WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de adaptieve
cruisecontrol (ACC) ingeschakeld
te laten wanneer u deze niet ge-
bruikt. U kunt het systeem dan per
ongeluk instellen en sneller rijden
dan u wilt. U kunt hierdoor de con-
trole over de auto verliezen een
aanrijding veroorzaken. Laat het
systeem altijd uitgeschakeld als u
het niet gebruikt.GEWENSTE ACC-
SNELHEID INSTELLEN
Wanneer de auto de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de knop SET
-. Het EVIC toont de ingestelde snel-
heid.
Neem uw voet van het gaspedaal.
Doet u dat niet, dan kan de auto blij-
ven versnellen tot voorbij de inge-
stelde snelheid. Als dat gebeurt:
Verschijnt de melding "DRIVER
OVERRIDE" (ingreep door be-
stuurder) op het EVIC.
Regelt het systeem niet langer de afstand tussen uw auto en uw voor-
ligger. Wordt de snelheid alleen be-
paald door de stand van het gaspe-
daal. ANNULEREN
Het systeem schakelt ACC uit zonder
het geheugen te wissen als:
U het rempedaal kort intrapt en
weer loslaat.
U het rempedaal intrapt.
U op de schakelaar CANCEL drukt.
Het ABS-systeem wordt geactiveerd. De versnellingsbak in de stand NEUTRAAL wordt gezet.
Het elektronisch stabiliteitsregel- systeem/tractieregelsysteem (ESP/
ASR) wordt geactiveerd.
Adaptive Cruise Control (ACC) OFF (adaptieve cruisecontroluitgeschakeld)
ACC Set
Ingreep door de bestuurder
145
OPMERKING: Als ACC wordt
hervat of ingesteld terwijl ESP/
ASR is uitgeschakeld, zal ESP au-
tomatisch opnieuw worden inge-
schakeld.
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt uitgeschakeld en
wist de ingestelde snelheid uit het ge-
heugen als u:
Kort op de knop ON/OFF drukt.
De contactschakelaar in de standOFF zet. SNELHEID HERVATTEN
Druk kort op de knop RES
+. Neem
vervolgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC toont de laatst ingestelde
snelheid.
OPMERKING: U kunt ACC her-
vatten vanaf een minimumsnel-
heid van 32 km/u.
WAARSCHUWING!
U dient de Resume-functie alleen te
gebruiken als de verkeers- en
wegomstandigheden dat toestaan.
Terugkeren naar een ingestelde
snelheid die te hoog of te laag is
voor de verkeers- of wegomstandig-
heden kan tot gevaarlijke situaties
leiden doordat de auto teveel ver-
snelt of afremt. Het negeren van
deze waarschuwingen kan een aan-
rijding en ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
INGESTELDE SNELHEID
AANPASSEN
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de
ingestelde snelheid verhogen door de knop RES
+ingedrukt te houden. Het
EVIC toont de snelheidstoename:
Als u in de US-modus de knop inge-
drukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 8 km/u.
Als u in de metrische modus de knop
ingedrukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de knop RES +tot een
verhoging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Telkens wanneer u op-
nieuw kort op de knop drukt, wordt
de snelheid met 1,6 km/u verhoogd.
In de metrische modus leidt het een-
malig indrukken van de knop RES +
tot een verhoging van de ingestelde
snelheid met 1,0 km/u. Telkens wan-
neer u opnieuw kort op de knop
drukt, wordt de snelheid met
1,0 km/u verhoogd.
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de
ingestelde snelheid verlagen door de
knop SET -ingedrukt te houden.
Als u in de US-modus de knop inge-
drukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid af in stappen van 8 km/u.
Adaptieve cruisecontrol (ACC) geannuleerd
146
MENU VAN DE ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
Het EVIC toont de huidige instellin-
gen van het ACC-systeem. Het EVIC
bevindt zich in het bovenste deel van
de instrumentengroep, tussen de snel-
heidsmeter en de toerenteller. De ge-
toonde informatie is afhankelijk van
de status van het ACC-systeem.
OMHOOG- en OMLAAG-knoppen
Druk herhaaldelijk op de knop
MENU (op het stuur), totdat een van
de volgende meldingen wordt weerge-
geven in het EVIC:
Adaptive Cruise Control OFF
(adaptieve cruisecontrol uitge-
schakeld)
Als ACC is uitgeschakeld, ver-schijnt op het scherm de melding
"Adaptive Cruise Control OFF
(adaptieve cruisecontrol uitgescha-
keld).
Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready (adaptieve cruisecontrol ge-
reed) Als ACC is ingeschakeld, maar de
rijsnelheid niet is ingesteld, ver-
schijnt op het scherm de melding
"Adaptive Cruise Control (ACC)
Ready" (adaptieve cruisecontrol
gereed).
ACC ingesteld
Als ACC is ingesteld, wordt de in- gestelde snelheid weergegeven.
De ingestelde snelheid blijft zicht- baar op het scherm in plaats van de
kilometerstand wanneer het EVIC-
scherm verandert terwijl ACC is
ingesteld.
Het ACC-scherm wordt opnieuw ge-
toond wanneer een ACC-activiteit
plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld:
Wijzigen van de ingestelde snelheid
Wijzigen van de ingestelde volgafstand
Annuleren van het systeem
Ingreep door de bestuurder
Uitschakelen van het systeem
Naderingswaarschuwing van ACC Waarschuwing ACC niet beschik-
baar
Als het ACC-scherm langer dan 5 seconden niet actief is, toont het
EVIC het laatst gekozen scherm.
WAARSCHUWINGEN EN
ONDERHOUDSAANWIJ-
ZINGEN OP HET SCHERM
Waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle"
(reinig radarsensor aan voorzijde
voertuig).
De ACC-waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle" (reinig
radarsensor aan voorzijde voertuig)
wordt getoond wanneer de systeem-
prestaties tijdelijk worden beperkt
door de omstandigheden. Dit komt
vooral voor bij slecht zicht, zoals tij-
dens sneeuwval of zware regenbuien.
Het ACC-systeem kan ook tijdelijk
niet beschikbaar zijn doordat de sen-
sor is bedekt met modder, vuil of ijs.
In dergelijke gevallen zal de waar-
schuwing "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" (reinig radarsensor
149
aan voorzijde voertuig) op het EVIC
verschijnen en wordt het systeem uit-
geschakeld.
Het bericht "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" (reinig radarsensor
aan voorzijde voertuig) wordt soms
getoond als u rijdt in omgevingen met
veel reflectie (zoals tunnels met reflec-
terende tegels of gebieden met ijs en
sneeuw). Het ACC-systeem herstelt
zich nadat de auto deze omgevingen
heeft verlaten. In zeldzame gevallen,
wanneer de radar geen voertuigen of
objecten vóór zich detecteert, kan
deze waarschuwing tijdelijk worden
weergegeven.
OPMERKING: Als de ACC-
waarschuwing "Clean Radar Sen-
sor In Front Of Vehicle" (reinig ra-
darsensor aan voorzijde voertuig)
actief is, is de modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid) nog
steeds beschikbaar. Raadpleeg de
paragraaf "Modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid)" in
dit hoofdstuk voor meer informa-
tie hierover.Als de weersomstandigheden geen
oorzaak kunnen zijn, dient u de sen-
sor te controleren. Het kan noodzake-
lijk zijn een obstakel van de sensor te
verwijderen of deze te reinigen. De
sensor bevindt zich in het midden van
de auto, achter de onderste grille.
Voor een juiste werking van het ACC-
systeem dient u de volgende onder-
houdsaanwijzingen op te volgen:
Houd de sensor altijd schoon. Veeg
de lens voorzichtig schoon met een
zachte doek. Voorkom beschadi-
ging van de sensorlens.
Verwijder geen schroeven van de sensor. Het verwijderen van schroe-
ven kan een storing in het ACC-
systeem tot gevolg hebben of het
opnieuw uitlijnen van de sensor
noodzakelijk maken.
Laat de auto nakijken door een er- kende dealer als de sensor is be-
schadigd door een aanrijding.
Monteer geen accessoires in de na- bijheid van de sensor, ook geen transparant materiaal of een an-
dere grille. Dat kan een storing of
defect in het ACC-systeem veroor-
zaken.
Als de omstandigheid waardoor het
systeem werd uitgeschakeld niet lan-
ger aanwezig is, keert het systeem te-
rug naar de status "Adaptive Cruise
Control OFF (adaptieve cruisecontrol
uitgeschakeld). U kunt het systeem
dan opnieuw activeren, waarna de
huidige instellingen weer worden ge-
bruikt.
OPMERKING: Het monteren van
een bescherming of een andere
grille of wijzigen van de grille
wordt afgeraden. Hierdoor kan de
sensor worden geblokkeerd en de
werking van het ACC-systeem wor-
den belemmerd.
Waarschuwing ACC niet
beschikbaar
Als het systeem wordt uitgeschakeld
en in het EVIC de melding "Adaptive
Cruise Control (ACC) Unavailable"
(adaptieve cruisecontrol niet beschik-
baar) wordt weergegeven, is er moge-
lijk sprake van een tijdelijke storing
150
die de werking van ACC beperkt.
Hoewel u nog steeds met de auto kunt
rijden, zal het ACC-systeem tijdelijk
niet beschikbaar zijn. Als dit gebeurt,
kunt u proberen ACC later opnieuw te
activeren nadat u de contactschake-
laar uit- en weer ingeschakeld heeft.
Als het probleem aanhoudt, breng
dan een bezoek aan uw erkende dea-
ler.
VOORZORG TIJDENS HET
RIJDEN MET ACC
Onder sommige rijomstandigheden
kan het ACC-systeem moeite te heb-
ben met de detectie. In een dergelijk
geval kan ACC laat of onverwachtremmen. U dient als bestuurder altijd
alert te zijn om te kunnen ingrijpen.
Gebruik van een aanhangwagen/
trekhaak
Het gewicht van een aanhangwagen/
trekhaak kan de prestaties van ACC
beïnvloeden. Als er een merkbare ver-
andering optreedt na het aankoppelen
van een aanhangwagen/trekhaak of
als ACC niet in de normale stand te-
rugkeert na het afkoppelen van de
aanhangwagen of verwijderen van
een trekhaak, breng dan een bezoek
aan uw erkende dealer.
Verspringend verkeer
Het ACC-systeem kan een voertuig in
dezelfde rijstrook mogelijk niet waar-
nemen als dat voertuig niet recht voor
u rijdt. Het kan zijn dat er onvol-
doende afstand is tot uw voorligger.
Uw voorligger kan uw rijtraject onder
een hoek kruisen waardoor uw auto
plotseling kan remmen of versnellen.
Afslaan en bochten nemen
Bij afslaan of bochten nemen kan
ACC een voorligger te laat of te vroeg
opmerken. Daardoor kan uw auto
plotseling of laat remmen. Wees in
bochten extra alert en wees erop voor-
bereid uw remmen te gebruiken. Pas
in bochten uw snelheid aan.
De ACC kan soms de auto remmen
en/of een waarschuwing geven op
momenten dat u dat niet nodig vindt.
Dat is dan meestal het gevolg van de
Waarschuwing "Adaptive Cruise
Control (ACC) Unavailable"
(adaptieve cruisecontrol niet beschikbaar)
151
MODUS NORMALE
CRUISECONTROL (VASTE
SNELHEID)
Naast adaptieve cruisecontrol be-
schikt is ook de modus Normale
cruisecontrol (vaste snelheid) be-
schikbaar, voor het rijden met een
constante snelheid. De modus Nor-
male cruisecontrol is bedoeld om een
ingestelde snelheid aan te houden,
zonder dat het gaspedaal bediend
hoeft te worden. De cruisecontrol kan
alleen worden gebruikt als de auto een
snelheid heeft van meer dan 32 km/u.
Als u een andere modus wilt active-
ren, drukt u op de knop MODE (mo-
dus) wanneer de systeemstatus OFF,
READY of SET (uit, gereed of inge-
steld) actief is. Als de systeemstatus
ACC READY of ACC SET (ACC ge-
reed of ACC ingesteld) actief was, zal
de melding "Cruise Ready" (cruise-
control gereed) worden getoond. Als
de systeemstatus ACC OFF (ACC uit-
geschakeld) actief was, zal de melding
"Cruise Off" (cruisecontrol uitge-
schakeld) worden getoond. Als u wilt
terugkeren naar de modus Adaptievecruisecontrol, drukt u nogmaals op de
toets MODE (modus).
WAARSCHUWING!
In de modus Normale cruisecontrol
zal het systeem niet reageren op
voertuigen die vóór u rijden. Bo-
vendien wordt de naderingswaar-
schuwing niet geactiveerd en klinkt
er zelfs als u te dicht op het voertuig
voor u rijdt geen alarmsignaal, om-
dat het voor u rijdende voertuig en
de tussenafstand niet worden gede-
tecteerd. Houdt een veilige afstand
aan tot het voertuig dat vóór u rijdt.
Zorg dat u zich altijd bewust bent
van de gekozen modus.
De gewenste snelheid instellen
Wanneer de auto de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de knop SET
-. Het EVIC toont de ingestelde snel-
heid.
OPMERKING: Tijdens het instel-
len of wijzigen van de snelheid
wordt de nieuwe waarde weerge-
geven op het scherm, niet op de
snelheidsmeter. Ingestelde snelheid aanpassen
U kunt de ingestelde snelheid op twee
manieren wijzigen:
Trap het gaspedaal in om de ge-
wenste snelheid te bereiken en druk
vervolgens op de knop SET -.
Druk kort op de knop RES +of SET
- aan om de ingestelde snelheid res-
pectievelijk te verhogen of verlagen
met stappen van 1 km/u. Houd de
knop RES +of SET -ingedrukt om
de snelheid te verhogen met stap-
pen van 5 km/u.
Annuleren
Het systeem schakelt de modus Nor-
male cruisecontrol uit zonder het ge-
heugen te wissen als:
U het rempedaal kort intrapt en weer loslaat of intrapt.
U op de knop CANCEL (annule- ren) drukt.
Het elektronisch stabiliteitsregel- systeem/tractieregelsysteem (ESP/
ASR) wordt geactiveerd.
153
Hervatten
Druk op de knop RES+en neem
vervolgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC toont de laatst ingestelde
snelheid.
Uitschakelen
Het systeem wordt uitgeschakeld en
wist de ingestelde snelheid uit het ge-
heugen als u:
Kort op de knop ON/OFF drukt.
De contactschakelaar in de stand OFF zet.
ESP uitschakelt.
Als het cruisecontrolsysteem wordt
uitgeschakeld en vervolgens weer in-
geschakeld, activeert het systeem de
laatste instelling van de bestuurder
(ACC of Normale cruisecontrol).
FORWARD COLLISION
WARNING (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Forward Collision Warning (FCW)
waarschuwt de bestuurder voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig vóór u en wijst de bestuurder erop
actie te ondernemen om een aanrij-
ding te voorkomen.
FCW bewaakt de informatie van de
vooruitkijksensor, van de elektroni-
sche remregeling EBC (Electronic
Brake Controller) en van de wielsnel-
heidsensoren om te berekenen of zich
het gevaar van een kop-staartbotsing
voordoet. Wanneer het systeem con-
stateert dat een kop-staartbotsing
waarschijnlijk is, verschijnt een waar-
schuwingsmelding (met geluidssig-
naal) in het EVIC. Wanneer het sys-
teem bepaalt dat een aanrijding met
het voertuig vóór u niet langer waar-
schijnlijk is, worden de waarschuwin-
gen uitgeschakeld.
OPMERKING: De minimumsnel-
heid voor inschakeling van het
FCW-systeem is 16 km/u.
WAARSCHUWING!
Forward Collision Warning (FCW)
is niet bedoeld om zelfstandig een
aanrijding te voorkomen en kan
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
ook niet elke soort mogelijke aan-
rijding herkennen. De bestuurder
blijft verantwoordelijk voor de be-
sturing van de auto en het voorko-
men van een aanrijding. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
De FCW-status wijzigen
De FCW-functie kan worden ingesteld
op veraf of dichtbij, of kan worden
uitgeschakeld met het Uconnect
Touch™ systeem. Raadpleeg de para-
graaf "Instellingen van Uconnect
Touch™" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer infor-
matie hierover. De FCW-status Off
(uit), Near (dichtbij) of Far (veraf)
wordt getoond in het Uconnect
Touch™ scherm.
De standaardinstelling van de FCW is
"Far" (veraf). Hierbij waarschuwt het
systeem u voor een mogelijke aanrij-
ding met een voertuig vóór u terwijl u
154
4
HET INSTRUMENTENPANEEL
FUNCTIES VAN HET INSTRUMENTENPANEEL . .182 INSTRUMENTENGROEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . .183
BESCHRIJVINGEN INSTRUMENTENGROEP . . .184
ELEKTRONISCH VOERTUIGINFORMATIECENTRUM (EVIC) . . . . .190
SCHERM VAN ELEKTRONISCH VOERTUIGINFORMATIECENTRUM (EVIC) . . .191
WITTE INDICATOREN IN EVIC . . . . . . . . . . . .192
ORANJE INDICATOREN IN EVIC . . . . . . . . . . .193
RODE INDICATOREN IN EVIC . . . . . . . . . . . . .194
OLIEVERVERSING VEREIST . . . . . . . . . . . . .195
BERICHTEN ROETFILTER DIESELMOTOR (DPF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .196
BRANDSTOFVERBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . .196
CRUISECONTROL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .197
VOERTUIGSNELHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . .198
RITINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .198
BANDENSPANNING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .198
VOERTUIGINFORMATIE (INFORMATIEFUNCTIES VOOR DE KLANT)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen) . . . . . . . .199
MESSAGES # (AANTAL BERICHTEN). . . . . . . .199
179