Page 33 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
3. Draai de borgmoer vast met het voor-geschreven aanhaalmoment. LET
OP: Draai altijd de borgmoer tegen
de stelmoer en zet de borgmoer dan
vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.
[DCA10121]
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.●
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
●
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
●
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
●
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-
dealer.
DAU15282
EXUP-systeem Dit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door een klep die de
binnendiameter van de uitlaatpijp reguleert.
De stand van de EXUP-klep wordt door een
computergestuurde servomotor constant
aangepast overeenkomstig het motortoe-
rental.LET OP
DCA10191
●
Het EXUP-systeem werd afgesteld
en uitgebreid getest op de Yamaha
fabriek. Als deze afstellingen wor-
den gewijzigd zonder dat voldoen-
de technische kennis aanwezig is,
kan de werking van de motor ach-
teruitgaan of wordt de motor be-
schadigd.
●
Als het EXUP-systeem niet hoor-
baar is wanneer contact is gemaakt,
laat het dan door een Yamaha
dealer controleren.
1. Afstand AVeervoorspanning: Minimum (zacht):Afstand A = 171 mm (6.73 in)
Standaard:
Afstand A = 171 mm (6.73 in)
Maximum (hard): Afstand A = 162 mm (6.38 in)
Aanhaalmoment: Borgmoer:30 Nm (3.0 m·kgf, 22 ft·lbf)
U1CRD1D0.book Page 18 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 34 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
DAU15305
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10241
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en laat het repareren door een Yamaha
dealer als de werking niet naar behoren
is.
DAU44892
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.●
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
●
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
●
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U1CRD1D0.book Page 19 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 35 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets
voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
U1CRD1D0.book Page 20 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 36 of 88
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
3
DAU38354
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires
WAARSCHUWING
DWA12531
Controleer, om een elektrische schok of
kortsluiting te voorkomen, of de dop op
de gelijkstroomaansluiting is aange-
bracht als u de aansluiting niet gebruikt.LET OP
DCA15311
Het accessoire dat is aangesloten op de
gelijkstroomaansluiting voor accessoi-
res moet niet worden gebruikt terwijl de
motor uit staat en mag niet meer stroom
opnemen dan 36 W (3 A), anders zou de
zekering door kunnen branden of de
accu ontladen kunnen raken.
Een 12V-accessoire, aangesloten op de ge-
lijkstroom kabelstekker voor accessoires
onder het bestuurderszadel, kan worden
gebruikt als de sleutel in de stand “ON”
staat.1. Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires
2. Gelijkstroom kabelstekkerdop voor accessoi-res
21
U1CRD1D0.book Page 21 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 37 of 88

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in de ze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbeluchtingsslang/ove
rloopslang op obstakels, scheuren of be-
schadiging en controleer de slangaansluiting. 3-13, 3-14
Motorolie Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 6-9
Olie in huis van primaire aan-
drijfketting Controleer de machine op olielekkage.
6-12
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-17, 6-17
U1CRD1D0.book Page 1 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 38 of 88

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Achterrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-17, 6-17
Koppeling Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-15, 6-17
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-13, 6-20
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 6-20
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
6-13, 6-15
Rem- en schakelpedalen Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.
6-21
Rem- en koppelingshendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 6-21
Zijstandaard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het scharnierpunt.
6-22
ITEM CONTROLES PAGINA
U1CRD1D0.book Page 2 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 39 of 88
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschakelaar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 3-19
ITEM CONTROLES PAGINA
U1CRD1D0.book Page 3 Friday, September 23, 2011 11:17 AM
Page 40 of 88

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU47150
OPMERKINGDit model is uitgerust met:●
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
wordt op de multifunctionele meter
foutcode 30 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Draai de sleutel
naar “OFF” en vervolgens naar “ON”
om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten, on-
danks dat de motor wordt aangezwen-
geld als u op de startknop drukt.
●
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. In dat geval
wordt op de multifunctionele meter
foutcode 70 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Druk op de start-
schakelaar om de foutcode te wissen
en de motor opnieuw te starten.
DAU36745
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:●
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
●
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-19 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.●
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
●
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
●
Controlelampje startblokkering
LET OP
DCA11833
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat branden wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, of
wanneer een waarschuwings- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
U1CRD1D0.book Page 1 Friday, September 23, 2011 11:17 AM