nieuw voor een willekeurige andere auto
worden geprogrammeerd.
LET OP!
•Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot
en vergrendel alle portieren als u de auto
onbeheerd achterlaat.
• Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-
N-Go, moet u er altijd aan denken de
contactschakelaar in de stand OFF te zet-
ten.
Ten tijde van de aankoop ontvangt de oor-
spronkelijke eigenaar een persoonlijk identifi-
catienummer (PIN-code) van vier cijfers. Be-
waar de PIN-code op een veilige plaats. Dit
nummer is vereist voor vervanging van de
sleutelhouders door een erkende dealer. Dupli-
caten van sleutelhouders kunnen worden gele-
verd door een erkende dealer.
OPMERKING:
Als u werkzaamheden laat uitvoeren aan het
startblokkeersysteem met Sentry Key ,
moeten alle contactsleutels van de auto aan
de erkende dealer worden overhandigd.
Zelf nieuwe sleutels programmerenSleutelhouders of afstandsbedieningen kunnen
worden geprogrammeerd door een erkende
dealer .
Algemene informatieDe Sentry Key werkt op een draaggolffre-
quentie van 433,92 MHz. Het startblokkeersys-
teem met Sentry Key wordt gebruikt in de
volgende Europese landen die Richtlijn 1999/
5/EG hanteren: België, Denemarken, Duitsland,
Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-
Brittannië, Hongarije, Ierland, Italië, Joegosla-
vië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oos-
tenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland,
Slovenië, Spanje, Tsjechië, Zweden en Zwitser-
land.
De apparatuur moet voldoen aan de volgende
voorwaarden:
• De apparatuur mag geen hinderlijke storin-
gen veroorzaken.
• De apparatuur moet eventuele ontvangen
storingen kunnen verwerken, ook storingen
die een foutieve werking kunnen veroorza-
ken.
ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem van de auto controleert of de
motorkap, achterklep, de openslaande achter-
ruit en de portieren van de auto door onbe-
voegden wordt geopend en of het contactslot
wordt gebruikt door onbevoegden.
Als het alarm wordt geactiveerd, voorkomt het
alarmsysteem dat de volgende akoestische en
visuele alarmsignalen worden ingeschakeld:
de claxon laat een onderbroken signaal horen,
de koplampen worden ingeschakeld, en de
parkeerlichten en het indicatielampje van het
alarmsysteem in het instrumentenpaneel knip-
peren.
Systeem activerenVolg deze stappen voor het inschakelen van
het beveiligingsalarmsysteem:
1. Verwijder de sleutel uit het contactslot (raad-
pleeg voor meer informatieStartprocedures in
Starten en rijden).
• Controleer bij voertuigen die zijn uitgerust
met Keyless Enter-N-Go, dat het contactslot in
de stand OFFstaat.
17
•Controleer bij voertuigen die niet zijn uitge-
rust met Keyless Enter-N-Go, dat het contact-
slot in de stand OFFstaat en dat de sleutel is
verwijderd uit het contactslot.
2. Sluit het voertuig af op een van de volgende
manieren:
• Druk op de vergrendeltoets LOCK van de
portiervergrendeling aan de binnenzijde terwijl
de bestuurders- en/of passagiersportier open-
staat.
• Druk op de vergrendeltoets LOCK van de
Passive Entry-handgreep aan de buitenzijde,
terwijl een sleutelhouder zich ook aan buiten-
zijde bevindt (raadpleeg voor meer informatie-
Keyless Enter-N-Go inWat u moet weten
voordat u de auto start).
• Druk op de afstandsbediening (RKE) de
vergrendeltoets LOCK in.
3. Sluit eventueel openstaande portieren.
Het systeem deactiverenHet voertuigbeveiligingsalarm kan op de vol-
gende manieren worden uitgeschakeld: •
Druk op de afstandsbediening (RKE) de
vergrendeltoets UNLOCK in.
• Pak de Passive Entry Unlock-deurgreep vast
(indien aanwezig, raadpleeg voor meer in-
formatie Keyless Enter-N-Go inZaken die
u moet weten voordat u de motor start).
• Draai de contactsleutel uit de stand OFF.
• Bij auto’s die zijn uitgerust met Keyless
Enter-N-Go drukt u op de Keyless Enter-
N-Go Start/Stop-toets (vereist de aanwe-
zigheid van minimaal één geldige sleutel-
houder in het voertuig).
• Bij auto’s die niet zijn uitgerust met
Keyless Enter-N-Go steekt u een geldige
sleutel in het contactslot en draait u de
sleutel in de stand ON.
OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de kofferdeksel-
knop op de afstandsbediening.
• Het beveiligingsalarmsysteem blijft in de
waakfunctie als de elektrisch bediende
achterklep wordt geopend. Als u op de kofferdekselknop drukt, wordt het alarm-
systeem niet uitgeschakeld. Als iemand
de auto binnendringt via de achterklep en
een portier opent, gaat het alarm af.
•
Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de scha-
kelaars voor de portiervergrendeling.
Het beveiligingsalarmsysteem is ontworpen om
uw auto te beveiligen, maar u kunt ook omstan-
digheden veroorzaken die onbedoeld zorgen
voor vals alarm. Als een van de eerder be-
schreven procedures voor het activeren van de
waakfunctie is uitgevoerd, zal het alarmsys-
teem worden ingeschakeld, ongeacht of u zich
in de auto bevindt. Als u in de auto blijft en een
portier opent, gaat het alarm af. Als deze
situatie zich voordoet, schakelt u het alarmsys-
teem uit.
Als het beveiligingsalarmsysteem in de waak-
functie staat en de accu wordt losgekoppeld,
blijft het beveiligingsalarm in de waakfunctie
wanneer de accu weer wordt aangesloten; de
buitenlampen knipperen en de claxon geeft
een geluidsignaal. Als deze situatie zich voor-
doet, schakelt u het alarmsysteem uit.
18
Kindersloten — achterportierenVoor de veiligheid van kleine kinderen die mee-
rijden op de achterste zitplaatsen, zijn de ach-
terportieren uitgerust met een kinderslot.
Activeren en deactiveren van het
kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel in het slot
en draai de sleutel naar stand LOCK (vergren-
delen) of UNLOCK (ontgrendelen).
3. Herhaal stap 1 en 2 voor het andere achter-
portier.
WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand in de auto
wordt opgesloten. Vergeet niet dat u de ach-
terportieren uitsluitend vanaf de buitenzijde
kunt openen wanneer het kinderslot is geac-
tiveerd.
OPMERKING:
Ga als volgt te werk om de auto bij noodge-
vallen ook vanaf de achterste zitplaatsen te
kunnen verlaten terwijl het kinderslot is ge-
activeerd: trek de portiervergrendelknop
met de hand omhoog naar de ontgrendelde stand, zet het raam omlaag en open het
portier via de buitenhandgreep.
KEYLESS ENTER-N-GOHet Passive Entry-systeem biedt verbeteringen
ten opzichte van het systeem met afstandsbe-
diening (RKE) en is een functie van Keyless
Enter-N-Go. Met deze functie kunt u de portie-
ren van uw auto vergrendelen en ontgrendelen
zonder dat u op de RKE-afstandbediening de
vergrendel- en ontgrendelknoppen hoeft in te
drukken.
OPMERKING:
•
Passive Entry kan worden ingesteld op
ON of OFF (AAN/UIT). Raadpleeg voor
meer informatie “Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC)/Persoonlijke in-
stellingen (door de klant te programme-
ren functies) inFuncties van het
instrumentenpaneel.
• Als een portierhandgreep met Passive
Entry gedurende 72 uur niet wordt ge-
bruikt, is het mogelijk dat de Passive
Entry-functie voor deze handgreep wordt
uitgeschakeld. Als u aan de gedeacti-
veerde voorportierhandgreep trekt, wordt
Plaats van het kinderbeveiligde portierslot
Functie kinderslot
24
Houd een afstandsbediening met Passive En-
try op minder dan 1,5 m van de handgreep van
het bestuurders- of passagiersportier en druk
op de vergrendelknop van de handgreep om
alle vier de portieren te vergrendelen.
OPMERKING:
•Nadat u de knop LOCK hebt ingedrukt,
moet u twee seconden wachten voordat u
de portieren kunt vergrendelen of ont-
grendelen met een Passive Entry-
portierhandgreep. Op deze wijze kunt u
door aan de portiergreep te trekken con-
troleren of de auto is vergrendeld, zonder
dat de auto reageert en de portieren wor-
den ontgrendeld.
• Het Passive Entry-systeem werkt niet als
de batterij van de afstandsbediening leeg
is.
De autoportieren kunnen ook worden vergren-
deld met de vergrendelknop van de RKE-
afstandsbediening of de vergrendelknop aan
de binnenkant van de portieren.RAMEN
Elektrisch bediende ruiten
De schakelaars voor de elektrische raambedie-
ning bevinden zich op het bekledingspaneel
van het bestuurdersportier. Het portier van de
voorpassagier en de achterportieren zijn alle
voorzien van één schakelaar voor het bedienen
van de ramen in deze portieren. Deze raam-
schakelaars werken alleen als de contactscha-
kelaar in de stand ON/RUN of ACC staat.
De schakelaars voor de elektrische raambedie-
ning blijven nog werkzaam tot 10 minuten na- dat het contact is uitgezet. Door het openen
van een voorportier wordt deze functie uitge-
schakeld.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen achter in de auto wanneer
de sleutel nog in de contactschakelaar steekt
en verlaat uw auto nooit als de Keyless Enter-
N-Go in de stand ACC of RUN staat. Inzitten-
den, en vooral kinderen zonder begeleider,
kunnen klem komen te zitten in de raamope-
ningen door de ruitschakelaars te bedienen.
Bij een dergelijke beknelling kan ernstig of
dodelijk letsel ontstaan.
Automatisch openen
De schakelaars voor de bediening van de
ramen in de voorportieren hebben beide een
automatische openingsfunctie. Druk de scha-
kelaar voorbij de eerste klikstand en laat deze
los. Het raam gaat automatisch helemaal om-
laag. Druk om de omlaaggaande beweging te
annuleren de schakelaar in de richting voor
omhoog of omlaag en laat deze los.
Schakelaars voor elektrische raambediening
27
FiltersLuchtfilter ................338
Oliefilter .................338
Functie Brandstofzuinig .............193
Gasdop (brandstofvuldop) . . . 297,299,335
Gegevensopname, gebeurtenis ......51
Geheugen
(zetel met geheugenfunctie) .......113
Geheugenfunctie zetels en autoradio . . 113
Geïntegreerde bekrachtigingsmodule
(zekeringen) ................354
Geluidssysteem (radio) ..........204
Geluidssysteem ........Raadpleeg het
geluidssysteemboekje
Gloeilampjes .................64
Gordelspanners Veiligheidsgordels ............38
Gordelsysteem ...............32
Gordelsystemen ........... 32,47,49
Gordelsystemen (sedan) ......44,47,49
Gordelsystemen, kinderen .........52
Gordelverankering, kinderzitje .......56Handleiding voor het trekken van een
aanhanger
.................302
Handvrije telefoon (uconnect™) ......81
Huisdieren vervoeren ............61
Hulpstart helling ..............278
Hulpstopcontract (stopcontact) ......159
Hulpversnellingsbak ............348
Onderhoud ................348
Immobilisator (Sentry-sleutel) .......16
Indicatielampje groot licht .........178
Indicator regeling neergaande helling . . 178
Informatiecentrum, voertuig ........183
Inleiding ....................4
Inrijden van nieuw voertuig,
aanbevelingen ................61
Inrijperiode nieuw voertuig .........61
Inschakelbare vierwielaandrijving ....258
Inschuifbare bagageruimtecover .....165
Instapruimte, verlicht ............19
Instelbare snelheidsregeling (ACC)
(Snelheidsregeling) ............130
Instelbare stuurkolom .........126,127
Instellingen, persoonlijke .........199
Instructieboekje (bedrijfshandboek) ....6
Instructies voor het opkrikken ......317Instrumentenpaneel
............177
Instrumentenpaneel en bedieningen . . . 175
Instrumentenpaneel reinigen .......353
Interieur, verzorging en onderhoud . . . 352
Intervalstand ruitenwissers
(intervalschakeling van de
ruitenwissers) ...............124
Kalibreren, kompas ............199
Keuze van de olie .............337
Keyless Enter-N-Go ........24,196,241
Kilometerteller ...............178
Dagteller .................178
Kinderbeveiliging ............ 52,54
Kinder
en beveiligen .......52,54,57,59
Kinderzitje, gordelverankering .....56,57
Klantenservice ...............392
Klimaatregeling, airco ...........228
Knipperlichten ...............315
Richtingaanwijzers .....64,178,359,360
Waarschuwingsknipperlichten .....315
Knipperlichten,
richtingaanwijzers ......64,178,359,360
Koelmiddel .................340
Koelsysteem ................343
Belangrijke punten ...........346
404