naast de instelling verschijnt, dat aan-
geeft dat de instelling is geselecteerd.
Druk op de schermtoets met de pijl
naar links om naar het vorige menu
terug te keren. OPMERKING:
De stoel keert terug naar de
geheugenstand (als Geheugen op-
roepen op ON is ingesteld met de
afstandsbediening) zodra de af-
standsbediening wordt gebruikt
om het portier te ontgrendelen.
Raadpleeg voor nadere informatie:
"Geheugen bestuurdersstoel" on-
der "De functies van uw voertuig".
Opties bij stilstaande motor
Nadat u op de schermtoets Engine Off
Options hebt gedrukt, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk.
Stoel met Easy Exit-functie (voorgemakkelijk uitstappen (voor
bepaalde uitvoeringen/markten))
Deze functie zorgt ervoor dat de be-
stuurder makkelijker kan in- en uit-
stappen. Druk om uw keuze te maken
op de schermtoets Easy Exit Seats tot
een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling is geselecteerd. Druk op de scherm-
toets met de pijl naar links om naar
het vorige menu terug te keren.
Stroom bij stilstaande motor
(voor bepaalde uitvoeringen/ markten)
Als deze functie is geselecteerd, blij-
ven de elektrisch bedienbare ruiten,
de radio, het Uconnect™ telefoonsys-
teem (voor bepaalde uitvoeringen/
markten), het dvd-videosysteem
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten), het elektrisch bedienbare
schuifdak (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) en de aan-
sluitcontacten nog maximaal 10 mi-
nuten werken nadat de contactscha-
kelaar in de stand OFF is gezet. Door
het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Voor het
wijzigen van de instelling van stroom
bij stilstaande motor op de scherm-
toets 0 seconden, 45 seconden, 5 mi-
nuten of 10 minuten. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naarlinks. Uitschakelvertraging koplampen
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Druk op de schermtoets + of
- om de status van Headlight Off De-
lay (uitschakelvertraging koplam-
pen) te veranderen en het gewenste
interval te selecteren. Druk op de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Compass Settings (instellingen
van het kompas)
Nadat u op de schermtoets Compass
Settings hebt gedrukt, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk.
Afwijking (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De kompasafwijking is het verschil
tussen het magnetische noorden en
het geografische noorden. Ter com-
pensatie van de verschillen moet de
kompasafwijking aan de hand van de
zonekaart worden ingesteld voor de
zone waarin de auto wordt gebruikt.
Nadat u het kompas correct heeft in-
gesteld, worden de verschillen auto-
165