Page 73 of 151

Navigatie73
Bevestig de melding om de hele POI-lijst te wissen.Categorieën verwijderen
Selecteer Afzonderlijke categorieën
wissen om een lijst met POI-catego‐
rieën weer te geven.
Selecteer het pictogram ─ naast de
betreffende categorie om deze te ver‐
wijderen. Er verschijnt een melding
die u moet beantwoorden.
Bevestig de melding om de categorie
te verwijderen.
Bestemmingsgegevens naar een
USB-apparaat uploaden
U kunt de contactenlijst en eerder ge‐ downloade POI's (zie "Door de ge‐
bruiker bepaalde POI's aanmaken en
downloaden" onderstaand) op een
USB-apparaat opslaan:
Selecteer Upload opgeslagen
locaties .
De contactenlijst en de POI-gege‐
vens worden in het verbonden USB-
apparaat opgeslagen in de folders
"F:\myContacts", of "F:\myPOIs",
waarbij "F:\" de rootfolder van het
USB-apparaat is.
Let op
Deze functie is alleen mogelijk als er
een USB-apparaat met voldoende
opslagruimte is aangesloten.
Contactgegevens downloaden
U kunt de contactlijstgegevens van
uw auto met Infotainmentsystemen
van andere auto's uitwisselen:
Zie "Navigatiedata naar een USB-ap‐
paraat uploaden" bovenstaand voor
het uploaden van de gegevens naar
een USB-apparaat.
Sluit het USB-apparaat op het Info‐
tainmentsysteem van een andere
auto aan 3 58.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.
Na het bevestigen worden de con‐
tactgegevens naar het Infotainment‐
systeem gedownload.
De gedownloade contactgegevens
zijn vervolgens selecteerbaar in het
CONTACTEN -menu 3 33.Door de gebruiker bepaalde
POI's aanmaken en
downloaden (Mijn POIs)
Naast de voorgedefinieerde POI's die al in het Infotainmentsysteem aanwe‐
zig zijn, kunt u ook zelf POI's aanma‐ ken die aan uw persoonlijke wensen
voldoen. U kunt deze gebruikerspeci‐
fieke POI's na het aanmaken down‐
loaden op het infotainmentsysteem.
U moet voor elke POI de GPS-coör‐
dinaten (de lengte- en breedtegraad)
van de locatie en een beschrijving in‐
voeren.
Na het downloaden van de POI-ge‐
gevens in het Infotainmentsysteem,
zijn de POI's als selecteerbare be‐
stemmingen in het Mijn POIs-menu
opgenomen, zie "Een markant punt
selecteren" in het hoofdstuk "Bestem‐
mingsinvoer" 3 75.
Page 74 of 151

74Navigatie
Een tekstbestand met POI-data
creëren
Maak een tekstbestand aan (bv.
m.b.v. eenvoudige tekstverwerkings‐
software) en geef dit een arbitraire
naam en de bestandsextensie .poi,
bv. "TomsPOIs.poi".
Voor de POI-data in het volgende for‐
mat in het tekstbestand in:
Lengtecoördinaat,
breedtecoördinaat, "Naam van POI",
"Extra informatie", "Telefoonnummer"
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "Bonn, Hellweg 6",
"02379234567" , zie bovenstaande
afbeelding.
De GPS-coördinaten moeten in deci‐
male graden worden weergegeven. U kunt deze b.v. van een topografische
kaart overnemen.
De extra informatie en telefoonnum‐
mers zijn optioneel.
De POI-naam en de extra informatie‐
reeks mogen elk niet langer dan 60
lettertekens zijn. De telefoonnummer‐ reeks mag niet langer dan 30 cijfers
zijn.
De NP-gegevens van iedere bestem‐
ming moeten op een enkele, aparte
regel worden ingevoerd; zie boven‐
staande afbeelding.
POI-data op een USB-opslagstation
opslaan
In de hoofddirectory van een USB-
drive: maak een map aan met de
naam " myPOIs ", bijv. "F:\myPOIs",
waarbij " F:\" de hoofddirectory van de
USB-drive is.Sla in de map " myPOIs": het tekstbe‐
stand met uw POI's op, bv.
"F:\myPOIs\TomsPOIs.poi".
Let op
Als optie kunnen er in de " myPOIs"-
folder subfolders worden aange‐
maakt en verschillende POI-bestan‐ den worden opgeslagen.
POI-gegevens downloaden in het
Infotainmentsysteem
Sluit het USB-apparaat met uw ge‐ bruikerspecifieke POI-gegevens aan
op de USB-poort 3 58 van het Info‐
tainmentsysteem.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.
Na het bevestigen worden de POI-
gegevens naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload.
De gedownloade POI's zijn vervol‐
gens selecteerbaar als bestemmin‐
gen in het Mijn POIs-menu, zie "Een
markant punt selecteren" in het
hoofdstuk "Bestemmingsinvoer"
3 75.
Page 75 of 151

Navigatie75Invoer van de bestemmingDe navigatietoepassing biedt diverse
opties voor het instellen van een be‐
stemming met routebegeleiding.
Druk op de ;-knop en selecteer ver‐
volgens het NAV-pictogram om de
navigatiekaart weer te geven.
Een adres invoeren via het toetsenbord Selecteer de schermtoets
BESTEMMING in de interactieve se‐
lectiebalk en selecteer vervolgens het
tabblad ADRES.U kunt een adres, kruispunt of straat‐
naam invoeren.
Zoek belangrijke informatie over de
landspecifieke invoervolgorde van
bestemmingsadressen 3 66.
Let op
Wordt er een andere invoervolgorde
gebruikt dan voor het betreffende
land is gespecificeerd, dan kan het
systeem mogelijk de gewenste be‐
stemming niet vinden.
Typ het gewenste adres in.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
over de toetsenborden 3 25.
Selecteer de schermtoets Gaan links‐
boven in het scherm om uw invoer te
bevestigen.
Zijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk,
dan wordt er een lijst met mogelijke
bestemmingen getoond. Kies het ge‐
wenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐ tails wordt weergegeven.
Selecteer de schermtoets Gaan om
de routebegeleiding te starten.
Een adres uit de lijst recente
bestemmingen kiezen
Selecteer de schermtoets
BESTEMMING in de interactieve se‐
lectiebalk en selecteer vervolgens het
tabblad RECENT .
Er verschijnt een lijst met alle recent
ingevoerde bestemmingen.
Page 76 of 151

76Navigatie
Kies een van de bestemmingen. Het
scherm met de bestemmingsdetails
wordt weergegeven.
Selecteer de schermtoets Gaan om
de routebegeleiding te starten.
Een adres uit de contactenlijstkiezen
Selecteer de schermtoets
BESTEMMING in de interactieve se‐
lectiebalk en selecteer vervolgens het
tabblad CONTACTEN . De contacten‐
lijst wordt getoond.Snelkoppelingspictogram
Is er slechts één adres voor een con‐ tactpersoon opgeslagen, dan staat er
naast de betreffende gegevens in de
contactenlijst een snelkoppeling.
Selecteer de schermtoets y om de
bestemmingsdetails direct weer te
geven.
Selecteer de schermtoets Gaan om
de routebegeleiding te starten.
Scherm met bestemmingsdetails
Zijn er voor de contactpersoon meer‐ dere adressen opgeslagen, kies dan
het gewenste adres. Het scherm met
de contactdetails wordt weergege‐
ven.
Selecteer een van de voor de con‐
tactpersoon opgeslagen adressen.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Selecteer de schermtoets Gaan om
de routebegeleiding te starten.
Selecteren spec. bestemming
Een markant punt (POI) is een speci‐ ale bestemming, bv. een tankstation,
een parkeerplaats of een restaurant.
Het navigatiesysteem bevat een
groot aantal voorgedefinieerde POI's, die op de kaart staan aangeduid (in‐
dien geactiveerd, 3 68).
U kunt ook individuele POI's in het
systeem opslaan, zie "Door de ge‐
bruiker bepaalde POI's aanmaken en
downloaden" in het hoofdstuk "Bedie‐
ning" 3 68. Deze POI's worden in de
categorielijst onder Mijn POIs weer‐
gegeven.
Page 77 of 151

Navigatie77
Kies de schermtoets BESTEMMING
in de interactieve selectiebalk en ver‐
volgens het tabblad POIS om een
POI als bestemming voor routebege‐
leiding te selecteren. Er verschijnt
een lijst met POI-hoofdcategorieën.Een zoeklocatie instellen
Let op
De zoeklocatie wordt bepaald aan
de hand van de gekozen kaartsec‐
tie. Als u in de kaart bladert, in- of
uitzoomt of de routebegeleiding
start, worden de POI's in de lijst hier‐ aan aangepast.
Selecteer op de kaart de schermtoets
Vlakbij zoeken om een algemene
zoeklocatie in te stellen.
Er wordt een lijst met mogelijke zoe‐
klocaties getoond. Is de routebegelei‐
ding op dit moment actief, dan zijn er
meer opties beschikbaar.
Selecteer de gewenste optie.POI's zoeken op categorie
Selecteer een van de hoofdcatego‐ rieën in de lijst. Er wordt een lijst met
subcategorieën weergegeven.Selecteer de menuoptie Alles tonen
om alle POI's in de betreffende hoofd‐
categorie weer te geven. Blader door
de lijst en selecteer de gewenste POI.
Selecteer de betreffende subcatego‐
rie om alle POI's binnen een subca‐
tegorie weer te geven. Blader door de lijst en selecteer de gewenste POI.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.POI's zoeken via het toetstenbord
Om naar een specifieke POI, catego‐ rie of locatie te zoeken, selecteer
menuoptie Zoeken in de POI-hoofd‐
categorielijst of zoek in een van de
subcategorielijsten. Er verschijnt een
toetsenbord.
Voer de gewenste naam, categorie of locatie in. Zoek een gedetailleerde
beschrijving over de toetsenborden
3 25.
Selecteer de knop Gaan op het
scherm om de invoer te bevestigen.
Het scherm met de bestemmingsde‐
tails wordt weergegeven.
Selecteer de schermtoets Gaan om
de routebegeleiding te starten.
Een adres op de kaart aanwijzen
Tik op de gewenste locatie op de
kaart. De kaart wordt rondom deze lo‐ catie gecentreerd.
Page 78 of 151

78Navigatie
Bij de betreffende locatie verschijnt ereen rood v-symbool en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐
gegeven.
Tik op het label. Het scherm met de
bestemmingsdetails wordt weerge‐
geven.
Selecteer de schermtoets Gaan om
de routebegeleiding te starten.
Een routepunt aanmaken
Een routepunt is een tussenbestem‐
ming die bij het berekenen van een
route tot de eindbestemming moet
worden meegenomen. Om een trip
met routepunten te creëren, kunt u
één of meerdere routepunten toevoe‐ gen.
Selecteer of voer de eindbestemming
van uw trip met routepunten in en
start de routebegeleiding.
Selecteer terwijl de routebegeleiding
actief is, de schermtoets
BESTEMMING in de interactieve se‐
lectiebalk van de kaartweergave.
U kunt ook op het pijlpictogram bij uw
volgende aanwijzing rechts op het
scherm tikken om het routebegelei‐
dingsmenu weer te geven 3 79. Se‐
lecteer schermtoets BESTEMMING
in de interactieve selectiebalk van het
routebegeleidingsmenu.
Selecteer of voer een nieuw adres in. Er verschijnt een melding die u moet
beantwoorden.
Selecteer de knop Als tussenstop
toev. op het scherm. De route wordt
herberekend en de nieuwe bestem‐ ming wordt als routepunt aan de hui‐
dige route toegevoegd.
Let op
Wordt er een routepunt aan een
route toegevoegd, dan wordt deze
route automatisch opgeslagen in de
contactenlijst in de folder
Opgeslagen routes . De trip wordt in‐
gedeeld op eindbestemming.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
over het bewerken van een trip met
routepunten 3 79.
Page 79 of 151

Navigatie79
Een bestemming bellenNa het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.
Selecteer de schermtoets Bellen om
de geselecteerde locatie te bellen.
Let op
De schermtoets Bellen is alleen be‐
schikbaar als er voor de betreffende locatie een telefoonnummer is op‐
geslagen.
Bestemmingen opslaan
Invoeren van contacten
Na het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.
Selecteer de schermtoets Opsl. om
de bestemming in de contactenlijst op
te slaan. Zoek een gedetailleerde be‐ schrijving over het opslaan van een
adres in de contactenlijst 3 33.Let op
De schermtoets Opsl. is alleen be‐
schikbaar als het adres al in het sys‐
teem is opgeslagen.
Favoriet
Favorieten kunnen vanuit bijna elk
scherm worden opgeslagen. Zoek
een gedetailleerde beschrijving over
het opslaan van favoriete bestemmin‐ gen 3 28.
Begeleiding Algemene informatie Het navigatiesysteem begeleidt de
route via visuele en gesproken in‐ structies (spraakbegeleiding).
Visuele instructies
De visuele instructies worden op de
displays weergegeven.
Gesproken navigatie-instructies
De gesproken navigatie-instructies
melden bij het naderen van een krui‐ sing welke richting u moet volgen.
Zie "Navigatie-spraakinstellingen"
onderstaand voor het activeren van
de gesproken instructies en het rege‐
len van het volume.
Page 80 of 151

80Navigatie
Starten en beëindigen van de
routebegeleiding
Routebegeleiding starten
Selecteer in het venster bestem‐
mingsdetails de schermtoets Gaan
om de routebegeleiding met een
nieuwe bestemming te starten.
Selecteer de schermtoets MENU in
de interactieve selectiebalk en selec‐
teer menuoptie Navigatie herv. om de
routebegeleiding naar de laatst geko‐ zen bestemming te hervatten.
De routebegeleiding naar de laatst gekozen bestemming wordt hervat.
Beëindigen van de routebegeleiding
Selecteer de schermtoets MENU in
de interactieve selectiebalk en vervol‐
gens menuoptie Annuleer route om
de routebegeleiding te beëindigen.
U kunt ook op het pijlpictogram bij de
volgende afslag of bocht rechts op het scherm tikken om het routebegelei‐
dingsmenu weer te geven (zie "Rou‐ tebegeleidingsmenu" onderstaand).Selecteer schermtoets EINDE in de
interactieve selectiebalk van het rou‐ tebegeleidingsmenu.
Instellingen voor
routeberekening en -
begeleiding
Navigatie-spraakinstellingen
Selecteer schermtoets MENU in de
interactieve selectiebalk en selecteer
vervolgens de lijstoptie Instelling
navigatiestem om het betreffende
submenu weer te geven.
Is Gesproken meldingen actief, dan
worden de navigatie-instructies ge‐ sproken wanneer de routebegelei‐
ding is geactiveerd.
Gesproken meldingen op Aan of Uit
zetten.
Is Waarsch. tijdens tel. gespr. actief,
dan blijven de navigatie-instructies
ook tijdens telefoongesprekken hoor‐
baar.
Waarsch. tijdens tel. gespr. op Aan of
Uit zetten.Selecteer schermtoets ─ of w om het
volume van de gesproken instructies te regelen.
Route-instellingen
Selecteer schermtoets MENU in de
interactieve selectiebalk en selecteer
vervolgens de lijstoptie
Routevoorkeuren om het betreffende
submenu weer te geven.Routevoorkeur
Selecteer menuoptie Soort route om
te bepalen aan de hand van welke
criteria een route moet worden bere‐
kend.
Selecteer lijstoptie Snel, Milieuvrien‐
delijk of Kort .
Is Milieuvriendelijk geselecteerd, dan
kan een milieubewuste route worden
afgestemd op de belading van de
auto.
Selecteer de menuoptie Ecoprofiel
bewerken om het betreffende sub‐
menu weer te geven.
Kies Daklading en Aanhangwagen
om tussen de mogelijke beladingsop‐ ties te wisselen. Stel de opties naar
wens in.