76TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen...............76
Verbinding .................................... 78
Bluetooth-verbinding ....................81
Noodoproep ................................. 84
Bediening ..................................... 85
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................96Algemene aanwijzingen
Het handsfree-telefoonsysteem biedt
u de mogelijkheid om via de micro‐
foon en luidsprekers van de auto mo‐ biele telefoongesprekken te voeren
en met het infotainmentsysteem de
belangrijkste functies van de mobiele telefoon te bedienen.
Om het handsfree-telefoonsysteem
te kunnen gebruiken, moet de mo‐
biele telefoon via Bluetooth aangeslo‐
ten zijn.
Niet alle functies van het handsfree-
telefoonsysteem worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties mogelijk zijn, hangtaf van de desbetreffende mobiele te‐
lefoon en van de netwerkprovider.
Raadpleeg de bedieningsinstructies
voor uw mobiele telefoon of uw net‐
werkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het gebruik van het handsfree-te‐
lefoonsysteem tijdens het rijden
kan gevaarlijk zijn omdat uw con‐
centratie afneemt tijdens het tele‐
foneren. Parkeer de auto voordat
u het handsfree-telefoonsysteem
gebruikt.
Volg de voorschriften van het land op waarin u rijdt.
Volg ook de speciale voorschriften die in sommige gebieden gelden
op en zet uw mobiele telefoon al‐
tijd uit als mobiel telefoneren ver‐ boden is, als de mobiele telefoon
storing veroorzaakt of als zich ge‐
vaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Telefoon779Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn vei‐ ligheidsvoorschriften opgesteld
waarvan u zich op de hoogte moet stellen voordat u de telefoon ge‐
bruikt.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Telefoonbedieningselementen
De belangrijkste telefoonbedienings‐
elementen zijn de volgende:
Bedieningslementen op het infotain‐
mentsysteem of de stuurkolom:
■ Toets 6 of
■ Toets TEL: Opent het Telefoon-
menu.
Bedieningselementen alleen op de stuurkolom:
■ 7, 8 : Gesprek aannemen, gesprek
beëindigen/weigeren.
■ MODE/OK : Gesprek aannemen,
gesprek beëindigen/weigeren, een
handeling bevestigen.
■ 5 of w: Stemherkenning inschake‐
len/uitschakelen.
Sommige kenmerken van het hands‐
free-telefoonsysteem kunnen ook
worden bediend via stemherkenning
3 74.
Bediening van displayscherm R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Schermfuncties tonen
■ In het display omhoog/omlaag be‐ wegen: Draai aan de draaiknop
OK .
■ Handelingen bevestigen: Druk op de draaiknop OK.
■ Handelingen annuleren (en terug naar vorige menu): druk op de
toets /.CD30 BT - Bediening van
displayscherm
■ In het display omhoog/omlaag be‐ wegen: Draai aan de draaiknop.
■ In het display naar links/rechts be‐ wegen: Druk op de toets ⊲ of ⊳.
■ Handelingen bevestigen (en alleen naar rechts bewegen in het dis‐
play): Druk op de draaiknop.
CD35 BT - Bediening van
displayscherm
■ In het display omhoog/omlaag be‐ wegen: Draai aan de centrale
draaiknop.
■ Handelingen bevestigen: Druk op de centrale draaiknop.
■ Handelingen annuleren (en terug naar vorige menu): druk op de
toets /.
Telefoon79
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de bat‐
terij van de mobiele telefoon sneller ontladen.
Automatische verbinding
Uw telefoon wordt wellicht alleen au‐
tomatisch verbonden terwijl het sys‐
teem ingeschakeld is, als de automa‐ tische Bluetooth -verbindingsfunctie
op uw mobiele telefoon geactiveerd
is; raadpleeg de bedieningsinstruc‐
ties van de mobiele telefoon.
Let op
Wanneer een gekoppelde telefoon
opnieuw wordt verbonden of wan‐ neer 2 gekoppelde telefoons zich
binnen het bereik van het handsfree-
telefoonsysteem bevinden, wordt of‐ wel de telefoon met voorrang (indien
gedefinieerd) ofwel de laatst verbon‐ den telefoon automatisch verbon‐
den, zelfs als deze telefoon zich bui‐
ten de auto maar nog binnen het be‐
reik van het handsfree-telefoonsys‐
teem bevindt.Tijdens een automatisch verbinding
schakelt de conversatie automatisch
naar de microfoon en luidsprekers
van de auto als een gesprek reeds
aan de gang is.
Als de verbinding mislukt: ■ Controleer of de telefoon ingescha‐
keld is,
■ Controleer of de batterij van de te‐ lefoon niet leeg is,
■ Controleer of de telefoon reeds ge‐
koppeld is.
De Bluetooth-functie van de mobiele
telefoon en van het handsfree-tele‐
foonsysteem moet ingeschakeld zijn
en de mobiele telefoon moet geconfi‐
gureerd zijn om het verbindingsver‐
zoek van het systeem te accepteren.
Handmatige verbinding
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Handmatige
verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op de toets TEL en se‐lecteert u het menu Selecteer
apparaat . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door de draaiknop
OK in te drukken. Een displaybericht
bevestigt de telefoonaansluiting.
CD30 BT - Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt op de toets 0 en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding uit het in‐
stellingenmenu. De apparatenlijst
toont de telefoons die al gekoppeld
zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Apparaat verbinden... en beves‐
tig door de draaiknop in te drukken.
Een displaybericht bevestigt de tele‐
foonaansluiting.
CD35 BT - Handmatige verbinding
Om de op het handsfree-telefoonsys‐
teem aangesloten telefoon te veran‐
deren, drukt u op de toets
SETUP / TEXT en selecteert u
Bluetooth-verbinding (of drukt u op de
Telefoon81
Selecteer de gewenste telefoon uit deapparatenlijst en selecteer vervol‐
gens Prioriteit definiëren (N°) en be‐
vestig door de draaiknop in te druk‐
ken.
CD35 BT - Telefoon met voorrang
definiëren
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.
Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem
eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor
de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,
hangt af van het model telefoon.Voorwaarden
Aan de volgende voorwaarden moet
worden voldaan om een Bluetooth-
compatibele mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem te regelen.
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn.
■ De Bluetooth-functie van de Blue‐ tooth-compatibele mobiele telefoon
moet worden geactiveerd (zie ge‐
bruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon).
■ Afhankelijk van de mobiele telefoon
kan het nodig zijn om het apparaatop "zichtbaar" in te stellen (zie de
bedieningsinstructies van de mo‐
biele telefoon).
■ De mobiele telefoon moet aan/op het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren Om het Infotainmentsysteem eenBluetooth-compatibele mobiele tele‐
foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst ge‐
activeerd zijn. Deactiveer de functie
als deze niet nodig is.
R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Bluetooth
activeren
Druk op de toets TEL en selecteer
Bluetooth door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken.
Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.
CD35 BT - Bluetooth activeren
Druk op de toets SETUP / TEXT en
selecteer Telefooninstellingen door
de centrale draaiknop te draaien en in te drukken.
Selecteer Bluetooth geactiveerd of
Bluetooth gedeactiveerd en bevestig
door op de knop te drukken.
84Telefoon
CD30 BT - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te wissen, drukt
u op de toets 0 en selecteert u
Bluetooth-verbinding uit het instellin‐
genmenu.
Selecteer de gewenste telefoon uit de apparatenlijst, druk op de draaiknop
(of de toets ⊲ of ⊳) en selecteer Dit
apparaat wissen .
CD35 BT - Een mobiele telefoon
ontkoppelen
Om te ontkoppelen, d.w.z. een tele‐
foon uit het geheugen van het hands‐ free-telefoonsysteem te wissen, drukt
u op de toets SETUP / TEXT en se‐
lecteert u Bluetooth-verbinding uit het
instellingenmenu.
Selecteer de gewenste telefoonuit de
apparatenlijst, druk op de centrale
draaiknop en selecteer Wissen.Noodoproep9Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Vertrouw daarom niet al‐
leen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon alleen kunt bellen en ont‐ vangen indien u zich in een gebied
bevindt met een voldoende sterk
signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen ook niet ge‐
daan worden wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoon‐
functies actief zijn. Raadpleeg uw
netwerkprovider voor meer infor‐
matie.
Het alarmnummer verschilt afhan‐ kelijk van het land of de regio. Wij
raden u aan het juiste alarmnum‐
mer voor het relevante land of de
relevante regio van tevoren op te
vragen.
Noodoproepnummer instellen
(CD30 BT)
CD30 BT
Voor een noodoproep via het hands‐
free-telefoonsysteem moet eerst het
juiste alarmnummer worden inge‐ steld.
Bepaal het juiste alarmnummer en
open dan het Telefoon-menu door op
de toets 6 of TEL te drukken.
Telefoon85
Selecteer Alarm gevolgd door
Nummer invoeren/wijzigen . Voer het
alarmnummer in (bijv. 112) met het
numerieke toestenbord 3 76.
Alarmnummers variëren al naarge‐
lang het land of de regio.
Alarmnummer bellen CD30 BT
Open het Telefoon-menu door op de
toets 6 of TEL te drukken.
Selecteer Alarm gevolgd door Bellen
om het alarmnummer te gaan bellen
(bijv. 112).
Een telefoonaansluiting met het
noodoproepcentrum wordt ingesteld.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw mo‐
biele telefoon en het handsfree-tele‐
foonsysteem, kunnen bepaalde func‐ ties van uw mobiele telefoon via de
bedieningselementen van het info‐
tainmentsysteem worden bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de
contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
Nadat de verbinding tot stand is ge‐
bracht, worden de gegevens van de
mobiele telefoon naar het handsfree-
telefoonsysteem gezonden. Afhanke‐ lijk van het model telefoon kan dit
enige tijd duren. Tijdens deze periode
is het bedienen van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
slechts beperkt mogelijk.Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐ steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies afwijken.
Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
■ Druk op de toets 6 of
■ Druk op de toets TEL.
Volumeregeling R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan de
draaiknop m of druk op ! of # (op de
knoppen op de stuurkolom) om het
volume van de oproep te wijzigen.
CD30 BT - Volumeregeling
Om het volume voor gesprekken,
stemherkenning of de beltoon vooraf
in te stellen, drukt u op de toets 0 en
selecteert u Telefooninstellingen uit
het instellingenmenu, gevolgd door Volume .
86Telefoon
Selecteer de gewenste optie (bijv.
Beltoonvolume ) en stel het volume af
met de draaiknop m (of de toets ! of
# ). Druk nogmaals op 0 om de ver‐
anderingen op te slaan en het menu
af te sluiten.
Tijdens een gesprek draait u m of
drukt u op ! of # om het gespreks‐
volume te veranderen.
CD35 BT - Volumeregeling
Om het volume voor gesprekken,
stemherkenning of de beltoon vooraf
in te stellen, drukt u op de toets
SETUP / TEXT en selecteert u Tele‐
fooninstellingen uit het instellingen‐
menu, gevolgd door Volume.
Selecteer de gewenste optie (bijv.
Beltoonvolume ) en stel het volume af
met de centrale draaiknop.
Draai tijdens een oproep aan de vo‐
lumedraaiknop of druk op ! of # (op
de knoppen op de stuurkolom) om het volume van de oproep te wijzigen.Een telefoonnummer bellen
Er zijn verschillende opties beschik‐
baar voor het bellen van telefoon‐
nummers, waaronder het bellen van
een contact in het telefoonboek van
de mobiele telefoon, vanuit het auto‐
telefoonboek of vanuit een oproep‐
lijst. Nummers kunnen natuurlijk ook
handmatig worden gekozen.
Geef het Telefoon-menu weer door
op de toets 6 of TEL te drukken en
selecteer de relevante optie uit de
lijst.
Handmatig een nummer
invoeren
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Een nummer
handmatig invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Kiezen uit
de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 76) en
selecteer 7 om het kiezen te starten.Kies het laatste nummer opnieuw
door de toets TEL ingedrukt te hou‐
den.
CD30BT - Handmatig een nummer
invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Nummer
kiezen uit de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 76) en
selecteer Bellen om het kiezen te
starten.
CD35BT - Handmatig een nummer
invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Nummer
kiezen uit de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 76) en
selecteer het pictogram y op het dis‐
play. Druk op de centrale draaiknop om het kiezen te starten.
Telefoon87
Telefoonboek mobiele telefoon
Het telefoonboek van de mobiele te‐
lefoon bevat contactlijsten die alleen
beschikbaar zijn voor de autogebrui‐
ker op dat moment. Vanwege vertrou‐ welijkheidsredenen kan elke gedown‐
loade contactenlijst alleen worden be‐ keken wanneer de bijbehorende tele‐
foon is aangesloten.
R15 BT / CD15 BT, R16 BT /
CD16 BT, CD18 BT - Mobiele
contacten
Na het koppelen van de mobiele te‐
lefoon aan het Infotainmentsysteem
wordt de contactenlijst in de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Om een nummer uit het telefoonboek van de mobiele telefoon te kiezen,
terwijl het Telefoon-menu wordt weer‐
gegeven, selecteert u Telefoonboek
en het gewenste contact uit de alfa‐
betische lijst. Druk op de draaiknop
OK om het kiezen te starten.CD30 BT - Telefoonboek mobiele
telefoon
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt de contactlijst in de mo‐
biele telefoon gedownload naar het
handsfree-telefoonsysteem. Steeds
wanneer de telefoon wordt aangeslo‐ ten, wordt het telefoonboek van de
mobiele telefoon van het systeem au‐
tomatisch bijgewerkt.
Het telefoonboek van de mobiele te‐
lefoon kan ook handmatig worden bij‐ gewerkt terwijl de telefoon is aange‐
sloten door het menu
Telefoonboekbeheer te selecteren,
gevolgd door Bijwerken.
Er kunnen maximaal 500 contacten
en 4 nummers per contact worden ge‐ download. Wanneer de opslagcapa‐
citeit wordt overschreden, verschijnt er een oproep om overtollige contac‐
ten te verwijderen. Gewiste contacten
blijven in de mobiele telefoon opge‐
slagen, maar worden uit het geheu‐ gen van het systeem gewist.Nummer kiezen uit telefoonboek vanmobiele telefoon
Om een nummer uit het telefoonboek
van de mobiele telefoon te kiezen,
terwijl het menu Telefoon wordt weer‐
gegeven, selecteert u Telefoonboek
GSM en de eerste letter van de ge‐
wenste naam door de draaiknop te
draaien. Druk op de draaiknop om de
contacten voor die letter, indien van
toepassing, weer te geven.
Draai de draaiknop om het gewenste
contact te selecteren en druk de knop in om de bijbehorende gegevens
weer te geven. Selecteer Bellen om
het kiesproces te starten.
Contacten toevoegen aan
telefoonboek van mobiele telefoon
Contacten kunnen aan het telefoon‐
boek van de mobiele telefoon worden
toegevoegd door de volgende me‐
nuopties te selecteren:
■ Telefoonboekbeheer
■ Telefoonboek GSM
■ Contact toevoegen