SLEPEN VAN DE AUTO
Het bij de auto geleverde sleepoog bevindt
zich in de gereedschapshouder onder de
bekleding van de bagageruimte.
SLEEPOOG BEVESTIGEN
fig. 42-43
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de dop A(alleen aan de ach-
terkant aanwezig Fig. 43);
❒neem het sleepoog Buit de zitting in de
gereedschapshouder;
❒draai het sleepoog stevig op de achter-
ste of voorste schroefdraadpen vast.
fig. 42
F0S115Ab
Draai vóór het slepen de
sleutel naar de stand MAR
en vervolgens naar STOP zonder de
contactsleutel uit het slot te verwij-
deren. Bij verwijdering van de sleutel
schakelt automatisch het stuurslot in
en kan het stuur niet meer worden
verdraaid.
WAARSCHUWING
In verband met de vorm van
de auto, kan hij niet in
treinwagons geladen en vervoerd
worden.
WAARSCHUWING
Onthoud dat tijdens het sle-
pen de rembekrachtiging en
de elektrische stuurbekrachtiging niet
werken. Daarom is er meer kracht be-
nodigd voor de bediening van het
rempedaal en het stuur. Gebruik geen
elastische kabels voor het slepen. Ver-
mijd rukbewegingen. Controleer of er
tijdens het slepen geen delen van de
auto door de sleepverbinding kunnen
worden beschadigd. Neem bij het sle-
pen van een auto de wettelijke voor-
schriften in acht, zowel voor wat be-
treft de sleepinrichting als het
weggedrag dat men moet aanhou-
den.
Start de motor niet wanneer de au-
to wordt gesleept.
WAARSCHUWING
fig. 43
F0S116Ab
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
KENNISMAKING
MET DE AUTO
INDEX
TECHNISCHE
GEGEVENS
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
LAMPJES EN
MELDINGEN
122
NOODGE-
VALLEN
095-122 ABARTH 500 1ed NL.qxd:099-126 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:02 Pagina 122
134
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
WIELEN EN BANDEN
Controleer de spanning van de banden om
de twee weken en vóór lange reizen.
Deze controle moet bij koude banden
worden uitgevoerd.
Het is normaal dat de spanning tijdens het
rijden toeneemt. Zie voor de correcte
bandenspanning de paragraaf “Wielen” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
fig. 4F0S118Ab
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
❒Voorkom indien mogelijk bruusk rem-
men, hard optrekken en harde stoten
tegen stoepranden, kuilen en andere
obstakels. Langdurig rijden op slechte
wegen kan de banden beschadigen;
❒Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen, bulten en on-
regelmatige slijtage van het loopvlak. Ga
in dit geval naar een dealer van het
Abarth Servicenetwerk.
❒Rijd nooit met een te zwaar beladen au-
to: dit kan ernstige beschadiging van
banden en velgen veroorzaken.
❒Stop onmiddellijk bij een lekke band en
verwissel het wiel om beschadiging van
de band, de velg, de wielophanging en
de stuurinrichting te voorkomen. Een verkeerde spanning veroorzaakt ab-
normale slijtage van de banden fig. 4:
Anormale spanning: gelijkmatige slijta-
ge van het loopvlak.
Bte lage spanning: overmatige slijtage
aan de zijkanten van het loopvlak.
Cte hoge spanning: overmatige slijtage
in het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen wan-
neer de profieldiepte van het loopvlak
minder dan 1,6 mm bedraagt. Neem in elk
geval de wettelijke voorschriften van het
land waarin wordt gereden in acht.
123-140 ABARTH 500 1ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:05 Pagina 134
137
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en vochtigheid
(kustgebieden, warm en vochtig kli-
maat);
❒seizoensgebonden omgevingsomstan-
digheden.
Ook de schurende werking van opwaai-
end stof en zand en van modder en steen-
tjes die door andere voertuigen worden
opgetild mag niet onderschat worden.
Abarth heeft de beste technologische op-
lossingen toegepast om de carrosserie te-
gen roest te beschermen.
De belangrijkste oplossingen zijn:
❒lakproducten en lakspuitsystemen die
de auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen ver-
schaffen;
❒toepassing van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge cor-
rosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van gespoten waspro-
ducten met een hoog beschermend
vermogen op de onderzijde, in de mo-
torruimte, in de wielkuipen en andere
elementen; RUITENSPROEIERS
Ruitensproeiers voorruit fig. 7
Als de ruitensproeiers niet werken, con-
troleer dan eerst of er ruitensproeier-
vloeistof in het reservoir zit (zie “Controle
van vloeistofniveaus” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de sproeikop-
pen niet verstopt zijn. Gebruik zo nodig
een speld om ze vrij te maken.
De stralen van de ruitensproeiers kunnen
gericht worden door de hoek van de
sproeiermonden af te stellen
De stralen moeten op circa
1/3van de bo-
venrand van de ruit worden gericht.
BELANGRIJK Bij versies met schuifdak
moet het schuifdak gesloten zijn alvorens
de voorste ruitensproeiers te bedienen.Achterruitwisser fig. 8
De sproeiers van de achterruit zijn niet
verstelbaar.
De sproeierhouder bevindt zich boven de
achterruit.
fig. 7F0S122Abfig. 8F0S123Ab
123-140 ABARTH 500 1ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:05 Pagina 137
139
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
INTERIEUR
Controleer af en toe of er geen water on-
der de matten is blijven staan (wegens wa-
ter dat van schoenen, paraplu’s, etc. drup-
pelt), waardoor het plaatwerk kan gaan
roesten.
Vervang eventueel versleten vloermatten
door nieuwe originele matten die stevig
aan de vloerbedekking in het interieur be-
vestigd kunnen worden. Het gebruik van
imitatiematten of matten die tijdens het
rijden kunnen verschuiven wordt afgera-
den.
Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen
voor ruiten.
Gebruik tevens schone doeken om kras-
sen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak
van de achterruit voorzichtig met een
doek af, en volg hierbij de richting van de
elektrische weerstandsdraden om de ach-
terruitverwarming niet te beschadigen.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het wintersei-
zoen zorgvuldig uit: hierbij mag de water-
straal niet rechtstreeks op de elektroni-
sche regeleenheden en het kasje met ze-
keringen en relais aan de linkerzijde van
de motorruimte (rijrichting) worden ge-
richt. Laat deze werkzaamheden uitvoe-
ren door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voer deze werkzaamheden
uit bij koude motor en contactsleutel in
de stand STOP. Controleer na het rei-
nigen of de verschillende beschermingen
(bijv. rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum
of wasbenzine voor het reinigen van
het interieur van de auto. De elek-
trostatische lading die door het wrij-
ven tijdens het reinigen ontstaat, kan
brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische
stoffen (bijv. benzine) of ketonen (bijv. ace-
ton) om de plastic lampenglazen van de
koplampen te reinigen.
123-140 ABARTH 500 1ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:05 Pagina 139
Plafondverlichting ............................... 36
– bagageruimte .................................45
– voor ................................................. 36
Plafondverlichting ............................... 36
– inschakeling .................................... 36
– lamp vervangen ............................. 114
Portieren .............................................. 43
Prestaties .............................................. 152
Radiozenders en
mobiele telefoons ............................ 61
Remmen................................................. 147
– remvloeistofniveau ....................... 131
– technische gegevens ..................... 147
Remvloeistofniveau ............................ 131
RF-afstandsbediening .......................... 159
Richtingaanwijzers .............................. 34
– inschakeling .................................... 34
– lamp achter vervangen ................ 113
– lamp opzij vervangen ................... 112
– lamp voor vervangen ................... 111
Roetfilter (DPF) .................................. 132
Rubber slangen .................................... 135
Ruiten reinigen .................................... 137
– inschakeling .................................... 35
– Setup-menu ...................................12
Ruitensproeier .................................... 35
– inschakeling .................................... 35
– vloeistofniveau .............................. 130Ruitenwissers........................................ 35
– inschakeling .................................... 35
– ruitensproeiers ............................. 137
– wisserbladen .................................. 138
Ruitenwissers/achterruitwisser ....... 36
SBR-systeem ....................................... 64
Schuifdak ............................................... 41
– noodbediening ............................... 43
Slepen van de auto ............................. 122
Sleutel met afstandsbediening .......... 5
Sleutel zonder afstandsbediening .... 5
Sneeuwkettingen ................................. 85
Snelheidsmeter..................................... 10
Snelheidsmeter..................................... 10
Spiegels................................................... 26
– achteruitkijkspiegel ....................... 26
– buitenspiegels ................................ 26
Sportfunctie ......................................... 37
Stadslicht .............................................. 34
– lamp achter vervangen ................ 113
Starten en rijden ................................. 79
Stoelen .................................................. 22
Stoelverstelling .................................... 22
Stopcontact .......................................... 41
Stuurinrichting ..................................... 147
Stuurslot ............................................... 7
Stuurwiel (afstelling) ........................... 25
Symbolen .............................................. 4 Motorkoelcircuit ................................. 10
Motorolie
– controle van vloeistofniveaus .... 129
– technische gegevens ..................... 155
– verbruik .......................................... 129
Motorolieniveau .................................. 129
Motorruimte (uitspuiten) .................. 139
MSR-systeem ....................................... 54
Multifunctionele en herconfigureerbare
multifunctionele display ................... 11
Niveaus ................................................ 128
Noodgevallen ...................................... 95
Onderhoud en zorg .......................... 123
– geprogrammeerd onderhoud .... 124
– geprogrammeerd
onderhoudsschema ...................... 125
– intensief gebruik van de auto ...... 127
– periodieke controles ...................127
Opbergvak ...........................................39
Opbergvak in middenconsole ........... 40
Opkrikken van de auto ..................... 121
Optionele accessoires .......................61
Parkeren ............................................... 81
Parkeersensoren .................................. 57
Plaatjes.................................................. 142
– identificatieplaatje
carrosserielak ................................ 143
– typeplaatje ...................................... 142
162
LAMPJES EN
MELDINGEN
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
160-168 ABARTH 500 1ed NL.qxd:160-168 ABARTH 500 IT 15-06-2012 12:18 Pagina 162