Page 289 of 359
09
287
Naar het menu "MUZIEK-MEDIA"
""""""""MEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIA""""""""
Deze lijst verschijnt ook als u op toets LIST vande bediening op het stuur drukt.
Wisselen van de lijst in het menu (links/rechts).
of
Druk op MEDIA.
Page 290 of 359

09MULTIMEDIASPELERS
CD, MP3-CD, USB-SPELER
De autoradio speelt bestanden met de extensie "wma, .aac, .flac,.ogg, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, .m3u, ...) kunnenniet worden afgespeeld.
WMA-bestanden moeten van het type WMA9
Standaard zijn.
De bemonsterin
gsfrequenties (sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in(maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
INFORMATIE EN ADVIEZEN
Het s
ysteem is geschikt voor externe geluidsdragers(USB of iPod via USB-kabel - niet meegeleverd).
Indien een USB-stick die verscheidene
partities bevat
wordt aangesloten op het systeem, wordt alleen de eerste partitie herkend.
U kunt deze apparatuur bedienen via de audio-installatie van de auto.
Het aantal tracks is beperkt tot een maximum van
2000, 999 tracks per map.
Als het stroomverbruik op de USB-poort boven de 500 mA uitkomt, wordt het systeem in de
beschermmodus geschakeld en uitgezet.
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de Jack-plug worden aangesloten.
Een U
SB-stick moet geformatteerd zijn naar FAT 16 of 32 om te
kunnen worden afgespeeld.
Als te
gelijkertijd een Apple® -speler en een USB-stick zijn aangesloten,
werkt het systeem niet.
Gebruik voor een goede werking bij voorkeur originele Apple ®
USB-kabels.
Page 291 of 359

09
SRC/
289
AUDIOBRONNEN
Plaats de CD in de s
peler, steek de USB-stick in de USB-poort of sluit de USB-apparatuur via een kabel(niet meegeleverd) op de USB-poort aan.
Het s
ysteem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aan
gesloten.
Het verwi
jderen van alle andere danmuziekbestanden en het verminderen van het
aantal afspeellijsten zal het aanmaken van deze
afspeellijsten versnellen.
De a
fspeellijsten worden iedere keer na hetopnieuw aanzetten van het contact of het aansluiten
van een USB-stick vernieuwd. De autoradio slaat
de lijsten echter wel op en als ze niet zijn gewijzigd,
is de laadtijd korter.
Het afspelen volgt na een korte tijd, afhankelijk van
de capaciteit van de USB-stick.GELUID
SBRON KIEZEN
Via de toets SOURCE of SRC op het stuur kunt u van de ene naar
de andere geluidsbron overschakelen.
"CD/CD MP3
"
" USB, iPod"
"
AUX "
" STREAMING "
"RADIO "
Druk op MEDIA voor weergave van het
menu " MEDIA ".
Selecteer " Andere Media" en bevestiguw keuze.
Page 292 of 359
09
/
/
//
//
/ +/
-
+
/
EEN TRACK SELECTEREN
MULTIMEDIASPELERS
Vorige track.
Vo l
gende track.
Vori
ge afspeellijst.
Vo l
gende afspeellijst.
Snel vooruit.
Snel achteruit.
P
auze: twee keer indrukken van de
toets Vol+/Vol- op het stuurwiel of Mute
op het bedieningspaneel. LI
ST: Overzicht van tracks enafspeellijsten op USB of CD
Omhoog en omlaag in de lijst.
Bevestigen, verder in de menustructuur.
Terug in de menustructuur. Even in
gedrukt houden
Even in
gedrukt houden
Page 293 of 359

09
291
STREAMING AUDIO
Streaming audio biedt de mogelijkheid om muziekbestanden op de
telefoon via de audio-installatie in de auto af te spelen.
Maak een verbindin
g met de telefoon: zie het hoofdstuk "TELEFONEREN".
Kies het profiel "
Audio " of "Alle".
Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de telefoon.
Het bedienen is mo
gelijk via de randapparatuur of met de toetsen vande autoradio.
Als de streamin
g audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als eengeluidsbron beschouwd.
Wi
j adviseren de functie " Herhalen " voor Bluetooth-apparatuur in te schakelen.
MULTIMEDIASPELERS
APPLE®-SPELER AANSLUITEN
Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen be
gint automatisch.
De bedienin
g gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums / genres / playlists / audiobooks / podcasts).
De standaardindelin
g is de indeling per artiest. Om dit te veranderen
moet u terug naar het eerste niveau in de structuur om vervolgens
een andere indeling te selecteren (bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer afzakt naar de gewenste track.
De modus "Shuffle tracks" bi
j de iPod® correspondeert met de modus®
"Random" bij de autoradio.
De modus "Shuffle album" bi
j de iPod® correspondeert met de modus®
"Random all" bij de autoradio.
De modus "
Shuffle tracks" wordt standaard weergegeven bij
aansluiten van het apparaat.
De softwareversie van de autoradio kan incompatibel zi
jn met de generatie van uw Apple®-speler.
De lijst van compatibele uitrusting en een update voor de software zijnverkrijgbaar bij het CITROËN-netwerk.
jp g
Page 294 of 359
09MULTIMEDIASPELERS
AUX-INGANG GEBRUIKEN
Audio-kabel niet meegeleverd
Sluit het externe apparaat (MP3-speler enz.) met een geschikte kabelaan op de JACK-aansluiting. Druk op MEDIAvoor weergave van het menu "MEDIA".
Selecteer "AUX-ingang inschakelen/uitschakelen" en bevestig uw keuze.
Stel eerst het volume van het externe
apparaat in (luid). Regel daarna het
volume van de audio-installatie in de auto.
De bedienin
g gebeurt via het externe apparaat.
Page 295 of 359

10
293
AUDIO-INSTELLINGEN
Deze zijn op te vragen met de toets MUSIC op het bedieningspaneel of door de toets RADIO of MEDIA (afhankelijk
van de geluidsbron) even ingedrukt te
houden.
-
"Klankkleur " (6 verschillende opties) r
-
"Bassen"
- " Hoge tonen "
- " Loudness "
(In-/uitschakelen)
-
"Verdeling" (" Bestuurder ", " rAlle passagiers ")
- " Balans " (Links/Rechts)
-"Fade
r " (Voor/Achter)r
-
"Autom. volume " afhankelijk van de rijsnelheid (In-/uitschakelen)
De
( Klankkleur , Bassen, Hoge tonen en Loudness) zijn voor elke geluidsbron apart in te stellen.
De instellin
gen van de verdeling van het geluid en de balans zijn voor alle geluidsbronnen gelijk.
De verdelin
g van het geluid (of de ruimtelijke verdeling dankzij het
Arkamys©-systeem) in de auto is belangrijk voor de kwaliteit van de
weergave en kan worden afgestemd op het aantal inzittenden. Geïnte
greerd audiosysteem: Sound Staging van Arkamys © .
Dankzi
j het Sound Staging-systeem krijgen de bestuurder en de passagiers het gevoel bij een live-uitvoering aanwezig te zijn: het geluid lijkt van voren
te komen en omgeeft de inzittenden volledig.
Deze nieuwe ervarin
g wordt mogelijk gemaakt door de software van de
autoradio die de digitale signalen van de mediaspelers (radio, CD, MP3, ...)bewerkt zonder dat de instellingen van de luidsprekers veranderd hoeven
te worden. Bij de bewerking van de signalen wordt rekening gehouden met
de vorm van het interieur, zodat de muziek optimaal wordt weergegeven.
De Arkam
ys©-software in uw autoradio bewerkt het digitale signaal van
alle mediaspelers (autoradio, CD, MP3, enz.) waardoor een natuurlijkegeluidsweergave wordt verkregen, waarbij het geluid van voren, ter hoogte van de voorruit, lijkt te komen waardoor zowel stemmen als muziekinstrumenten optimaal tot hun recht komen.
Page 296 of 359
11CONFIGURATIE
WEERGAVE INSTELLEN
Druk op SETUP voor het menu "Configuratie ".
Selecteer " Kies de kleur " en bevestig ruw keuze om de weergave van dekleuren en de kaart op het scherm in testellen:
- stand "Da
g",
- stand "Nacht",
- automatische da
g/nacht-stand,
op basis van het branden van de
verlichting.
Selecteer " Lichtsterkte instellen " enbevestig uw keuze om de lichtsterkte in
te stellen.
Druk op " OK
" om de wijzigingen op teslaan.
De instellin
gen voor dag en nacht zijn
onafhankelijk van elkaar.
Selecteer " Configuratie weergave "en bevestig uw keuze.