Page 25 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
De helderheid instellenMet deze functie regelt u de helderheid van
het toerentellerpaneel en snelheidsmeter
(“Meter panel”) (tellerpaneel), de naald van
de toerenteller (“Needle”) (naald) en het
multifunctionele display (“Display”) in over-
eenstemming met het aanwezige daglicht.1. Druk op “SELECT” om “Brightness”
(Helderheid) te markeren.
2. Druk op “RESET”, druk vervolgens op “SELECT” om door de functies te bla-
deren en een item te markeren.
3. Druk op “RESET”. De segmenten van het helderheidsniveau voor het gese-
lecteerde item gaan knipperen.
4. Druk op “SELECT” om het gewenste helderheidsniveau te markeren.
5. Druk op “RESET” om het helderheids-
niveau in te stellen. 6. Druk “SELECT” om te bladeren
naar “ ”, druk vervolgens op “RESET”
om terug te keren naar het vorige me-
nu.
De instellingen van het controlelampje
schakelmoment selecterenMet deze functie kiest u of het controlelamp-
je schakelmoment wordt geactiveerd en of
het bij activering knippert of continu brandt. 1. Druk op “SELECT” om “Shift light”
(Schakellampje) te markeren.
2. Druk op “RESET”. 3. Druk op “SELECT” om “Operation se-
lection” (Werkingsselectie) te marke-
ren.
4. Druk op “RESET”. Druk op “SELECT” en markeer “On”
(Aan) om het controlelampje te active-
ren. Het controlelampje brandt continu
na activering.
Druk op “SELECT” en markeer “Flash”
(Knipperen) om het controlelampje te
activeren. Het controlelampje gaat
knipperen na activering.
Druk op “SELECT” en markeer “Off”
(Uit) om het controlelampje te deacti-
veren. Het controlelampje brandt niet
en gaat niet knipperen.1. Controlelampje schakelmoment
1
U2S3D3D0.book Page 10 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 26 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
OPMERKINGHet controlelampje knippert elke twee se-
conden eenmaal om aan te geven dat het is
gedeactiveerd. Het controlelampje gaat uit
wanneer dit menu wordt afgesloten.5. Druk op “RESET” om de activiteit vanhet controlelampje schakelmoment in
te stellen.
6. Druk nogmaals op “RESET” om terug
te keren naar het vorige menu.
Het toerental in relatie tot het controlelamp-je schakelmoment instellenMet deze functie kiest u het motortoerental
waarbij het controlelampje wordt geacti-
veerd en gedeactiveerd. U kunt alle ver-
snellingen op hetzelfde activerings-
/deactiveringstoerental instellen of u kunt
de versnellingen afzonderlijk instellen.
Druk op “SELECT” om “r/min setting” (Toe-
rentalinstelling) te markeren en druk vervol-
gens op “RESET”.
OPMERKINGHet controlelampje schakelmoment kan
worden ingesteld om te worden geactiveerd
tussen 3000 tpm en 10500 tpm en om te
worden gedeactiveerd tussen 3500 tpm en
11000 tpm in stappen van 500 tpm.Alle versnellingen op hetzelfde toerental in-
stellen: 1. Druk op “SELECT” om “All” (Alle) te
markeren.
2. Druk op “RESET”; “On” (Aan) wordt weergegeven.
3. Druk op “RESET” zodat de toerental- cijfers gaan knipperen. 4. Druk op “SELECT” om het motortoe-
rental te markeren waarbij het contro-
lelampje schakelmoment wordt
geactiveerd.
5. Druk op “RESET” om het geselecteer-
de motortoerental in te stellen. “Off”
(Uit) wordt gemarkeerd en de cijfers
van het toerental gaan knipperen.
6. Druk op “SELECT” om het motortoe- rental te markeren waarbij het contro-
lelampje schakelmoment wordt
gedeactiveerd.
7. Druk op “RESET” om het geselecteer- de motortoerental in te stellen.
8. Druk nogmaals op “RESET” om terug te keren naar het vorige menu.
Het toerental voor elke versnelling afzon-
derlijk instellen:
1. Druk op “SELECT” om versnellingen van “1st” (1e) tot en met “5th” (5e) te
markeren, en druk vervolgens op “RE-
SET”.
2. Als u drukt op “RESET” gaan de toe- rentalcijfers voor de gemarkeerde ver-
snelling knipperen. Voer vervolgens
de stappen 4–8 onder “Alle versnellin-
U2S3D3D0.book Page 11 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 27 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
gen op hetzelfde toerental instellen:”
uit om het toerental voor de afzonder-
lijke versnellingen in te stellen.
OPMERKINGAls u het toerental voor de afzonderlijke ver-
snellingen hebt ingesteld en u kiest “All” (Al-
le), worden alle eerder ingestelde
toerentallen voor afzonderlijke versnellin-
gen teruggezet naar de standaardinstellin-
gen 9000 (activering) en 11000
(deactivering).3. Druk “SELECT” om te bladerennaar “ ”, druk vervolgens op “RESET”
om terug te keren naar het vorige me-
nu.
De helderheid van het controlelampje scha-kelmoment instellenMet deze functie regelt u de helderheid van
het controlelampje schakelmoment. 1. Druk op “SELECT” om “Brightness” (Helderheid) te markeren.
2. Druk op “RESET” zodat de segmenten van het helderheidsniveau gaan knip-
peren. 3. Druk op “SELECT” om het gewenste
helderheidsniveau te markeren.
4. Druk op “RESET” om het gewenste helderheidsniveau in te stellen.
5. Druk op “RESET” om terug te keren naar het vorige menu.
6. Druk op “SELECT” om te bladeren
naar “ ” en druk vervolgens op “RES-
ET”. Op deze wijze kunt u een ander
item in het menu selecteren.
De klok instellen
1. Druk op “SELECT” om “Display” te markeren.
2. Druk op “RESET”. Het volgende scherm wordt weergegeven. 3. Druk op “RESET” zodat de uuraandui-
ding gaat knipperen.
4. Druk op “SELECT” om de uuraandui- ding te verhogen.
5. Druk op “RESET” zodat de minuten-
aanduiding gaat knipperen.
6. Druk op “SELECT” om de minuten- aanduiding te verhogen.
7. Druk op “RESET” om de klok te star- ten.
8. Druk nogmaals op “RESET” om terug
te keren naar het vorige menu.
Alle functies voor helderheid en controle-
lampje schakelmoment terugstellenHiermee worden alle instellingen van de
functies voor de helderheid en het controle-
lampje schakelmoment teruggesteld. 1. Druk op “SELECT” om “Display” te markeren.
2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om “All reset” (Alle terugstellen) te markeren.
U2S3D3D0.book Page 12 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 28 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
4. Druk op “RESET” en druk vervolgensop “SELECT” om “Yes” (Ja) te marke-
ren.
5. Druk op “RESET” om de waarden voor de helderheid en het controlelampje
schakelmoment terug te stellen op de
fabrieksinstelling. De weergave keert
terug naar de normale modus.OPMERKINGAls u verdere instellingen voor het multi-
functionele display wilt uitvoeren, opent u
de selectiemodus opnieuw door “SELECT”
en “RESET” tegelijkertijd ten minste drie se-
conden ingedrukt te houden.De stopwatch gebruikenU kunt de stopwatch als volgt activeren.1. Druk op “SELECT” om “Stopwatch” te markeren. 2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om “Stopwatch” te
markeren.
4. Druk op “RESET”. Het multifunctionele display verandert
in de normale modus en in plaats van
de klok wordt nu de stopwatch weer-
gegeven.
5. Druk op “SELECT” om de stopwatch te starten.
6. Druk op de startknop “ ” of op “SE-
LECT” om de stopwatch te stoppen.
7. Druk op “RESET” om de stopwatch te- rug te stellen op nul.
OPMERKING●
Als gedurende een minuut noch op
“SELECT” noch op “RESET” wordt ge-
drukt, verandert het scherm automa-
tisch in de normale modus.
●
Houd “RESET” ten minste twee se-
conden ingedrukt om het scherm te
wijzigen in de normale modus.
●
Als u verdere instellingen voor het mul-
tifunctionele display wilt uitvoeren,
opent u de selectiemodus opnieuw
door “SELECT” en “RESET” tegelijker-
tijd ten minste drie seconden ingedrukt
te houden.
De aftelklok gebruikenU kunt de aftelklok als volgt activeren.
1. Druk op “SELECT” om “Stopwatch” te markeren.
2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om “Countdown” (Aftelling) te markeren.
4. Druk op “RESET”. Het multifunctionele display verandert in de normale mo-
dus, in plaats van de klok wordt nu de
U2S3D3D0.book Page 13 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 29 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
stopwatch weergegeven en de indica-
tor voor de ingeschakelde versnelling
verandert in de aftelklok.
5. Als u drukt op “SELECT” of in een ver- snelling schakelt, begint de aftelklok af
te tellen vanaf “5”. Tegelijkertijd knip-
pert het controlelampje schakelmo-
ment afhankelijk van het weergegeven
aantal (als bijvoorbeeld “5” wordt
weergegeven, knippert het controle-
lampje vijf maal, wanneer “4” wordt
weergegeven, knippert het controle-
lampje vier maal, enzovoort). De stop-
watch begint te tellen wanneer de
aftelklok het aftellen afrondt.
6. Druk op de startknop “ ” of “SE-
LECT” om de aftelklok te stoppen.
7. Druk op “RESET” om de aftelklok en stopwatch terug te stellen op nul.
8. Herhaal de stappen 5–7, of houd “RE-
SET” weer ten minste twee seconden
ingedrukt om de normale modus te
openen.
OPMERKINGZorg om verdere instellingen van het multi-
functionele display uit te voeren dat de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat en keer
terug naar de selectiemodus door “SE-
LECT” en “RESET” ten minste drie secon-
den ingedrukt te houden.De systeemstatus controleren en terugstel-len op nulDe status/stand van de volgende items
wordt weergegeven en u kunt de rittellers
terugstellen op nul.●
rittellers en kilometerteller
●
brandstofverbruik
●
luchtaanzuigtemperatuur
●
stand van gasklepopening
OPMERKING●
U kunt het menu “System status” (Sys-
teemstatus) niet bekijken als het waar-
schuwingslampje brandstofniveau of
koelvloeistoftemperatuur brandt.
●
Als het waarschuwingslampje brand-
stofniveau of koelvloeistoftemperatuur
gaat branden terwijl de motor loopt en
het systeemstatusmenu wordt weer-
gegeven, wordt automatisch de nor-
male modus weergegeven.
1. Druk op “SELECT” om “System sta- tus” (Systeemstatus) te markeren en
druk vervolgens op “RESET”.
2. Druk op “SELECT” om “Yes” (Ja) te markeren en druk vervolgens op “RE-
SET”. (Markeer “No” (Nee) en druk op
“RESET” om terug te keren naar het
vorige menu.)
De weergave verandert in het status-
scherm.
U2S3D3D0.book Page 14 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 30 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
Druk op “SELECT” en de diverse rittellers
en kilometerteller worden in de onderstaan-
de volgorde weergegeven:
(TRIP-F) → TRIP-1 → TRIP-2 → ODO →
(TRIP-F)
Druk op “RESET” om een ritteller terug te
stellen op nul.OPMERKING●
Alleen voor Groot-Brittannië: Houd
“SELECT” ten minste twee seconden
ingedrukt om te schakelen tussen kilo-
meters en mijlen.
●
Druk op “RESET” om de normale mo-
dus gedurende vijf seconden weer te
geven. Houd “SELECT” en “RESET”
tegelijkertijd ten minste drie seconden
ingedrukt om de weergave te wijzigen
in de normale modus.
●
Als u verdere instellingen voor het mul-
tifunctionele display wilt uitvoeren,
opent u de selectiemodus opnieuw
door “SELECT” en “RESET” tegelijker-
tijd ten minste drie seconden ingedrukt
te houden.
De onderhoudstellers terugstellen op nulMet deze functie kunt u de onderhoudstel-
lers voor de banden, de olie en een item
naar keuze terugstellen op nul. 1. Druk op “SELECT” om “Maintenance”
(Onderhoud) te markeren.
2. Druk op “RESET”.
3. Druk op “SELECT” om het item te mar- keren dat u wilt terugstellen op nul. 4. Druk op “RESET” om het item terug te
stellen op nul.
OPMERKING●
Het onderste gebied is leeg gelaten
voor een ander item waarvoor de be-
stuurder de afstand wil controleren na-
dat dit is gewijzigd, vervangen of
gecontroleerd (zoals het luchtfilterele-
ment, motoronderdelen, enzovoort).
●
Er kunnen geen letters en cijfers wor-
den ingevoerd in het lege gebied.
5. Druk op “SELECT” om te bladerennaar “ ”.
6. Druk op “RESET” om terug te keren naar het vorige menu.
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-serve
2. Klok
3. Huidig brandstofverbruik
4. Weergave gasklepopening
5. Indicator ingeschakelde versnelling
6. Weergave luchtaanzuigtemperatuur
12 3
654
U2S3D3D0.book Page 15 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 31 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
ZelfdiagnosesysteemOPMERKINGHet display geeft foutcodes alleen weer in
de normale modus.Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in een van de circuits van het startblok-
keersysteem een storing wordt gedetec-
teerd, knippert het controlelampje
startblokkering en geeft het display een
foutcode weer.
OPMERKINGAls het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,
probeer dan het volgende.1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-
start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.LET OP
DCA11590
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
1. Controlelampje startblokkering
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
1. Weergave foutcode
2
1
1
U2S3D3D0.book Page 16 Wedne
sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 32 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
DAU1234A
Stuurschakelaars Links
Rechts
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Startknop “ ”
543
2
1
1
2
U2S3D3D0.book Page 17 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM