2012 YAMAHA TZR50 Instructieboekje (in Dutch)

Page 57 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van band
Voor elke rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de

Page 58 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) DAU21962
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.
�Voor elke rit moeten de velgranden
worden

Page 59 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) DAUT1221
Vrije slag van voorremhendel
controleren
1. Vrije slag voorremhendel
De vrije slag van de remhendel dient 2,0-
5,0 mm (0,08-0,20 in) te bedragen, zoals
weergegeven. Controleer de vrije slag v

Page 60 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) DAU22273
Remlichtschakelaars
1. Stelmoer remlichtschakelaar
2. Remlichtschakelaar
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet
oplichten nét voordat de remmen aangrij-

Page 61 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) 1. Slijtage-indicatorgroef remblok
2. Breng de remklauwbout aan en zetdeze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
DAU22580
Controleren van
remvloeistofniveau
Voorrem
1. Merkstreep minimumniv

Page 62 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) typen remvloeistof kunnen schadelij-
ke chemische reacties optreden en
kan de remwerking verslechteren.
�Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreservoir
kan binnendringen. Wa

Page 63 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) 3. Meet de spanning van de aandrijfket-ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is.
OPMERKING
Bij het controleren van de spanning van
de aandrijfketti

Page 64 of 92

YAMAHA TZR50 2012  Instructieboekje (in Dutch) OPMERKING
Controleer of de twee inkepingen in de
wielasmoer zich tegenover het gat door
de wielas bevinden, of draai de wielas-
moer anders verder vast totdat dit wel het
geval is.
6. Zorg ervoor dat