7
ONDERHOUD VAN UW AUTO
MOTORCOMPARTIMENT — 3,6 L . . . . . . . . . . . 313
MOTORCOMPARTIMENT — 2,8L DIESEL . . . . . 314
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II . . . . . . . 315
VERVANGINGSONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . 315
ONDERHOUDSPROCEDURES . . . . . . . . . . . . . . 315 MOTOROLIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
Motoroliefilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
LUCHTREINIGINGSFILTERBENZINEMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
ACTIEVE REGENERATIESTRATEGIE – 2,8L DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
UITLAATSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
ONDERHOUDSVRIJE ACCU . . . . . . . . . . . . . 319
ONDERHOUD VAN DE AIRCONDITIONING
. . 319
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN . . . . . . 321
WISSERBLADEN VOORRUITWISSERS . . . . . 321
KOELSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
REMMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK . . . . . 327
VERZORGING VAN DE AUTO EN BESCHERMING TEGEN ROEST . . . . . . . . . . 328
311
Let op het volgende om mogelijke
schade aan de katalysator tot een mi-
nimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten ofhet contact afzetten terwijl de ver-
snellingsbak is ingeschakeld en de
auto rijdt.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien terwijl een of meerdere
bougies zijn losgekoppeld of verwij-
derd, zoals tijdens diagnosetests of
gedurende langere perioden wan-
neer de auto zeer onregelmatig sta-
tionair draait of sprake is van ge-
stoorde bedrijfscondities.
ONDERHOUDSVRIJE ACCU
De bovenzijde van de onderhoudsvrije
accu is permanent afgesloten. U hoeft
nooit water bij te vullen of onder-
houdswerkzaamheden uit te voeren.
WAARSCHUWING!
Accuvloeistof is een gevaarlijke corrosieve vloeistof die brand-
wonden of zelfs blindheid kan
veroorzaken. Zorg dat uw ogen,
huid en kleding niet in contact
komen met het accuzuur. Leun
niet over de accu terwijl u de
klemmen aansluit. Wanneer accu-
zuur in de ogen of op de huid spat,
spoel dan onmiddellijk met een
ruime hoeveelheid schoon water.
Accugas is brandbaar en explo-
sief. Houd vuur en vonken uit de
buurt van de accu. Gebruik geen
hulpaccu of andere stroombron
van meer dan 12 volt. Zorg dat de
kabelklemmen elkaar niet raken.
Accupolen, klemmen en bijbeho-
rende accessoires bevatten lood en
loodhoudende stoffen. Was uw
handen na het werken met accu’s.
LET OP!
Let er bij het aansluiten van deaccukabels op dat de pluskabel op
de pluspool (+) en de minkabel op
de minpool (-) aangesloten wor-
den. De aansluitpolen zijn gemar-
keerd als positief (+) en negatief
(-) op de accubehuizing. De ka-
belklemmen moeten stevig op de
aansluitpolen zitten en mogen
geen corrosie vertonen.
Wanneer u een "snellader" ge-
bruikt terwijl de accu in de auto
zit, moeten beide accukabels wor-
den losgekoppeld alvorens u de
lader op de accu aansluit. Gebruik
een snellader nooit als starthulp.
ONDERHOUD VAN DE AIRCONDITIONING
Voor optimale prestaties kunt u het
aircosysteem het best laten controle-
ren door een erkende dealer aan het
begin van het zomerseizoen. Bij deze
onderhoudsbeurt moeten ook de con-
densorribben worden gereinigd en
moeten de systeemprestaties worden
gecontroleerd. Laat ook de spanning
van de aandrijfriem controleren.
319
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditi-
oning niet met chemicaliën, omdat
daardoor de onderdelen van de air-
conditioning beschadigd kunnen ra-
ken. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie
van een nieuw voertuig.WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitenddoor de fabrikant goedgekeurde
compressorsmeermiddelen en
koelmiddelen. Sommige niet-
goedgekeurde koelmiddelen zijn
ontvlambaar, kunnen ontploffen
en ernstig letsel veroorzaken. An-
dere niet-goedgekeurde koelmid-
delen of smeermiddelen kunnen
de werking verstoren en hoge re-
paratiekosten veroorzaken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het aircosysteem bevat een koel-
vloeistof onder hoge druk. Om let-
sel of schade aan het systeem te
voorkomen, moet het bijvullen
van koelmiddel of het uitvoeren
van reparaties waarbij leidingen
moeten worden losgekoppeld,
worden overgelaten aan een vak-
bekwame en speciaal opgeleide
monteur.
Koelmiddel terugwinnen enhergebruiken
Het airconditioningsysteem van uw
auto bevat R-134a, een door het En-
vironmental Protection Agency goed-
gekeurd koelmiddel van fluorkoolwa-
terstof (HFK) dat de ozonlaag niet
aantast. De fabrikant adviseert echter
om het onderhoud aan het airconditi-
oningsysteem te laten uitvoeren door
een erkende dealer of een ander er-
kend garagebedrijf dat beschikt over
een installatie om het koelmiddel op
te vangen en te recycleren. OPMERKING:
Gebruik alleen afdichtmiddelen
voor het A/C-systeem, producten voor het stoppen van lekken, af-
dichtingsconditioners, compres-
sorolie of koelmiddelen die goed-
gekeurd zijn door de fabrikant.
Luchtfilter van de airco (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem
niet verwijderen als de aanjager aan-
staat, anders kan persoonlijk letsel
het gevolg zijn.
Het luchtfilter van het aircosysteem
bevindt zich in de luchtinlaat achter
het handschoenenkastje. Volg de on-
derstaande procedure om het filter tevervangen:
1. Open het handschoenenkastje en
neem alle voorwerpen eruit.
2. Druk op de zijwanden van het
handschoenenkastje en laat de klepzakken.
3. Klap het handschoenenkastje naar beneden.
320
4. Maak de twee houders los waar-
mee het filterdeksel aan de ventilatie-
behuizing is bevestigd en verwijder
het deksel.
5. Verwijder het luchtfilter van de
airco door het recht uit de behuizing
te trekken.
6. Installeer het luchtfilter van de
airco met de pijl op het filter naar
beneden wijzend. Bij het terugplaat-
sen van het filterdeksel zorgen dat het
deksel goed in de houders klikt en vast
wordt gezet.
LET OP!
Het luchtfilter van de airco is voor-
zien van een pijl die de richting van
de luchtstroom door het filter aan-
geeft. Als het filter niet op de juiste
wijze wordt geïnstalleerd, moet het
wellicht vaker worden vervangen.
7. Draai de klep van het handschoe-
nenkastje weer op zijn plaats.
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan
de carrosserie, zoals de stoelrails, por-
tierscharnieren en -rollers, kofferbak-
deksel, achterklep, schuifdeuren en
motorkapscharnieren, moeten voor
een stille en soepele werking en be-
scherming tegen corrosie en slijtage
regelmatig worden gesmeerd met een
vet op lithiumbasis. Voordat carrosse-
riedelen worden gesmeerd moeten de
desbetreffende punten goed worden
gereinigd. Verwijder na het smeren
overtollig vet of olie. Let vooral op
onderdelen voor vergrendeling van de
motorkap, om een correcte werking te
verzekeren. Als u werkzaamheden on-
der de motorkap verricht, moet u eerst de motorkapvergrendeling reini-
gen en indien nodig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilin-
ders twee keer per jaar, bij voorkeur in
het voorjaar en in het najaar. Breng
een klein beetje hoogwaardig smeer-
middel rechtstreeks aan in de slotci-
linder. WISSERBLADEN VOORRUITWISSERS
De rubber delen van de wisserbladen
en de voorruit regelmatig afsponsen
of met een zachte doek en een niet-
schurend reinigingsmiddel schoon-
maken. U verwijdert zo aanslag van
strooizout of vettigheid.
Als de ruitenwissers langdurig over
een droge ruit in werking zijn, zullen
de wisserbladen snel slijten en be-
schadigd raken. Gebruik altijd sproei-
vloeistof als u met de wissers strooi-
zout of vuil van een droge voorruit
wilt verwijderen.
Gebruik de ruitenwissers nooit om
rijp of ijs van de voorruit te verwijde-
ren. Zorg dat het wisrubber niet in
aanraking komt met aardolieproduc-
ten zoals motorolie, benzine, enz.
Vervanging luchtfilter airconditioning
321
gemeentelijke instanties over de juiste
wijze van afvoeren. Om inslikken
door kinderen of dieren te voorko-
men, dient u koelvloeistof (antivries)
met ethyleenglycol nooit in open va-
ten of houders te bewaren. Laat de
vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in als een kind
of huisdier koelvloeistof heeft inge-
slikt. Verwijder gemorste vloeistof on-middellijk. Koelvloeistofpeil
In het expansiereservoir kunt u snel
en duidelijk controleren of er vol-
doende koelvloeistof in het koelsys-
teem aanwezig is. Wanneer de motor
koud is, moet het peil van de motor-
koelvloeistof (antivries) in het expan-
siereservoir tussen het minimum- en
maximumpeil op het reservoir liggen.
Omdat de radiator normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiatordop te verwijderen,
tenzij u het koelvloeistofgehalte (anti-
vriesgehalte) wilt controleren of de
motorkoelvloeistof (antivries) wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuurvan de motor in orde is, hoeft u het
expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren.
Als de koelvloeistof (antivries) moet
worden bijgevuld, doet u dit via de
vulopening van het expansiereservoir.
Vul nooit te veel vloeistof bij.
VoorzorgsmaatregelenOPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers
de auto tot stilstand brengt, ziet u
mogelijk waterdamp opstijgen
vanuit de voorzijde van het motor-
ruimte. Dit is meestal het gevolg
van een hoge luchtvochtigheid, of
van regen of sneeuw die op de ra-
diator is achtergebleven en ver-
dampt wanneer de thermostaat-
klep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van de mo-
torruimte blijkt dat de radiator en de
slangen geen defecten vertonen, kunt
u gerust met de auto gaan rijden. De
damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het
expansiereservoir. Controleer het koelvloeistofgehalte
(antivriesgehalte) in de radiator en
in het expansiereservoir. Als de
koelvloeistof (antivries) moet wor-
den bijgevuld, moet ook de inhoud
van het expansiereservoir worden
beschermd tegen bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het expansiereservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Controleer of de overloopslangen van de radiator en het expansiere-
servoir niet gedeukt of geblokkeerdzijn.
Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, reinig dan ook de
voorzijde van de condensor.
325