3. Trek aan het midden van elk van de
plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
Monteren Verwijderen
4. Draai de schroef linksom en verwijder
deze en trek vervolgens de stofkap
gedeeltelijk van zijn plaats.
5. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
6. Maak de gloeilamp los uit de houder.Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Mistlampen voorí
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar rechts draaien
en de motor stopzetten. Als u de linker
gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar links draaien.
6-56
Onderhoud en verzorging
íBepaalde modellen.
Zelf uit te voeren onderhoud
1. Verwijder het accudeksel.
2. Controleer of de hulpaccu 12 V is en of
de negatieve pool daarvan met de
massa verbonden is.
3. Indien de hulpaccu zich in een andere
auto bevindt, mogen beide auto's elkaar
niet raken. Zet de motor van de auto
met de hulpaccu stop en schakel alle
niet noodzakelijke elektrische
verbruikers in beide auto's uit.
4. Sluit de hulpstartkabels in precies
dezelfde volgorde aan zoals is
aangegeven in de illustratie.
lSluit het ene uiteinde van een
hulpstartkabel aan op de positieve
pool van de uitgeputte accu (1).
lSluit het andere uiteinde aan op de
positieve pool van de hulpaccu (2).
lSluit het ene uiteinde van de andere
hulpstartkabel aan op de negatieve
pool van de hulpaccu (3).
lSluit het andere uiteinde aan op het
massapunt aangegeven in de
illustratie op afstand van de
uitgeputte accu (4).5. Start de motor van de auto waarin zich
de hulpaccu bevindt en laat de motor
gedurende enkele minuten draaien.
Start vervolgens de motor van de auto
met de uitgeputte accu.
6. Maak wanneer u gereed bent de kabels
voorzichtig los, in de omgekeerde
volgorde als beschreven in de
illustratie.
7. Als het accudeksel verwijderd is, dit in
omgekeerde volgorde van verwijderen
monteren.
OPMERKING
Controleer of de deksels stevig op hun
plaats zijn aangebracht.
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
7-27
Oververhitting
Indien het waarschuwingslampje voor
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden, de auto vermogen verliest of u
een luid tikkend of pingelend geluid
hoort, is de motor waarschijnlijk
oververhit.
WAARSCHUWING
Zet het contact uit en let er op dat
de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet en
de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien. U zou
door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur
heet zijn, kan kokend hete
koelvloeistof en stoom onder druk
naar buiten spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
De motorkap UITSLUITEND openen
nadat er geen stoom meer uit de
motorruimte komt:
Stoom van een oververhitte motor is
gevaarlijk. De ontsnappende stoom
kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
Als het waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur gaat
branden:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng
de auto op een veilige plaats tot
stilstand.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren) of
schakel bij een handgeschakelde
versnellingsbak in de neutraalstand.
3. Trek de handrem aan.
4. Schakel de airconditioning uit.
5. Controleer of er koelvloeistof of stoom
uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte
komt:
Niet te dicht in de buurt van de
voorzijde van de auto komen. Zet de
motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar
buiten komt, open vervolgens de
motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof
of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor
stationair laten draaien om deze
geleidelijk te laten afkoelen.
7-30
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
qAls de
motoroliewaarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje wordt
aangegeven
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
druk van de motorolie laag is.
Bij SKYACTIV-D 2.2 gaat ook het
motoroliewaarschuwingslampje branden
als de motorolie ernstig vervuild is.
OPGELET
De motor niet laten draaien wanneer de
oliedruk laag is. Anders kan dit
uitgebreide motorschade tot gevolg
hebben.
Indien het lampje tijdens het rijden gaat
branden:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng
de auto op een veilige en vlakke plaats
tot stilstand.
2. Zet de motor stop en wacht 5 minuten
om de olie naar het carter te laten
terugvloeien.
3. Inspecteer het motoroliepeil (pagina
6-27). Als het peil laag is, de juiste
hoeveelheid motorolie bijvullen en er
daarbij op letten niet teveel bij te
vullen.
OPGELET
De motor niet laten draaien als het
oliepeil laag is. Anders kan dit
uitgebreide motorschade tot gevolg
hebben.
4. Start de motor en controleer het
waarschuwingslampje.
Indien het lampje blijft branden ook als
het oliepeil normaal is of nadat u olie
heeft bijgevuld, de motor onmiddellijk
stopzetten en uw auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur laten slepen.
qAls het motorwaarschuwingslampje
gaat branden of knipperen
Als dit indikatielampje tijdens het rijden
gaat branden, bestaat de kans dat er een
probleem met de auto is. Noteer de
rijomstandigheden waarbij het lampje
begon te branden en raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Het motorwaarschuwingslampje kan in de
volgende gevallen gaan branden:
l(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
Wanneer het niveau van de brandstof in
de tank bijzonder laag is of wanneer de
tank nagenoeg leeg is.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-39
Wanneer“Voertuig stoppen op een
veilig plek”wordt aangegeven
Parkeer de auto op een veilige plaats. Als
de aanduiding na enkele ogenblikken
verdwijnt kunt u verder rijden. Als de
aanduiding niet verdwijnt, contact
opnemen met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Type B
Het waarschuwingslampje zal onder de
volgende omstandigheden gaan branden
of knipperen:
lGaat branden wanneer er een afwijking
is in het 4WD systeem.
lGaat branden als er teveel verschil is in
de bandradius tussen de voor- en
achterwielen.
lGaat knipperen wanneer de
temperatuur van de differentieelolie
abnormaal hoog wordt.
lKnippert wanneer er voortdurend een
groot verschil is tussen het aantal
omwentelingen van de voor- en
achterwielen, zoals wanneer u probeert
weg te rijden op een bevroren wegdek
of wanneer u de auto probeert vrij te
trekken uit modder, zand of
soortgelijke omstandigheden.
Wanneer het lampje brandt
Als het 4WD waarschuwingslampje gaat
branden, contact opnemen met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.Wanneer het lampje knippert
Parkeer de auto op een veilige plaats. Start
de motor na enkele ogenblikken opnieuw,
als het waarschuwingslampje ophoudt met
knipperen kunt u verder rijden. Als het
lampje niet ophoudt met knipperen,
contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qAls de waarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje voor de
automatische transmissie wordt
aangegeven
í
Het lampje/indikatie gaat branden
wanneer er een probleem is met de
transmissie.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje/
waarschuwingsindikatie voor de
automatische transmissie gaat branden,
is er een elektrisch probleem in de
transmissie. Wanneer u in deze toestand
met uw Mazda blijft doorrijden, kan dit
beschadiging van uw transmissie tot
gevolg hebben. Raadpleeg zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-43íBepaalde modellen.
qAls de waarschuwingsindikatie/
indikatielampje voor defecte
stuurbekrachtiging wordt
aangegeven
í
Het indikatielampje voor defecte
stuurbekrachtiging gaat branden of
knipperen als er een defect is in de
stuurbekrachtiging terwijl de motor draait.
Als het indikatielampje brandt of knippert,
de auto onmiddellijk op een veilige plaats
parkeren en de motor stopzetten.
Als het indikatielampje ook als de motor
daarna opnieuw gestart wordt niet uitgaat,
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
OPMERKING
lAls het indikatielampje brandt of
knippert, zal de stuurbekrachtiging
niet normaal functioneren. In dat
geval kan het stuurwiel alsnog
gedraaid worden, echter het sturen
gaat dan zwaarder dan normaal en
het is mogelijk dat het stuurwiel
tijdens het draaien trilt.
lAls tijdens stilstand of uiterst
langzaam rijden het stuurwiel bij
herhaling naar links en naar rechts
gedraaid wordt, is het mogelijk dat
de defectbeveiliging van het
stuurbekrachtigingssysteem in
werking treedt waardoor het sturen
zwaarder wordt. Dit duidt echter niet
op een probleem. Parkeer in dit geval
de auto op een veilige plaats en
wacht enkele minuten totdat het
systeem weer normaal werkt.
7-44
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
qSleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als een sleutel in het interieur van de auto
is achtergelaten en alle portieren en de
achterklep met een afzonderlijke sleutel
worden vergrendeld, wordt er gedurende
ongeveer 10 seconden een pieptoon
gegeven om de bestuurder er op attent te
maken dat de sleutel in het interieur van
de auto is achtergelaten.
Als dit gebeurt, worden de portieren en de
achterklep vergrendeld, maar zullen de
functies van de sleutel die in het interieur
van de auto is achtergelaten tijdelijk
geannuleerd worden.
Voer voor het herstellen van de
sleutelfuncties de procedure van
toepassing uit (pagina 3-9).
qi-stop waarschuwingszoemerí
lAls het bestuurdersportier geopend
wordt terwijl de i-stop functie in
werking is en de motor automatisch is
stopgezet, gaat het i-stop
indikatielampje (groen) knipperen
(Europese modellen) en klinkt
tegelijkertijd de zoemer om de
bestuurder op de hoogte te stellen dat
de motor is stopgezet. Wanneer het
bestuurdersportier gesloten wordt, stopt
de zoemer.
lAls één van de volgende handelingen
wordt uitgevoerd nadat de motor
automatisch is stopgezet, gaat het i-
stop waarschuwingslampje (oranje)
branden en klinkt er tegelijkertijd een
pieptoon. In dit geval wordt de motor
om veiligheidsredenen niet automatisch
opnieuw gestart, alhoewel het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
(handgeschakelde versnellingsbak) of
het rempedaal wordt losgelaten
(automatische transmissie). Gebruik de
standaard motorstartprocedure voor het
starten van de motor.
lDe motorkap geopend wordt.lDe bestuurder staat op het punt uit te
stappen terwijl de keuzehendel in de
stand D/M staat (niet in
blokkeermodus voor tweede
versnelling) (behalve Europese
modellen) (de veiligheidsgordel van
de bestuurder is losgemaakt en het
bestuurdersportier is geopend).
qRijsnelheidsalarmí
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen (pagina 4-34).
qWaarschuwingszoemer voor
bandenspanning
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden wanneer
er een afwijking is in de bandenspanning
(pagina 4-141).
7-54
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Technische gegevens
qMotor
Benzinemotor
OnderwerpTechnische gegevens
SKYACTIV-G 2.0 SKYACTIV-G 2.5
Type DOHC-16V in lijn, 4 cil.
Boring x slag 83,5 × 91,2 mm 89,0 × 100 mm
Cilinderinhoud 1998 cc 2488 cc
CompressieverhoudingEuropees model 14,0
13,0
Behalve Europees model 13,0
Dieselmotor
OnderwerpTechnische gegevens
SKYACTIV-D 2.2
Type DOHC-16V in lijn, 4 cil.
Boring x slag 86,0 × 94,3 mm
Cilinderinhoud 2191 cc
Compressieverhouding 14,0
qElektrische systeem
OnderwerpClassificatie
SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5 SKYACTIV-D 2.2
AccuQ-85
*1T- 1 1 0*112V-55Ah/20UUR*2of 12V-65Ah/20UUR*2
BougienummerOriginele Mazda
bougie*3PE5R-18-110 of PE5S-18-110―
*1 Q-85 of T-110 is bestemd voor het i-stop systeem (FOR STOP & START). Voor de juiste werking van het i-
stop systeem mag enkel gebruik gemaakt worden van Q-85 of T-110 (FOR STOP & START). Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor bijzonderheden.
*2 Niet voor i-stop systeem.
*3 De bougies zorgen er voor dat de SKYACTIV-G optimale prestaties kan leveren. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor bijzonderheden.
OPGELET
Gebruik voor het reinigen van iridium bougies geen draadborstel. De fijne deeltjeslaag
op de iridiumlegering en de platina punten kunnen beschadigd worden.
Technische gegevens
9-5