NOODGEVALLEN
STARTEN MET STARTKABELS
Wanneer de accu van uw auto leeg is, kan de motor
met behulp van een set startkabels en een accu in een
andere auto, of met een draagbare snellader weer
worden gestart. Bij onjuist gebruik kan het starten met
startkabels gevaarlijk zijn. Houd u dus zorgvuldig aan de
hier beschreven procedures. OPMERKING: Bij gebruik van een draagbare snella-
der moeten de door de fabrikant geleverde bedienings-
voorschriften en vereiste voorzorgmaatregelen wor-
den uitgevoerd.
Gebruik geen draagbare snellader of een
ander snellaadapparaat met een sys-
teemspanning groter dan 12 volt . Dit kan
schade aanbrengen aan accu, startmotor, dynamo
of het elektrisch systeem.
WAARSCHUWING!
Probeer het voertuig niet met behulp
van startkabels te starten wanneer de
accu bevroren is. De accu kan hierdoor open-
scheuren of exploderen, waarbij het gevaar op
persoonlijke verwondingen bestaat . VOORBEREIDING VOOR HET STARTEN
MET STARTKABELS
De accu in uw auto bevindt zich tussen de koplamp en
het linker binnenscherm. Om met hulpstartkabels te
kunnen starten, bevinden zich twee aansluitingen links
in de motorruimte. (afb. 153)
(afb. 153)
Locatie hulppolen
1 — Positieve (+) hulppool (afgedekt door beschermkap)
2 — Negatieve (-) hulppool
253
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
TIREFIT" (F), “Fles met afdichtingsmiddel en slang
vervangen".
De fles met afdichtingsmiddel (1) en de afdichtings- slang (6) zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. Na
gebruik moeten deze onderdelen altijd onmiddellijk
worden vervangen door een erkende dealer.
Als het afdichtingsmiddel van TIREFIT vloeibaar is, kan het met schoon water en een vochtige doek van
de lak of de band- en wielonderdelen worden afge-
veegd. Als het afdichtingsmiddel droog is, kan het
makkelijk worden verwijderd en op de juiste wijze
worden afgevoerd.
Voor de beste prestaties dient u ervoor te zorgen dat het ventiel op het wiel schoon is voordat u de
TIREFIT-set aansluit.
U kunt de luchtpomp van TIREFIT gebruiken om fietsbanden op te pompen. De set bevat tevens twee
naalden, die zich in de opbergruimte voor toebeho-
ren (aan de onderkant van de luchtpomp) bevinden,
waarmee u ballen, luchtbedden of andere opblaas-
bare voorwerpen kunt oppompen. Gebruik uitslui-
tend de zwarte luchtpompslang (7) en zorg ervoor
dat de functieregelknop (5) op de luchtmodus is
afgesteld als zulke voorwerpen worden opgepompt
om te voorkomen dat ze worden ingespoten met
afdichtingsmiddel. Het TIREFIT-afdichtingsmiddel is
uitsluitend bedoeld voor het afdichten van gaatjes
met een kleinere diameter dan 6 mm in het loopvlak
van een band. U mag de TIREFIT-set niet aan de slangen optillen of
dragen.
WAARSCHUWING!
Verwissel geen wiel aan de kant van de
auto waar ander verkeer langs rijdt . Ga
ver genoeg van de weg af om ongelukken te
vermijden bij gebruik van de TIREFIT-set .
TIREFIT niet gebruiken of met de auto rijden
bij de volgende omstandigheden:
Als het gat in het loopvlak van de band ongeveer
6 mm of groter is.
Als de band beschadigd is aan de zijkant .
Als de band schade heeft opgelopen door te rijden
met zeer lage bandenspanning.
Als de band schade heeft opgelopen door te rijden
met een lekke band.
Als het wiel beschadigd is.
Als u niet zeker bent van de staat van de band of het
wiel. Houd TIREFIT uit de buurt van open vuur en
warmtebronnen.
(Vervolgd)
266
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
5. Maak de stekker (8) los en steek de stekker in de 12Volt-aansluiting van de auto.
OPMERKING: Geen vreemde voorwerpen (bij-
voorbeeld schroeven of spijkers) uit de band
verwijderen.
(C) Afdichtingsmiddel TIREFIT in de lekke
band spuiten:
Altijd de motor starten voordat u de TIREFIT-set
inschakelt.
OPMERKING: Bij auto's met handbediende versnel-
lingsbak moet de parkeerrem zijn ingeschakeld en de
versnellingspook in de stand NEUTRAL staan.
Nadat op de aan/uit-knop (4) wordt gedrukt, stroomt het afdichtingsmiddel (witte vloeistof ) van
de fles (1) naar de afdichtingsslang (6) en in de band.
OPMERKING: Het is mogelijk dat afdichtingsmiddel
uit het gaatje in de band lekt.
Als het afdichtingsmiddel (witte vloeistof ) niet
binnen 0 tot 10 seconden door de slang (6) stroomt:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om de TIREFIT-set uit te schakelen. Maak de afdichtingsslang (6) los van
het ventiel. Zorg dat het ventiel schoon is. Sluit de
afdichtingsslang (6) weer op het ventiel. Controleer
of de functieregelknop (5) in de stand voor de
afdichtingsfunctie staat en niet in de stand voor de
luchtfunctie. Druk op de aan/uit-knop (4) om de
TIREFIT-set in te schakelen. 2. Sluit de stekker (8) aan op een andere 12 Volt-
aansluiting in uw auto of, indien mogelijk, in een
andere auto. Zorg dat de motor draait voordat u de
TIREFIT-set inschakelt.
3. De fles (1) met afdichtingsmiddel is mogelijk eerder gebruikt en daarom leeg. Schakel hulp in.
OPMERKING: Als de functieregelknop (5) in de
stand voor de luchtfunctie staat en de pomp in bedrijf
is, wordt lucht alleen via de luchtpompslang (7) gedo-
seerd, niet via de afdichtingsslang (6).
Als er afdichtingsmiddel (witte vloeistof ) door
de afdichtingsslang (6) stroomt:
1. Laat de pomp werken totdat er geen afdichtingsmid-
del meer door de slang stroomt (dit duurt meestal
30 tot 70 seconden). Terwijl het afdichtingsmiddel
door de afdichtingsslang (6) stroomt, kan de druk-
meter (3) een waarde tot 5 bar aangeven. De
waarde van de drukmeter (3) neemt snel af van
ongeveer 5 bar tot de werkelijke bandenspanning
wanneer de fles met afdichtingsmiddel (1) leeg is.
2. Als de fles met afdichtingsmiddel leeg is, begint de pomp onmiddellijk met het inspuiten van lucht in de
band. Laat de pomp werken en vul de band totdat de
bandenspanning is bereikt die op het etiket op de
B-stijl aan de bestuurderszijde is vermeld (aanbevo-
len bandenspanning). Controleer de bandenspan-
ning op de drukmeter (3).
268
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Als de band niet binnen 15 minuten wordt ge-
vuld tot een druk van ten minste 1,8 bar:
De schade aan de band is te groot. Probeer niet doorte rijden. Schakel hulp in.
OPMERKING: Druk, als de band een te hoge span-
ning heeft, op de knop voor leeglopen om de banden-
spanning te verlagen tot de voorgeschreven banden-
spanning voordat u verder gaat.
Als de band binnen 15 minuten is gevuld tot de
aanbevolen bandenspanning of tot een druk van
ten minste 1,8 bar:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om de TIREFIT-set uit te schakelen.
2. Verwijder de sticker met de snelheidslimiet van de bovenkant van de fles met afdichtingsmiddel (1) en
breng de sticker aan op het instrumentenpaneel.
3. Maak de afdichtingsslang (6) onmiddellijk los van het ventiel, breng de dop weer aan op de fitting aan het
uiteinde van de slang, en berg de TIREFIT-set op de
daarvoor bestemde plaats in de auto op. Ga snel
door naar (D) "Rijden met de auto".
De metalen fitting van de stekker (8)
kan na gebruikt heet zijn en moet
daarom voorzichtig worden gehanteerd.
Als u de dop niet op de fitting aan het uiteinde
van de afdichtingsslang (6) aanbrengt , kan afdich-
tingsmiddel in aanraking komen met uw huid,
kleiding en het interieur van de auto. Ook kan dan
afdichtingsmiddel in contact komen met interne
onderdelen van de TIREFIT-set , waardoor de set
onherstelbaar beschadigd kan raken.
(D) Rijden met de auto:
Rijd onmiddellijk na het inspuiten van het afdichtings-
middel en het vullen van de band ongeveer 8 km of
10 minuten om ervoor te zorgen dat het TIREFIT-
afdichtingsmiddel goed in de band wordt verdeeld. Rijd
niet sneller dan 88 km/u.
WAARSCHUWING!
Met TIREFIT kunt u een lekke band niet
permanent repareren. Laat de band con-
troleren, repareren of vervangen na gebruik van
TIREFIT. Rijd niet sneller dan 88 km/u totdat de
band is gerepareerd of vervangen. Als geen acht
wordt geslagen op deze waarschuwingen, kan dit
ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben voor
u, de inzittenden en anderen in uw omgeving.
269
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
(E) Na het rijden:
Parkeer op een veilige plaats. Lees eerst "(A) Wanneer
u stopt om TIREFIT aan te brengen" voordat u verder
gaat.
1. Draai de functieregelknop (5) in de stand luchtfunc-tie.
2. Maak de stekker los en steek de stekker in de 12 Volt-aansluiting van de auto.
3. Maak de luchtpompslang (7) (zwart) los en schroef de fitting aan het uiteinde van de slang (7) op het
ventiel.
4. Controleer de bandenspanning met behulp van de manometer (3).
Als de bandenspanning lager is dan 1,3 bar , is de
schade aan de band te groot. Probeer niet door te
rijden. Schakel hulp in.
Als de bandenspanning 1,3 bar of hoger is:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om TIREFIT in te schakelen en vul de band totdat de bandenspanning
is bereikt die op de band en op het etiket met
informatie over belasting in de portieropening aan
de bestuurderszijde is vermeld.
OPMERKING: Druk, als de band een te hoge span-
ning heeft, op de knop voor leeglopen om de banden-
spanning te verlagen tot de voorgeschreven banden-
spanning voordat u verder gaat. 2. Koppel de TIREFIT-set los van het ventiel, breng de
dop weer aan op het ventiel en verwijder de stekker
uit de 12 Volt-aansluiting.
3. Berg de TIREFIT-set terug op de juiste plaats in het voertuig.
4. Laat de band bij de eerste gelegenheid repareren of vervangen door een erkende dealer of een banden-
servicebedrijf.
5. Laat de fles met afdichtingsmiddel (1) en de afdich- tingsslang (6) zo snel mogelijk vervangen door uw
erkende dealer. Zie "(F) Fles met afdichtingsmiddel
en slang vervangen".
OPMERKING: Als u de band laat repareren, laat de
erkende dealer of het garagebedrijf dan weten dat de
band is afgedicht met de TIREFIT-set.
(F) Fles met afdichtingsmiddel en slang
vervangen:
1. Maak de afdichtingsslang (6) (doorzichtig) los.
2. Zoek de ronde knop voor het losmaken van de fles in het verzonken gedeelte onder de fles.
3. Druk op de knop voor het losmaken van de fles met afdichtingsmiddel. De fles met afdichtingsmiddel (1)
springt omhoog. Verwijder de fles en voer deze
volgens de voorschriften af.
4. De TIREFIT-houder reinigen van eventuele resten afdichtingsmiddel.
270
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend
door de fabrikant goedgekeurde com-
pressorsmeermiddelen en koelmiddelen. Som-
mige niet-goedgekeurde koelmiddelen zijn ont-
vlambaar, kunnen ontploffen en ernstig letsel
veroorzaken. Andere niet-goedgekeurde koel-
middelen of smeermiddelen kunnen de werking
verstoren en hoge reparatiekosten veroorzaken.
Het aircosysteem bevat een koelvloeistof on-
der hoge druk. Om persoonlijk letsel of schade
aan het systeem te voorkomen mag het bijvullen
van koelmiddel, of andere reparaties waarbij lei-
dingen moeten worden losgekoppeld, alleen wor-
den uitgevoerd door een vakbekwame en speci-
aal opgeleide monteur.
Koelmiddel terugwinnen en hergebruiken
Het airconditioningsysteem van uw auto bevat R-134a,
een koelmiddel dat de ozonlaag in de bovenste atmo-
sfeer niet aantast. De fabrikant adviseert om het on-
derhoud aan het airconditioningsysteem te laten uit-
voeren door een erkende dealer of een bedrijf dat
beschikt over een installatie om het koelmiddel op te
vangen en te recycleren. OPMERKING: Gebruik alleen vloeibare afdichtings-
middelen voor aircosystemen, producten voor het
stoppen van lekken, afdichtingsconditioners, compres- sorolie of koelmiddelen die goedgekeurd zijn door defabrikant.
A/C-LUCHTFILTER (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Raadpleeg "Onderhoudsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem niet
verwijderen als de aanjager aanstaat ,
anders kan persoonlijk letsel het gevolg zijn.
Het luchtfilter van het aircosysteem bevindt zich in de
luchtinlaat achter het handschoenenkastje. Volg de
onderstaande stappen om het filter te vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en neem alle voor- werpen eruit.
2. Druk het lipje aan weerszijden van het handschoe- nenkastje naar binnen en trek tegelijkertijd zachtjes
aan het klepje van het handschoenenkastje tot beide
lipjes vrijkomen en het klepje opengaat op het
instrumentenpaneel. (afb. 179)
3. Klap het handschoenenkastje naar beneden.
4. De twee houders waarmee het filterdeksel aan de ventilatiebehuizing is bevestigd losmaken en het
deksel verwijderen. (afb. 180)
5. Verwijder het luchtfilter van de airco door het recht uit de behuizing te trekken.
301
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door materiaal of
vocht van buitenaf, dient u alleen nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of remvloeistof uit een
hermetisch afgesloten vat . Houd de dop op het
reservoir van de hoofdremcilinder altijd vergren-
deld. Remvloeistof in een open vat neemt vocht
op uit de lucht , waardoor de remvloeistof een
lager kookpunt krijgt . De remvloeistof kan hier-
door gaan koken tijdens hard of lang remmen,
waardoor de remmen niet meer werken. Dit kan
leiden tot een ongeval.
Het bijvullen van het vloeistofreservoir met te
veel remolie kan leiden tot het morsen van vloei-
stof op hete motoronderdelen, waardoor de rem-
olie vlam kan vatten. Remvloeistof kan ook
schade toebrengen aan gelakte oppervlakken en
vinyl. Let daarom op dat er geen remvloeistof op
deze oppervlakken terecht komt .
Zorg dat er geen vloeistof op basis van aardolie
in de remvloeistof terechtkomt . De afdichtingen
van het remsysteem kunnen hierdoor worden
aangetast , waardoor de remmen hun werking
gedeeltelijk of geheel kunnen verliezen. Dit kan
leiden tot een ongeval. AUTOMATISCHE TRANSMISSIE (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische versnellingsbak en de differentiee-
leenheid bevinden zich in een enkele behuizing.
Het vloeistofpeil in de automatische versnellingsbak
moet bij elke onderhoudsbeurt worden gecontroleerd.
Wanneer met een te laag vloeistofniveau wordt gere-
den, kan dat de levensduur van de transmissie en de
vloeistof sterk bekorten.
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermiddel voor de ver-
snellingsbak te kiezen, om een optimale werking van de
transmissie te garanderen. Gebruik uitsluitend de door
de fabrikant aanbevolen transmissievloeistof. Raad-
pleeg "Vloeistoffen, smeermiddelen en originele onder-
delen" in "Technische gegevens" voor meer informatie.
Het is belangrijk dat de transmissievloeistof het ver-
eiste peil heeft en dat u de aanbevolen vloeistof ge-
bruikt. Er mogen geen chemicaliën door de versnel-
lingsbak worden gespoeld; uitsluitend het
goedgekeurde smeermiddel mag worden gebruikt.
Speciale additieven
Automatische transmissievloeistof (ATF) is een hoog-
waardig product waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed. Daarom raden we u
aan geen additieven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. De enige uitzondering op deze regel vormt het
toevoegen van speciale kleurstof om lekkage op te
sporen. Gebruik ook geen vloeibare afdichtmiddelen
311
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
slijtage of zichtbare schade controleren. Gebruik een
zakmeter van goede kwaliteit om de bandenspanning te
controleren. Een visuele schatting van de spanning
volstaat niet. Radiaalbanden lijken soms de juiste span-
ning te hebben terwijl de spanning onvoldoende is.
Plaats na het controleren of aanpassen
van de bandenspanning altijd de ventiel-
dop terug. Hierdoor voorkomt u dat het
ventiel beschadigd raakt door binnendringend
vocht of vuil.
De gespecificeerde bandenspanningswaarden op het
plaatje gelden altijd voor "koude banden". Dit zijn
banden van een auto waarmee minstens 3 uur niet is
gereden, of waarmee minder dan 1,6 km is gereden na
een periode van 3 uur stilstaan. De spanning van een
koude band mag nooit hoger zijn dan de maximum-
spanning die op de zijkant van de band staat vermeld.
Controleer de bandenspanning vaker als de buitentem-
peraturen zeer verschillend zijn, omdat de bandenspan-
ning varieert met de temperatuur.
De bandenspanning verandert ongeveer 0,07 bar per 7
°C temperatuurverandering. Denk hieraan als u de
druk meet in een verwarmde garage, vooral in de
winter.
Voorbeeld: als de temperatuur in de garage 20 °C en de
buitentemperatuur 0 °C bedraagt, moet u de banden- spanning verhogen met 0,21 bar (dit komt overeen met
0,07 bar voor elke 7 °C temperatuurverschil).
Tijdens gebruik kan de bandenspanning onder invloed
van de temperatuur met 0,13 tot 0,4 bar oplopen. Laat
de banden in dat geval NOOIT gedeeltelijk leeglopen,
de bandenspanning is anders te laag zodra de band
weer is afgekoeld.
Bandenspanning bij hogere rijsnelheden
De fabrikant is een voorstander van het rijden met een
veilige snelheid, volgens de geldende snelheidsbeper-
kingen. Wanneer de omstandigheden het toelaten om
met hoge snelheden te rijden, is de juiste bandenspan-
ning erg belangrijk. Mogelijk moet u de bandenspanning
verhogen en de belading van de auto verminderen als u
met hoge snelheden wilt rijden. Neem contact op met
de oorspronkelijke of een erkende bandenleverancier
voor de aanbevolen veilige rijsnelheid, de juiste bela-
ding en de correcte koude bandenspanning.
WAARSCHUWING!
Het rijden met hoge snelheden in een
maximaal beladen auto is gevaarlijk. De
extra belasting op uw banden kan defecten ver-
oorzaken. U kunt zo een ernstig ongeval krijgen.
Rij niet sneller dan 120 km/u in een auto die tot
het maximale laadvermogen is beladen.
320
UW AUTO
VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD