Page 124 of 384

treedt wanneer de contactschakelaar in de stand OFF
staat.
Als een van de autoportieren is geopend en de schake-
laar in het bekledingspaneel wordt bediend om de auto
af te sluiten, zal het voertuigsysteem na het sluiten van
alle portieren controleren of er binnen of buiten de
auto geldige afstandsbedieningen met Passive Entry
aanwezig zijn. Wanneer een van afstandsbedieningen
met Passive Entry wordt gedetecteerd binnen in de
auto en er geen andere geldige afstandsbedieningen
met Passive Entry worden gedetecteerd buiten de
auto, ontgrendelt het Passive Entry systeem automa-
tisch alle portieren en zal er drie keer een claxonsignaal
klinken (bij de derde poging worden ALLE portieren
vergrendeld en kan de afstandsbediening met Passive
Entry worden ingesloten in de auto).
Portieren vergrendelen
Aan de buitenzijde van de handgrepen op de voorpor-
tieren bevinden zich vergrendelknoppen. (afb. 88)
Houd een van de afstandsbedieningen met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het
bestuurders- of passagiersportier en druk op de knop
LOCK van de handgreep om alle vier portieren en de
achterklep te vergrendelen.OPMERKING:
Nadat u de vergrendelknop hebt ingedrukt, dient u
twee seconden te wachten voordat u de portieren
kunt vergrendelen of ontgrendelen met een Passive
Entry portierhandgreep. Op deze wijze kunt u door
aan de portiergreep te trekken controleren of de
auto is afgesloten, zonder dat de auto reageert en de
portieren ontgrendelt.
Het Passive Entry systeem werkt niet als de batterij van de afstandsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld met de
toets vergrendelknop van de afstandsbediening of de
vergrendelknop aan de binnenzijde van de portieren.
(afb. 88) Vergrendelknop op de portierhandgreep aan de buitenzijde
118
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 198 of 384

inzittenden wanneer de actuatoren geactiveerd wor-
den. De botsingsensoren bevinden zich bij de voor-
bumper.
De EPPM bewaakt de gereedheid van de elektronische
onderdelen van het actieve motorkapsysteem wanneer
de contactschakelaar in de stand START of ON/RUN
staat. Als de sleutel zich in de stand LOCK, in de stand
ACC, of buiten het contact bevindt, is het actieve
motorkapsysteem niet ingeschakeld en zal de actieve
motorkap niet geactiveerd worden.De EPPM beschikt over een reservevoeding, waardoor
de actuatoren ook geactiveerd kunnen worden wan-
neer de accu leeg is of is losgekoppeld.
Onderhoud van actief motorkapsysteem
Als de EPPM de actieve motorkap heeft geactiveerd of
een storing in een van de onderdelen van het systeem
detecteert, licht het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem op en verschijnt (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) het bericht "SERVICE ACTIVE
HOOD" (onderhoud actieve motorkap noodzakelijk)
op het scherm van het elektronische voertuiginforma-
tiecentrum (EVIC). Een enkel geluidssignaal klinkt als
het waarschuwingslampje voor het airbagsysteem gaat
branden na de eerste keer starten. De module bevat
ook diagnosefuncties die het waarschuwingslampje(afb. 124)3 — Laatste beweging omlaag om het vergrendelmecha-
nisme te activeren
(afb. 125)
Teruggestelde actieve hoofdsteun
192
UW AUTO
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 276 of 384

WAARSCHUWING!
P
as op voor de radiateurventilator
wanneer de motorkap is geopend. Als de
contactschakelaar in de stand ON staat , kan
deze ventilator op elk moment gaan draaien. Er
bestaat gevaar voor letsel door draaiende venti-
latorbladen.
Verwijder alle metalen sieraden zoals horloges
of armbanden die onbedoeld elektrisch contact
kunnen maken. Dit kan ernstig letsel veroorza-
ken.
Accu's bevatten zwavelzuur dat in uw huid en
ogen kan branden en ze produceren waterstofgas
dat ontvlambaar en explosief is. Houd open vuur of
vonken daarom altijd uit de buurt van de accu.
1. Trek de handrem aan, zet de automatische versnel- lingsbak in de stand PARK en de handgeschakelde
versnellingsbak in de 1e versnelling en zet de con-
tactschakelaar in de stand LOCK.
2. Schakel de verwarming, de radio en alle overbodige stroomverbruikers uit.
3. Verwijder de beschermkap van de positieve (+)
accupool. Druk, om de beschermkap te verwijde-
ren, de borglip in en trek de kap naar boven.
4. Wanneer u de accu van een ander voertuig gebruikt voor het starten met startkabels, parkeer de auto dan zo, dat accu met de startkabels bereikbaar is,
trek de handrem aan en zorg ervoor dat de contact-
schakelaar in de stand OFF staat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat beide voertuigen geen
c
ontact kunnen maken. Hierdoor kan
een massaverbinding ontstaan met mogelijk per-
soonlijk letsel als gevolg.
PROCEDURE VOOR HET STARTEN MET
STARTKABELS
WAARSCHUWING!
Als u deze procedure niet volgt , kan dit
per
soonlijk letsel en schade aan eigen-
dommen tot gevolg hebben door het exploderen
van de accu.Het niet opvolgen van deze procedure
kan leiden tot schade aan het laadsys-
teem van het voertuig dat de starthulp
biedt , of van de auto met de lege accu.
1. Sluit het einde van de pluskabel (+)van de startka-
bel aan op de externe pluspool (+)van auto met de
lege accu.
270
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 336 of 384

OPMERKING:Opzettelijk knoeien aan het uitlaat-
gasregelsysteem is strafbaar en kan leiden tot straf-
rechtelijke vervolging.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand ver-
oor
zaken wanneer u boven brandbaar
materiaal parkeert . Denk bijvoorbeeld aan
droog gras of bladeren die in aanraking komen
met de hete uitlaat . Parkeer daarom nooit op
een ondergrond waar uw uitlaat in aanraking
kan komen met brandbaar materiaal.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer ernstige motor-
schade) kan een doordringende geur duiden op een
ernstige en abnormale oververhitting van de katalysa-
tor. Als dat gebeurt, breng de auto dan veilig tot
stilstand, zet de motor uit (OFF) en laat deze afkoelen.
Laat de auto zo spoedig mogelijk controleren en afstel-
len volgens de specificaties van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om mogelijke schade
aan de katalysator tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten of het contact afzetten terwijl de versnellingsbak is ingeschakeld en
de auto rijdt.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen. De motor niet voor langere tijd in zijn vrij laten lopen
terwijl de aansluitingen van de bobine zijn losgekop-
peld.
KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als
u werkzaamheden gaat verrichten
in de buurt van de radiatorventilator,
moet u de ventilatormotor loskoppelen of de
contactschakelaar in de stand LOCK zetten. De
ventilator is temperatuurgeregeld en kan op elk
moment gaan draaien indien de contactschake-
laar in de stand ON staat .
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom uit de
radiateur kunnen ernstige brandwonden veroor-
zaken. Als u stoom van onder de motorkap hoort
of ziet komen, mag u de motorkap pas openen
nadat de radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als de radi-
ateur heet is.
330
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24