzetting telefoonge-
sprek" maakt het mogelijk een tele-
foongesprek via Uconnect® Phone
voort te zetten nadat de contactscha-
kelaar naar de stand OFF is gedraaid.
OPMERKING: Het gesprek blijft
binnen het audiosysteem van de
auto actief tot de telefoon buiten
het bereik van de Bluetooth® ver-
binding komt. Wanneer u de auto
verlaat verdient het aanbeveling
de schermtoets "Transfer" (Door-
verbinden) te kiezen.
FUNCTIES VAN
UCONNECT® PHONE
Taalkeuze
Taal van Uconnect® Phone wijzigen:
Druk op de toetsom te beginnen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daarop volgende pieptoon
spreekt u de naam in van de taal die
u wilt gebruiken (Engels, Neder-
lands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans, indien aanwezig).
99
Pauzes, wachten of andere te-kens die door sommige telefoons
worden ondersteund worden
niet via Bluetooth® onder-
steund. Deze extra symbolen
worden tijdens het kiezen gene-
geerd.
Onderbreken — prompts negeren
De toets
kan worden gebruikt als
u een deel van een prompt wilt over-
slaan en de spraakbedieningsop-
dracht onmiddellijk wilt geven. Wan-
neer het systeem bijvoorbeeld zegt
"There are 2 numbers with the name
John. Say the full name" (Er zijn 2
nummers met de naam John. Spreek
de volledige naam uit.) kunt u op de
toets
drukken en zeggen, "John
Smith" om die optie te kiezen zonder
naar de rest van de prompt te hoeven
luisteren.
Voice Response Length (Lengte
voor reactie op spraakbediening)
U kunt kiezen tussen korte en gede-
tailleerd. 1. Kies de schermtoets More (meer,
indien aanwezig) en daarna de
schermtoets Settings (instellingen),
2. Kies de schermtoets "Display" en
scroll vervolgens omlaag naar Voice
Response Length (Lengte voor reactie
op spraakbediening),.
3. Kies "Brief" (Kort) of "Detailed"
(Gedetailleerd) door het vakje naast
de selectie aan te raken. Een vinkje
geeft uw selectie weer.
Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van
uw telefoon en netwerk wanneer u
probeert een oproep tot stand te
brengen via Uconnect® Phone. De
status wordt aangeduid voor de sig-
naalsterkte van het netwerk en de sta-
tus van de telefoonaccu.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
WAARSCHUWING!
Voor het comfort en gemak van u en
uw passagiers is uw nieuwe auto
uitgerust met vele voorzieningen.
Gebruik deze functies alleen wan-
neer als het veilig is. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd
Uconnect® Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter voor-
zichtig te werk gaan en zorgen dat u
de veiligheid niet in gevaar brengt).
Als u een nummer kiest via de gekop-
pelde mobiele Bluetooth® telefoon,
wordt het geluid hoorbaar via het au-
diosysteem van uw auto. Uconnect®
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
spraakbedieningsopdracht.
102
OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect®
Phone. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. De gebruiker
heeft dan, ook als het nummer
goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, ter-
wijl deze in feite al tot stand is
gebracht. Zodra de oproep wordt
beantwoord, hoort u het geluid.
Dempen/dempen uit
Wanneer u het geluid van Uconnect®
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Om
Uconnect® Phone te dempen, kiest u
de toets Mute (Dempen) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect®Phone, zonder het gesprek te beëindi-
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
verbinden van uw gekoppelde mo-
biele telefoon met Uconnect® Phone
of omgekeerd, kiest u de toets Trans-
fer (Doorverbinden) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
De verbinding tussen Uconnect®
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Wanneer u de Bluetooth® verbinding
tussen een aan Uconnect® gekop-
pelde mobiele telefoon en Uconnect®
Phone tot stand wilt brengen of wilt
verbreken, volg dan de aanwijzingen
in de gebruikershandleiding van uw
mobiele telefoon.
WAT U MOET WETEN
OVER UW Uconnect®
PHONE
Spraakbediening
Voor optimale prestaties stelt u de
achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen). Wacht altijd op de pieptoon voor u
begint spreken.
Spreek op normale toon, zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek
voert met iemand die een meter of
twee van u vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakbediening.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of normale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Hoewel het systeem ontworpen is voor verschillende accenten, is het
mogelijk dat het systeem voor som-
mige mensen niet altijd werkt.
103
Tijdens het navigeren door een ge-automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
roept, moet u erop letten dat u vóór
het inspreken van reeks het woord
"Send" (Verzend) zegt.
Het wordt afgeraden namen in het telefoonboek met favorieten op te
slaan tijdens het rijden.
De herkenning van de namen in het telefoonboek (mobiel en favorie-
ten) is optimaal wanneer de namen
niet op elkaar lijken.
U kunt "O" (de letter "O") zeggen in plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
In een open auto kan de geluids- kwaliteit van het systeem minder
goed zijn als het dak naar beneden
is. Geluidskwaliteit achterin
De geluidskwaliteit is het beste:
bij lage of matige stand van deaanjager,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuur- dersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in
hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van Uconnect® Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door het volume in de
auto te verlagen.
Bij cabrioletmodellen kan de ge- luidskwaliteit van het systeem te
wensen overlaten tijdens het rijden
met open dak. Beantwoording gesproken
tekstberichten
Uconnect® Phone kan nieuwe berich-
ten op uw telefoon voorlezen of ver-
zenden.
Uw telefoon moet SMS via
Bluetooth® ondersteunen om van
deze functie gebruik te kunnen ma-
ken. Als de Uconnect® Phone vast-
stelt dat uw telefoon niet compatibel
is met SMS via Bluetooth® is de toets
"Messaging" (Tekstberichten) niet
beschikbaar en kan geen gebruik wor-
den gemaakt van deze functie.
OPMERKING: Uconnect® Phone
SMS is alleen beschikbaar wan-
neer de auto niet in beweging is.
104
Overzicht van de kant-en-klare be-
richten:
1. Yes (Ja).
2. No (Nee).
3. Okay (OK).
4. I can't talk right now (Ik kan nu
niet spreken).
5. Call me (Bel me).
6. I'll call you later" (Ik bel je staks).
7. I'm on my way (Ik ben onderweg).
8. Thanks (Bedankt).
9. I'll be late (Ik kom later).10. I will be
(Ik kom
11. See you in
(Tot over
12. Stuck in traffic (Sta in de file).
13. Start without me. (Begin maar
zonder mij).
14. Where are you? (Waar ben je?).
15. Are you there yet? (Ben je er al?).
16. I need directions (Ik heb aanwij-
zingen nodig).
17. I'm lost (Ik ben verdwaald).
18. See you later (Tot straks).Communicatieverbinding
Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en Uconnect® Phone kan soms
worden verbroken. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactschakelaar van de
stand OFF naar de stand ON of ACC
heeft gedraaid of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien
seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
106
STRUCTUUR GESPROKEN OPDRACHTEN
OPMERKING:
1.
U kunt "AM" vervangen door
"FM" of, indien aanwezig, kunt u
"SW" of "LW" zeggen.
2. U kunt "iPod" vervangen dooriedere andere spelerbron:
"USB", "SD Card", "AUX" of
"Bluetooth".
3. U kunt "950 AM" door iedere andere AM- of FM-frequentie
vervangen, bijvoorbeeld "98.7". 4. Beschikbare spraakbedie-
ningsopdrachten worden vetge-
drukt en met een grijze arcering
weergegeven.
112
DOOR DE KLANT TE
PROGRAMMEREN
FUNCTIES — Uconnect®
8.4 INSTELLINGEN
Kies de schermtoets "More" (meer) en
daarna op de schermtoets "Settings"
(Instellingen) om het scherm voor het
instellen van menu's weer te geven. In
deze modus hebt u via het Uconnect®
systeem toegang tot programmeer-
bare functies die op uw auto aanwezig
kunnen zijn, zoals scherm, klok,
veiligheid/hulp, verlichting, portieren
en sloten, motor afzetten, kompasin-
stellingen, audio en telefoon/
Bluetooth.
OPMERKING: Er kan telkens
slechts één onderdeel van het aan-
raakscherm tegelijk worden weer-
gegeven.Kies een schermtoets om de gewenste
modus te activeren. Zodra de ge-
wenste modus actief is, kunt u een
instelling kiezen tot er een vinkje
naast de instelling wordt weergege-
ven. Dit geeft aan dat de instelling is
gekozen.
Nadat de instelling is voltooid, kiest u
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren of kiest u de schermtoets X om
het instellingenscherm te sluiten. U
kunt een instelling selecteren door de
schermtoets Omhoog of Omlaag te
kiezen.
Display (scherm)
Nadat u de schermtoets Display
(scherm) hebt gekozen, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk. Display Mode (Schermmodus)
In dit scherm kunt u een van de auto-
matische scherminstellingen selecte-
ren. Voor het wijzigen van de modus-
status drukt u kort op de schermtoets
Day (dag), Night (nacht) of Auto (au-
tomatisch). Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
Display Brightness With Head-
lights ON (Helderheid van het
scherm bij ingeschakelde koplam-
pen)
In dit scherm kunt u de helderheid
van het scherm bij ingeschakelde
koplampen instellen. Pas de helder-
heid aan met de schermtoetsen + en –
of door een punt te kiezen op de
schaal tussen de schermtoetsen + en –.
Kies vervolgens de schermtoets met
de pijl naar links.
Display Brightness With Head-
lights OFF (Helderheid van het
scherm bij uitgeschakelde koplam-
pen)
In dit scherm kunt u de helderheid
van het scherm bij uitgeschakelde
Schermtoetsen van Uconnect® 8.4
203