Page 161 of 202

C te hoge spanning: overmatigeslijtage in het midden van het
loopvlak;
Banden moeten worden vervangen
wanneer de profieldiepte van het
loopvlak minder dan 1,6 mm bedraagt.
Houd u in ieder geval aan de wettelijke
voorschriften van het land waarin wordt
gereden.
BELANGRIJK
Voor bepaalde versies/markten kan de
4C uitgerust zijn met banden die hoge
prestaties leveren en die een betere grip
kunnen garanderen; dit leidt echter
wel tot snellere slijtage.
Tref de volgende voorzorgsmaatregelen
om schade aan de banden te
voorkomen:
❒ vermijd harde stoten tegen de
stoeprand, kuilen of obstakels
evenals langdurig rijden over een
slecht wegdek;
❒ controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen,
oneffenheden of onregelmatige
slijtage op het loopvlak;
❒ rijd niet met een te zwaar beladen
auto. Stop onmiddellijk bij een lekke
band en verwissel het wiel; ❒
banden verouderen, ook als ze
weinig gebruikt zijn. Scheurtjes in het
loopvlak en op de wangen betekenen
dat de band verouderd is. Laat de
banden door gespecialiseerd
personeel controleren als ze langer
dan 6 jaar onder de auto zijn
gemonteerd;
❒ monteer, bij vervanging altijd nieuwe
banden, vermijd het gebruik van
banden van dubieuze oorsprong;
❒ bij de montage van een nieuwe band
moet ook een het ventiel worden
vervangen.
BELANGRIJK
126) De wegligging van de auto
hangt ook af van de juiste
bandenspanning.
127) Als de bandenspanning te laag is, kan de band oververhit raken
en als gevolg daarvan ernstig
beschadigd raken.
128) Verwissel de banden niet van de linkerzijde naar de rechterzijde
en andersom, om omkering van
de draairichting te vermijden. 129) Voer geen
lakspuitwerkzaamheden op de
lichtmetalen velgen uit op een
temperatuur hoger dan 150°C. De
mechanische kenmerken van de
wielen kunnen hierdoor
veranderen.
130) Het voertuig is altijd uitgerust met voor- en achterwielen van
verschillende afmetingen. Daarom
kunnen de achterwielen niet aan
de voorzijde gemonteerd worden
en andersom.
158
ONDERHOUD EN ZORG
3-10-2013 16:37 Pagina 158
Page 162 of 202

RUITENWISSERHet is raadzaam het wisserblad
ongeveer jaarlijks te vervangen.
131)
Met enkele eenvoudige
voorzorgsmaatregelen kan de
beschadiging van het wisserblad
worden gereduceerd:
❒bij temperaturen onder het vriespunt
moet men controleren of het
wisserblad niet op de ruit is
vastgevroren. Gebruik zo nodig een
antivriesmiddel om het wisserblad vrij
te maken;
❒ verwijder eventuele sneeuw van de
ruit;
❒ laat de ruitenwisser nooit op een
droge ruit werken.
BELANGRIJK Til de arm van de
ruitenwisser nooit op wanneer deze
zich in zijn ruststand bevindt. Zie de
volgende aanwijzingen om het
wisserblad op de juiste wijze van de
voorruit op te tillen. Wisserblad optillen
Als het wisserblad van de voorruit
opgetild moeten worden (bijv. in geval
van sneeuw of als de bladen vervangen
moeten worden), ga dan als volgt te
werk:
❒
zet de draaischakelaar A fig. 120 op
(wisser uit).
❒ draai de contactsleutel naar de stand
MAR en daarna naar STOP.
❒ plaats, nadat de contactsleutel op
STOP is gezet, de rechterhendel
binnen 2 minuten minstens een halve
seconde in de onstabiele ("anti-
paniek") stand naar boven. De
ruitenwisser voert vervolgens een
gedeelte van een slag uit; bij elk
commando wordt circa 1/3 van een
normale wisserslag uitgevoerd. ❒
de vorige handeling kan maximaal 3
keer herhaald worden om het
wisserblad in de geschiktste stand te
zetten;
❒ til het wisserblad van de voorruit op
en voer de vereiste werkzaamheid
uit;
❒ laat het wisserblad zakken en breng
het weer in contact met de voorruit;
❒ breng het wisserblad weer in de
ruststand door de contactsleutel naar
MAR te draaien.
26)
Wisserblad voorruit
vervangen
Ga als volgt te werk:
❒til het wisserblad op volgens de
eerder gegeven aanwijzingen;
❒ druk op lipje A fig. 121 van de
koppelingsveer en verwijder het
wisserblad van de arm;
❒ monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
❒ breng de wisserarm voorzichtig tegen
de ruit.
120
A0L0021
159
3-10-2013 16:37 Pagina 159
Page 163 of 202

RUITENSPROEIERS
Ruitensproeiers
De ruitensproeiers zijn verstelbaar fig.
122. Ze zijn oorspronkelijk in de fabriek
afgesteld. Neem contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt om ze
indien nodig opnieuw af te stellen.Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst of er
ruitensproeiervloeistof in het reservoir zit
(zie paragraaf “Controle van
vloeistofniveaus” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de
sproeigaatjes niet verstopt zijn. Gebruik
zo nodig een naald om ze te
ontstoppen.
BELANGRIJK
131) Rijden met een versleten
wisserblad is bijzonder gevaarlijk,
doordat het zicht onder slechte
weersomstandigheden wordt
beperkt.
BELANGRIJK
26) Schakel de ruitenwisser niet metvan de ruit opgetilde wisserbladen
in.
CARROSSERIEBESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De auto is van geavanceerde
technologische oplossingen voor een
doeltreffende bescherming van de
externe carrosserie en structuur
voorzien.
De beste producten en de beste
verfsystemen verlenen de externe
carrosserie een bijzonder hoge
weerstand tegen atmosferische
invloeden (zonnestraling, zure regen,
enz.) en grind, door een specifieke
bescherming te bieden.
Ook het chassis, dat gemaakt is van
een lichte, corrosiebestendige legering,
is behandeld om de vorming van
oppervlakteoxidatie te voorkomen.
CORROSIEGARANTIE
De auto bezit een garantie tegen
doorroesten, veroorzaakt door corrosie,
van alle originele structuurelementen.
Voor de algemene voorwaarden van
deze garantie wordt verwezen naar het
garantieboekje.
121
A0L0086
122
A0L0087
160
ONDERHOUD EN ZORG
3-10-2013 16:37 Pagina 160
Page 164 of 202

TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
5)
27) 28)
Werk krassen en schuurplekken
onmiddellijk bij.
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld
raadzaam de auto vaker te wassen in
gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om de auto correct
te wassen:
❒als voor het wassen van de auto
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan
om beschadiging of aantasting te
voorkomen. Onthoud dat stagnerend
water op lange termijn de auto kan
beschadigen;
❒ maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒ was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit; ❒
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. De auto moet na het
wassen niet onmiddellijk binnengezet
worden, maar even buiten gelaten
worden zodat waterresten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit als hij in de zon heeft
gestaan of als de achterklep nog warm
is: de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van de
auto gewassen worden.
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn. Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
Motorruimte
Aan het einde van de winter moet de
motorruimte zorgvuldig worden
gewassen, zonder de straal op de
regeleenheden te richten. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
161
3-10-2013 16:37 Pagina 161
Page 165 of 202

BELANGRIJK
5) Schoonmaakmiddelenveroorzaken waterverontreiniging.
Was daarom de auto op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
BELANGRIJK
27) Om de esthetischeeigenschappen van de lak te
behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstproducten
voor het reinigen van de auto
worden gebruikt.
28) Vermijd wassen met waterkanonnen, rollen en/of
borstels in autowasstraten.
Gebruik voor het wassen van de
auto, uitsluitend met de hand,
pH-neutrale reinigingsmiddelen;
droog af met een vochtige zeem.
INTERIEUR
132) 133)
Controleer regelmatig of het interieur
schoon is, onder de matten, ook om
beschadigingen aan de koolstofdelen te
voorkomen.
Om de matten in het interieur te
verwijderen en weer op hun plaats te
leggen, als volgt te werk gaan:
❒draai de bouten met vouwring A fig.
123 los, aan bestuurders- en
passagierszijde;
❒ trek de klittenbandstrips B uit elkaar
in het voorste deel onder de matten,
til de matten op van de vloer. Leg de matten weer op de vloer,
controleer of de openingen aan de
achterkant van de matten samenvallen
met de zittingen van de bouten op
de vloer.
Ga als volgt te werk om de matten
weer op hun plaats te leggen:
❒
draai de bouten met vouwring A fig.
123 vast in de zittingen op de vloer;
❒ plak de klittenbandstrips van de
matten aan die op de vloer, oefen
een lichte druk uit en controleer of de
matten goed vast zitten.
134)
STOELEN EN STOFFEN
OF MICROVEZEL
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Om de bekleding van
microvezel beter schoon te kunnen
maken (inclusief die van het stuurwiel,
voor bepaalde versies/markten)
adviseren wij u de borstel vochtig te
maken. Reinig de stoelen met een
spons bevochtigd met een oplossing
van water en neutrale zeep.
123
A0L0143
162
ONDERHOUD EN ZORG
3-10-2013 16:37 Pagina 162
Page 166 of 202

LEDEREN STOELEN
(voor bepaalde versies/markten)
Verwijder het droge vuil met een
zeemleren lap of een iets vochtige
doek, zonder al te veel druk uit te
oefenen. Verwijder vlekken van
vloeistoffen of vet met een
absorberende, droge doek zonder te
wrijven. Reinig vervolgens met een
zachte doek of een zeemleren lap
bevochtigd met water en neutrale zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is,
gebruik dan een speciaal
reinigingsmiddel en volgt de
aanwijzingen strikt op.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol.
Controleer of de gebruikte
reinigingsproducten geen alcohol of
alcoholderivaten, zelfs niet in kleine
hoeveelheden bevatten.KUNSTSTOF EN
GECOATE
INTERIEURDELEN
Reinig kunststof interieurdelen met een
vochtige doek (bij voorkeur een
microvezeldoek) en een oplossing van
water en een neutraal, niet-schurend
reinigingsmiddel. Gebruik voor het
reinigen van olieachtige of hardnekkige
vlekken speciale producten zonder
oplosmiddelen die het originele
voorkomen en de kleur van de
interieurdelen niet veranderen.
Verwijder stof met een microvezeldoek,
eventueel bevochtigd met water. Het
gebruik van papieren doekjes wordt
afgeraden, aangezien deze resten
achterlaten.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol,
benzine of afgeleide producten om het
glas van het instrumentenpaneel te
reinigen.LEDEREN
INTERIEURDELEN
(voor bepaalde versies/markten)
Gebruik uitsluitend water en neutrale
zeep om deze delen schoon te maken.
Gebruik nooit alcohol of producten
op basis van alcohol. Controleer
alvorens een specifiek product voor
interieurreiniging te gebruiken, of het
geen alcohol en/of stoffen op basis van
alcohol bevat.
BELANGRIJK
132) Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum of
wasbenzine voor het reinigen van
het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door
het wrijven tijdens het reinigen
ontstaat, kan brand veroorzaken.
133) Bewaar geen spuitbussen in de auto: ontploffingsgevaar.
Spuitbussen mogen niet
blootgesteld worden aan
temperaturen boven 50°C.
Wanneer de auto in de zon staat,
kan de binnentemperatuur deze
waarde ruim overschrijden.
163
3-10-2013 16:37 Pagina 163
Page 167 of 202
134) Er mogen geen obstakels op devloer onder de pedalen liggen;
verzeker u ervan dat de matten
altijd plat liggen en niet
interfereren met de pedalen.
164
ONDERHOUD EN ZORG
3-10-2013 16:37 Pagina 164
Page 168 of 202

TECHNISCHE GEGEVENS
Alles dat u nuttig kunt vinden om te
begrijpen hoe uw auto is gemaakt en
hoe hij werkt is in dit hoofdstuk vermeld
en wordt toegelicht met gegevens,
tabellen en grafieken. Voor de
liefhebbers en de monteurs, maar ook
gewoon voor degenen die elk detail van
hun auto willen kennen.IDENTIFICATIEGEGEVENS..............166
MOTORCODES -
CARROSSERIEVERSIES .................168
MOTOR ..........................................169
BRANDSTOFTOEVOER ..................170
TRANSMISSIE ................................171
REMMEN ........................................172
WIELOPHANGING ..........................173
STUURINRICHTING ........................174
WIELEN ..........................................175
AFMETINGEN .................................179
PRESTATIES ...................................180
GEWICHTEN...................................181
TANKEN..........................................182
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN ..........................183
BRANDSTOFVERBRUIK .................186
CO2-EMISSIE .................................187
RICHTLIJNEN VOOR DE
BEHANDELING VAN HET
VOERTUIG AAN HET EINDE VAN
DE LEVENSDUUR ..........................188
165
3-10-2013 16:37 Pagina 165