Page 65 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
DAU23202
Zijstandaard controleren en sme-
ren De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10731
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende zij-
standaard kan het wegdek raken en u af-
leiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23251
Smeren van de achterwielophan-
ging De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet
U1CRD1D0.book Page 22 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 66 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU51950
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de voorvork op schade en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk hetstuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro- leren.
DAU23283
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-30 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder- ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
U1CRD1D0.book Page 23 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 67 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50210
Accu De accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
●
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uwogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel- heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi- nuten met water en roep direct
medische hulp in.
●
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
●
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
3. Accu
U1CRD1D0.book Page 24 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 68 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
LET OP
DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie of de accuka- bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU38373
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
het kastje met zekeringen voor afzonderlij-
ke circuits bevinden zich onder het bestuur-
derszadel. (Zie pagina 3-15.)1. Hoofdzekering
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
4. Zekeringenkastje
U1CRD1D0.book Page 25 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 69 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU38455
Koplampgloeilamp vervangen Dit model heeft een koplamp die is uitgerust
met twee halogeen gloeilampen. Als de
lamp van het grootlicht of dimlicht is doorge-
brand, vervang deze dan als volgt.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
1. Zekeringenkastje
2. Zekering van gelijkstroom kabelstekker voor accessoires
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering parkeerlichten
6. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer- systeem)
7. Koplampzekering
8. Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen: Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
25.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Circuitzekering kabelaansluiting
voor accessoires: 3.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Backup-zekering:
3.0 A
1. Gloeilamp voor dimlicht
2. Gloeilamp voor grootlicht
U1CRD1D0.book Page 26 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 70 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
De koplampunit verwijderen1. Verwijder de koplamphuiskap door de bouten los te halen.
2. Maak de aangegeven stekker los. 3. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
Koplampgloeilamp voor grootlicht vervan-
gen1. Verwijder de kap van de fitting door deze linksom te draaien.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
2. Koplamphuiskap
1. Kabelaansluiting
1. Schroef
U1CRD1D0.book Page 27 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 71 of 88
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
2. Maak de koplampstekker los en ver-wijder dan de fitting.
3. Verwijder de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder. 5. Sluit de stekker aan en plaats de kap
van de fitting door deze rechtsom te
draaien.
Koplampgloeilamp voor dimlicht vervangen
1. Maak de koplampstekker los en ver- wijder de doorgebrande gloeilamp
door deze linksom te draaien.
2. Plaats een nieuwe gloeilamp door deze rechtsom te draaien.
3. Sluit de koplampstekker aan.
De koplampunit aanbrengen 1. Monteer de koplampunit door de schroeven aan te brengen.
2. Sluit de stekker aan op de koplamp-
huiskap. 3. Monteer de koplamphuiskap door de
bouten aan te brengen.
4. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
1. Kap gloeilamphouder
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
1. Koplampstekker
2. Koplampgloeilamp
U1CRD1D0.book Page 28 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 72 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU38382
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder het richtingaanwijzerglasdoor de schroef te verwijderen en
daarna het glas linksom te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Breng het glas weer aan door het
rechtsom te draaien en daarna de
schroef aan te brengen. LET OP:
Draai de schroef niet te vast, hier-
door kan de lens breken.
[DCA11191] DAU24330
Kentekenverlichting Als de kentekenverlichting niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
21
U1CRD1D0.book Page 29 Friday, September 23, 2011 11:17 AM