Page 25 of 92
DAUS1550
2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende 2-takt injectie-
smering aanwezig is in het oliereservoir.
Vul indien nodig de voorgeschreven 2-takt
injectiesmering bij.
Het oliereservoir voor 2-takt injectiesme-
ring bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-12).
1. Oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
2. Dop oliereservoir voor 2-takt injectiesmering
1. Verwijder de dop van het oliereser-voir voor 2-takt injectiesmering door
deze los te trekken. 2. Breng de dop van het reservoir voor
2-takt injectiesmering weer aan door
deze in de reservoiropening te druk-
ken.
OPMERKING
Controleer of de dop van het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
geplaatst alvorens met de machine te
gaan rijden.
Aanbevolen olie:Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid: 1,40 L (1,48 US qt, 1,23 Imp.qt)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 25
2AS-F819D-D0.indd 2531/07/12 11:38
Page 26 of 92
DAU13561
Brandstofkraan
Via de brandstofkraan wordt de benzine
vanuit de brandstoftank toegevoerd en
bovendien gefilterd.
De brandstofkraan kent drie standen:
OFF
1. Puntig uiteinde op “OFF”
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine niet door. Zet de kraanhendel
steeds in deze stand als de motor niet
draait.ON
1. Puntig uiteinde op “ON”
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine door naar de carburateur. Tij-
dens normaal rijden hoort de kraanhendel
in deze stand te staan.
RES
1. Puntig uiteinde op “RES”
Dit is de reservestand. Zet de kraanhendel
in deze stand wanneer u tijdens een rit
zonder brandstof komt te staan. Vul de
brandstoftank zodra de gelegenheid zich
voordoet. Vergeet na het tanken niet de
kraanhendel weer op “ON” te zetten!
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 26
2AS-F819D-D0.indd 2631/07/12 11:38
Page 27 of 92
DAU13590
Chokehendel “ ”
1. Chokehendel
Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in richting (a) om de
choke aan te zetten.
Beweeg de hendel in richting (b) om de
choke uit te zetten.
DAU13900
Zadel
Verwijderen van het zadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai hem dan zoals afgebeeld.
1. Zadelslot
2. Openen
2. Trek het zadel los.
Aanbrengen van het zadel 1. Steek het uitsteeksel aan de voorzij- de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Druk het zadel aan de achterzijdeomlaag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 27
2AS-F819D-D0.indd 2731/07/12 11:38
Page 28 of 92

DAUM1941
Slotcompartiment
1. Stang U-slot
Het slotcompartiment, dat zich in het
opbergcompartiment onder het zadel
bevindt, is ontworpen voor een origineel
CYCLELOK-slot van Yamaha. (Zie pagina
3-12 voor het openen en sluiten van het
zadel.) Bij het opbergen van een CYCLE-
LOK-slot in het opbergcompartiment
moet dit stevig met de riemen worden
bevestigd. Als het CYCLELOK-slot niet in
het opbergcompartiment is opgeborgen,
maak dan de riemen vast om het niet te
verliezen.
OPMERKING
Sommige U-sloten passen niet in het slot-
compartiment vanwege hun grootte of
vorm.DAU39671
Achteruitkijkspiegels
De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren wor-
den ingeklapt om het parkeren in smalle
ruimten te vergemakkelijken. Klap de
spiegels terug in hun oorspronkelijke
stand voordat u gaat rijden.
DWA14371
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-
pen alvorens weg te rijden.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 28
2AS-F819D-D0.indd 2831/07/12 11:38
Page 29 of 92

DAU15305
Zijstandaard
1. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de
zijstandaard met uw voet omhoog of
omlaag terwijl u de machine rechtop
houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
DWA10241
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden
opgetrokken (of niet omhoog blijft),
anders kan de zijstandaard de grond
raken en zo de bestuurder afleiden,
waardoor de machine mogelijk onbe-
stuurbaar wordt. Het Yamaha starts-
persysteem is ontworpen om de
bestuurder te helpen bij zijn verant-
woordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha
dealer als de werking niet naar behoren
is.
DAU15314
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshen-
del niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel
is ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startsper-
systeem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
OPMERKING
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 29
2AS-F819D-D0.indd 2931/07/12 11:38
Page 30 of 92

Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 30
2AS-F819D-D0.indd 3031/07/12 11:38
Page 31 of 92

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en pro-
cedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als
u een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de
machine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
WAARSCHUWING
ITEM CHECKS PAGE
• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Brandstof • Vul indien nodig brandstof bij. 3-8
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
2-takt injectiesmering • Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven
3-10
niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.
• Controleer het olieniveau in het versnellingsbakhuis.
Versnellingsbakolie • Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven 6-13
niveau.
• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Koelvloeistof • Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
6-14
niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer
het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Voorrem • Vervang indien nodig. 6-23, 6-24
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 31
2AS-F819D-D0.indd 3131/07/12 11:38
Page 32 of 92

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
ITEMCHECKS PAGE
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Achterrem • Vervang indien nodig. 6-23, 6-24
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
Koppeling • Smeer indien nodig de kabel.
6-21
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep • Controleer de vrije slag van de gasgreep.
6-18, 6-28
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren.
Bedieningskabels • Controleer of de werking soepel is.
6-28
• Smeer indien nodig.
• Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Aandrijfketting • Stel indien nodig bij.
6-25, 6-27
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
• Controleer op schade.
Wielen en banden • Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
6-19, 6-21
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
Schakelpedaal • Controleer of de werking soepel is.
6-22, 6-29
• Corrigeer indien nodig.
Rempedaal • Controleer of de werking soepel is.
6-29
• Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt.
Rem- en koppelingshendels • Controleer of de werking soepel is.
6-29
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
Zijstandaard • Controleer of de werking soepel is.
6-30
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 32
2AS-F819D-D0.indd 3231/07/12 11:38