Page 9 of 151

Inleiding9
1X-knop .................................. 12
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen
Indien ingeschakeld: druk
kort op: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen
Draaien: volume aanpassen
2 Display / aanraakscherm ......14
3 Startscherm
(configureerbaar) ..................22
4 MENU -knop.......................... 15
Draaien: schermtoetsen of menuopties markeren;
numerieke waarden instellen
Druk op: een gemarkeerde
schermtoets of menu-item
selecteren/activeren;
ingestelde waarde
bevestigen; schakel naar
andere insteloptie; open
toepassingspecifiek menu
(indien beschikbaar)5 ;-toets ................................. 15
Druk op: Startscherm weergeven
6 BACK -toets........................... 15
Druk op: terug naar vorig
scherm/menu
7 v-toets
Radio: druk kort op: naar
volgende zender; druk
lang op: omhoog zoeken ......49
Cd-speler/externe
apparatuur: druk kort op:
naar volgende nummer;
druk lang op: snel vooruit ......56
8 d-knop (indien uitgerust
met cd-speler)
Druk op: schijf uitwerpen ....... 56
TONE -knop (indien niet
uitgerust met cd-speler)
Druk op: geluidsinstellin‐
genmenu weergeven ............429t-toets
Radio: druk kort op: naar
vorige zender; druk lang
op: omlaag zoeken ...............49
Cd-speler/externe
apparatuur: druk kort op:
naar vorige nummer; druk
lang op: snel achteruit ...........56
10 MEDIA -toets .......................... 12
Druk op: cd-speler of
extern apparaat activeren
11 RADIO -toets .......................... 49
Druk op: radio activeren of
golfband wijzigen
12 Cd-sleuf ................................. 56
Page 10 of 151
10Inleiding
Touchpad
1Aanraakvlak
Bedienen van de menu's
op het middendisplay met
verschillende bewegingen ....15
2 h-toets
Druk op: lettertekenher‐
kenning activeren/
deactiveren ........................... 25
3 BACK-toets........................... 22
Druk op: terug naar vorig
scherm/menu
Druk lang op: terug naar
StartschermStuurbedieningsknop links
1 s-toets
Druk op: telefoongesprek
aannemen ............................. 96
of actieve
spraakherkenning .................85
of onderbreek een
instructie en spreek direct .....85
2 n-toets
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............96
Page 11 of 151
Inleiding11
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 85
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 12Raadpleeg de Gebruikershandleiding
voor een beschrijving van alle overige
knoppen.
Stuurbedieningsknop rechts
1 Vijfstandenknop ....................15
Druk op de knoppen:
menu's in het Driver
Information Center
bedienen (zie
onderstaande afbeeldingen)
N -knop - weergeven menu
voor toepassingskeuze;
terug naar hoger menuniveau
j -knop - weergeven toe‐
passingspecifiek hoofdmenu
Knoppen P / Q -
selecteer menuoptie
9 -knop - bevestig selectie
2 Toets ! / # ........................... 12
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
3 Knoppen k / l
Radio: druk om volgende / vorige favoriet te kiezen ........28
Media: druk om volgende /
vorige nummer te kiezen ....... 61
Page 12 of 151

12Inleiding
Driver Information Center
(boven)
Met het Driver Information Center
(boven) kunt u tussen twee verschil‐
lende weergavemodi (thema's) scha‐
kelen, Touring en Sport .
In de bovenstaande afbeelding ziet u
het thema Touring (zie de Gebrui‐
kershandleiding voor het wijzigen van
het displaythema).
De menu's in het Driver Information
Center worden bediend met de vijf‐
standenknop rechts op het stuur.
Het Driver Information Center heeft
drie verschillende zones:
■ Linkerzone - menu voor de selectie
van toepassingen
■ Middenzone - weergave van Info‐ tainmentinformatie en voertuigspe‐
cifieke informatie (zie Gebruikers‐
handleiding)
■ Rechterzone - weergave van toe‐ passingspecifieke menu's.
Driver Information Center (midden)Het Driver Information Center geeft
aan Infotainment gerelateerde infor‐
matie en menu's weer.
De menu's in het Driver Information
Center worden bediend via de vijf‐ standenknop rechts op het stuur.
Gebruik
Het Infotainmentsysteem aan-/ uitzetten
Druk kort op de toets X. Na het in‐
schakelen wordt de laatst geselec‐ teerde Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Wordt het Infotainmentsysteem inge‐
schakeld met de knop X terwijl het
contact uitgeschakeld is, dan scha‐
kelt deze na 1 uur automatisch weer
uit.
Volume instellen
Draai aan de X-knop.
De actuele instelling wordt weerge‐
geven op het display.
Page 13 of 151

Inleiding13
Bij het inschakelen van het Infotain‐mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 43.
Automatisch volume
Is Autovolume geactiveerd 3 43,
dan wordt het volume automatisch gecompenseerd voor het geluid van
het wegdek of de wind.
Mute
Druk kort op de knop X voor het dem‐
pen van de audiobronnen.
Om het dempen te annuleren: draai
aan de X-knop.
Bedieningsmodi Radio
Druk herhaaldelijk op de RADIO-knop
om het hoofdmenu van de radio te activeren of te wisselen tussen de
verschillende frequentiebereiken.
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 49.CD-speler
Druk herhaaldelijk op de MEDIA-knop
om de cd-speler te activeren.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 55.
Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐
tern apparaat te activeren (bijv. USB-
apparaat, iPod of smartphone).
Zoek een gedetailleerde beschrijving over het aansluiten en bedienen vanexterne apparaten 3 58.
Navigatie
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.
Druk op het pictogram NAV om de
navigatiekaart weer te geven voor het gebied rondom de huidige locatie.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 66.
Telefoon
Druk op de ;-toets om het Start‐
scherm weer te geven.Selecteer het TELEFOON-picto‐
gram.
Als er een verbinding met een gekop‐
pelde mobiele telefoon tot stand kan
worden gebracht, wordt het hoofd‐ menu van de telefoonmodus weerge‐ geven.
U vindt een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van de mobiele
telefoon via het Infotainmentsysteem
3 96.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen van
een Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 93.
Page 14 of 151

14BasisbedieningBasisbedieningDisplays....................................... 14
Bedieningselementen ..................15
Bediening van het menu ..............22
Toetsenborden ............................ 25
Favorieten .................................... 28
Contacten .................................... 33
Overzicht bediening
aanraakschermen ........................38
Geluidsinstellingen ......................42
Volume-instellingen .....................43
Systeeminstellingen .....................44Displays
Infotainment- en boordinformatiewordt op twee verschillende displays
weergegeven.
Middendisplay
Het middendisplay bevindt zich in het
midden van het instrumentenpaneel.
Dit fungeert als het belangrijkste in‐
formatie- en bedieningscentrum voor
het Infotainmentsysteem.
U kunt hier via de toetsen op het in‐
strumentenpaneel, het aanraak‐
scherm of het touchpad teksten of
commando's invoeren.
Voor een gedetaileerde beschrijving,
zie hoofdstuk "Overzicht bedienings‐
elementen" 3 8 en "Bedieningsele‐
menten" 3 15.
Bestuurdersinformatiecentrum Boven, Touring thema:
Boven,
Sport thema:
Page 15 of 151
Basisbediening15
Midden:
Het Driver Information Center is een
onderdeel van de instrumentengroep
en toont zowel de Infotainmentinfor‐
matie als informatie over de auto (zie de Gebruikershandleiding).
Het Driver Information Center fun‐
geert als extra informatie- en bedie‐
ningscentrum voor een aantal be‐
langrijke Infotainmentfuncties.
Gegevens kunnen worden ingevoerd
via de vijfstandenknop rechts op het
stuur.
Gedetailleerde beschrijvingen vindt u
in "Overzicht bedieningselementen"
3 8 en "Bedieningselementen"
3 15.
Bedieningselementen
Instrumentenpaneel In "Overzicht bedieningselementen"
3 8 vindt u een overzicht van alle be‐
dieningselementen op het instrumen‐
tenpaneel.MENU-knop
De knop MENU is een van de centrale
bedieningselementen voor de me‐
nu's.Draaien: ■ Schermtoets of menuoptie selecte‐
ren.
■ Om door een lijst met menuopties te bladeren.
Page 16 of 151

16Basisbediening
■ Instelwaarde wijzigen.Let op
De geselecteerde optie wordt met
een rood vak gemarkeerd.
Indrukken: ■ Een geselecteerde schermtoets of menuoptie activeren.
■ Een gewijzigde instelwaarde be‐ vestigen.
■ Naar een andere insteloptie over‐ schakelen.
■ Het toepassingspecifieke submenu
weergeven.Let op
Als u niet in de AUDIO-toepassing
bent en in een scherm staat waarin draaien aan de MENU-knop geen
specifieke functie heeft, dan kan de
MENU -knop worden gebruikt om de
frequentie te regelen (frequentiebe‐
reik AM of FM) of om naar de vorige of volgende zender te gaan (fre‐
quentiebereik DAB).
Home-toets
Druk op de toets ; op het instrumen‐
tenpaneel om het Startscherm te ope‐
nen.
BACK-toets
Druk bij het navigeren door de menu's op de knop BACK om naar het naas‐
thogere menu terug te gaan.
Aanraakscherm Het middendisplay heeft een aan‐
raakgevoelig oppervlak dat directe in‐
teractie met het scherm mogelijk
maakt.Knop m op het scherm
Selecteer de schermtoets m om naar
het naasthogere menuniveau te
gaan.
Schermtoets Exit
Selecteer de schermtoets Verl. om
het actuele menu te verlaten.
Een schermtoets of menuoptie
selecteren of activeren
Tik op een knop op het scherm of
menuoptie.
De betreffende systeemfunctie wordt
geactiveerd, er verschijnt een bericht
of een submenu met verdere opties.