eerder uitgeschakeld of helemaal niet
ingeschakeld als het stuurwiel al
warm is.
U kunt de stuurwielverwarming in-
en uitschakelen met het Uconnect
Touch™ systeem.
Kies de schermtoets "Controls" en
kies vervolgens de schermtoets "Hea-
ted Steering Wheel" om de stuurwiel-
verwarming in te schakelen. Druk
nogmaals op de schermtoets "Heated
Steering Wheel" om de stuurwielver-
warming uit te schakelen.OPMERKING:
De stuurwielverwarming werkt al-
leen als de motor draait.
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ou-
derdom, chronische ziekte, diabe-
tes, rugletsel, medicatie, alcohol-
gebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten
voorzichtig zijn bij het gebruik
van de stuurwielverwarming.
Deze kan zelfs bij lage temperatu-
ren brandwonden veroorzaken,
met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Breng niets op het stuurwiel aan
dat warmte isoleert zoals een de-
ken, een stuurwielhoes of enig an-
der materiaal. Hierdoor kan de
stuurwielverwarming oververhitraken.
VERSTELBARE
PEDALEN (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Het systeem met verstelbare pedalen
maakt een betere combinatie van
stuurwielstand en stoelpositie moge-
lijk. Met deze functie kunnen de rem-,
gas- en koppelingspedalen (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) naar
de bestuurder toe of verder van de
bestuurder af worden geplaatst zodat
een betere positie ten opzichte van het
stuurwiel wordt verkregen.
Schermtoetsbediening
Schermtoets stuurwielverwarming
97