
INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
De bestuurder kan merken wanneer het ABS
wordt ingeschakeld doordat een trilling aan het
rempedaal voelbaar is en het systeem ietwat meer
geluid maakt: dit geeft aan dat de snelheid moet
worden aangepast aan het type wegdek waarop
wordt gereden.
BELANGRIJK
Wanneer het ABS wordt
ingeschakeld, is een trilling aan het
rempedaal voelbaar. Verlaag de remdruk
niet en houd het rempedaal goed ingetrapt;
zo zorgt het systeem voor de kortste remweg
in functie van de conditie van het wegdek.
BELANGRIJK
Als het ABS wordt ingeschakeld, dan
is de grip van de banden op het
wegdek beperkt. Verlaag en pas de snelheid
aan in functie van de beschikbare grip.MECHANICAL BRAKE ASSIST (remassistent
bij noodstop)
(voor bepaalde versies/markten)
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden,
herkent eventuele noodstops (in functie van de
snelheid waarmee het rempedaal wordt ingetrapt).
Hierdoor kan het remsysteem sneller en
krachtiger ingrijpen.
BELANGRIJK
Bij het ingrijpen van de Mechanical
Brake Assist kan geluid hoorbaar
zijn. Dit is een normaal verschijnsel . Houd
in elk geval het rempedaal goed ingedrukt.
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

ESC SYSTEEM (Electronic Stability
Control)Dit elektronische systeem waakt over de stabiliteit
van de auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de richtingsstabiliteit van auto beter is.
Het systeem herkent potentieel gevaarlijke
situaties voor de stabiliteit van de auto en grijpt
automatisch en op gedifferentieerde manier in op
de remmen van de vier wielen door een
stabiliserend koppel te leveren.
Het ESC systeem bestaat uit de volgende
subsystemen:
❒Hill Holder
❒ASR
❒Brake Assist
❒MSR
❒HBA
INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Als het systeem wordt ingeschakeld, gaat het
lampjeESCop het instrumentenpaneel knipperen,
om de bestuurder te waarschuwen dat de
stabiliteit en de grip van de auto erg beperkt is.
ACTIVATIE SYSTEEM
Het ESC systeem schakelt automatisch in bij het
starten van de motor en kan niet worden
uitgeschakeld.HILL HOLDER
Dit systeem is een onderdeel van het ESC systeem
en helpt de bestuurder bij het wegrijden op een
helling.
Het Hill Holder systeem wordt in de volgende
gevallen automatisch geactiveerd:
❒op een helling: als de auto stilstaat op een
afdalende weg van meer dan 5% met draaiende
motor, ingetrapte rempedaal en de
versnellingsbak in de vrijstand of met
ingeschakelde versnelling (andere dan
achteruit).
❒op een afdaling: als de auto stilstaat op een
afdalende weg van meer dan 5% met draaiende
motor, ingetrapte rempedaal en de
versnellingsbak in de achteruit geschakeld.
Tijdens het wegrijden houdt de regeleenheid van
het ESC-systeem de wielen geremd, totdat het
nodige motorkoppel is bereikt om te kunnen
wegrijden, in ieder geval maximum 2 seconden,
zodat de bestuurde de rechtervoet zonder
problemen van het rempedaal naar het gaspedaal
kan verplaatsen.
Als na 2 seconden niet is weggereden, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld en wordt
de remdruk progressief gereduceerd. Tijdens deze
fase kan een typisch mechanisch geluid hoorbaar
zijn. Dit geluid wijst erop dat de auto weldra in
beweging zal komen.
85WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

BELANGRIJK
Voor een goede werking van de ESC-
en ASR-systemen is het van groot
belang de banden van alle wielen van
hetzelfde type, merk en maat zijn en dat ze
in perfecte conditie zijn.
BELANGRIJK
Het ESP blijft ook ingeschakeld
wanneer met het ruimtebesparend
reservewiel wordt gereden. Houd steeds
rekening met het feit dat het
ruimtebesparend reservewiel kleiner is dan
een normale band waardoor de grip lager is.
BELANGRIJK
Neem nooit onnodige en
onverantwoorde risico's, ook al is de
auto voorzien van de systemen ESC en ASR.
Pas het rijgedrag steeds aan in functie van
de conditie van het wegdek, het zicht en het
verkeer. De bestuurder is altijd
verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid.BRAKE ASSIST
Dit systeem, dat niet uitgeschakeld kan worden,
herkent eventuele noodstops (in functie van de
snelheid waarmee het rempedaal wordt ingetrapt).
Hierdoor kan het remsysteem sneller en
krachtiger ingrijpen. Het Brake Assist systeem
wordt uitgeschakeld in geval van storing in het
ESC systeem.
MSR
(Motor Schleppmoment Regelung)
Dit systeem is een onderdeel van het ABS systeem
dat het motorkoppel regelt bij bruusk
terugschakelen, om overmatige vertraging van de
tractiewielen te voorkomen. Dit is vooral van
nut op wegdekken met gebrekkige grip, waardoor
de auto niet meer stabiel blijft.
87WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

BELANGRIJK
Het busje bevat ethyleenglycol. Bevat
latex: kan een allergische reactie
veroorzaken. Schadelijk bij inslikken.
Irriterend voor de ogen. Kan irritatie
veroorzaken bij inademing of contact.
Vermijd contact met huid, ogen en kleding.
Spoel bij contact onmiddellijk uit met
rijkelijk water. Vermijd braken bij
inslikken. Spoel de mond uit, drink veel
water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Houd buiten het bereik van kinderen. Het
product mag niet gebruikt worden door
astmapatiënten. Adem de dampen niet in
tijdens het inbrengen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts bij
allergische reacties. Bewaar het busje in zijn
houder, uit de buurt van warmtebronnen.
Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang het busje als
het vervallen afdichtmiddel bevat.Laat het busje en het afdichtmiddel
niet in het milieu achter. Verwerk het
busje en het afdichtmiddel
overeenkomstig de nationale en plaatselijke
voorschriften.OPPOMPEN
BELANGRIJK
Doe de beschermende handschoenen
aan die bij de snelle
bandenreparatiekit zijn geleverd.
Ga als volgt te werk:
❒Trek de handrem aan.Draai de ventieldop los,
neem de vulleiding A fig. 120 uit en draai de
ringmoer B op het ventiel van de band;
❒controleer of de schakelaar A fig. 121 van de
compressor in stand 0 (uit) staat, start de motor,
steek de stekker in het stopcontact op de
tunnelconsole fig. 122 en schakel de compressor
in door de schakelaar A in stand I (aan) te
zetten. Pomp de band op tot de juiste
fig. 120
L0F0176
176WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

ALFABETISCH
REGISTERAanhangers trekken ........... 147
ABS...................................... 83
ABS (systeem) ...................... 83
Accu ................................... 220
– advies voor verlengen
levensduur...................... 220
– vervangen....................... 220
Accu (opladen) ................... 202
Achterruitsproeier ................ 55
– vloeistofniveau
achterruitsproeier ........... 218
Achterruitwisser ................... 55
– niveau
controleren ...... 214-215-216
– wisserbladen................... 224
– wisserblad vervangen ..... 225
Achteruitkijkspiegels ............ 35
Achteruitrijlichten............... 187
Afmetingen van de auto ...... 244
Airbag ................................ 133
– hoofdairbag .................... 135
– Uitschakeling van
passagiersairbag en
zijairbag ......................... 135– zijairbag ......................... 135
– zij- ................................. 135
Airbags
– front ............................... 133
Alarmknipperlichten ............ 62
Asbak................................... 66
ASR systeem ........................ 86
ASR (systeem)...................... 86
Automatische
airconditioning
– bedieningselementen ........ 41
– onderhoud ....................... 48
Automatische
airconditioning ................... 41
Autoradio
(inbouwvoorbereiding) ....... 95
Bagageruimte ...................... 75
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen .............. 190
Banden
– Banden met
velgbescherming ............. 243
– bandenspanning ............. 242
– de bandenmaat lezen ...... 238
– Fix&Go Automatic (kit) . 174
– standaard banden........... 240– winterbanden ................. 240
Banden - onderhoud ........... 222
Bedieningselementen ....... 62-73
Bougies (type)..................... 234
Brake Assist systeem ............ 87
Brake Assist (systeem).......... 87
Brandblusser ........................ 67
Brandstofbesparing ............. 144
Brandstofmeter .................... 8
Brandstofreserve ................. 247
Brandstoftoevoer................. 235
Buitenverlichting .................. 49
Carrosserie
– bescherming tegen
atmosferische invloeden.. 226
– carrosseriecodes.............. 233
– garantie .......................... 227
– onderhoud ...................... 227
Carrosserieversies ............... 233
CITY-functie ........................ 94
CO2-emissie ........................ 253
CODE-card .......................... 26
Contactslot ........................... 30
Cruise-control ...................... 56
291WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER

– herconfigureerbaar
multifunctioneel display... 7
– Instrumenten (paneel) ..... 6
–
temperatuurmeter ........... 8
– multifunctioneel display... 6
– Snelheidsmeter ................ 8
– toerenteller ...................... 8
Interieur (reiniging) ............ 229
Interieuruitrusting ................ 65K
entekenverlichting
– lamp vervangen .............. 188
Ken uw auto......................... 5
Kinderzitjes (geschiktheid
voor gebruik) .................... 128
Klimaatcomfort .................... 38
Klimaatregeling.................... 37
– Uitstroomopeningen/
roosters in interieur.......... 38
Koelvloeistoftemperatuurmeter.......................................... 8
Koplampen .......................... 82
– hoogteregeling
koplampen ...................... 82
– koplampafstelling in het
buitenland ....................... 83
– lamp vervangen .............. 183
– lichtbundel afstellen......... 82Koplampen - mistlampen
afstellen .............................. 83
Koplampsproeiers ............... 226
Koppeling ........................... 235
Krachtbegrenzers ................ 121
Krik .................................... 170
Lampen
– algemene instructies ....... 179
– lampen (vervangen) ....... 179
– typen lampen ................. 181
Lampjes op
instrumentenpaneel ........... 151
lamp vervangen ........... 185-186
Lamp vervangen
– buitenverlichting ............ 183
– interieurverlichting ......... 188
Lancia CODE (systeem) ....... 25
Lancia CODE systeem.......... 25
– Bagageruimte (inhoud)... 244
– Display ............................ 12Lichtunits
– achterlichtunits (lamp
vervangen) ..................... 186
– koplampunits (lamp
vervangen) ..................... 183
Luchtfilter .......................... 219Luchtroosters aan zijkant ..... 37
Luchtroosters in het
midden ............................... 37
M
agic Parking ..................... 98
Magic Parking systeem ......... 98
Mechanical Brake Assist ....... 84
Menuopties........................... 13
Milieubescherming .............. 115
Mistachterlicht .................... 186
Mistlicht ............................. 185
Motorcodes ......................... 233
Motorkap ............................. 79
Motor
– code ............................... 232
– identificatiecodes ............ 233
– technische gegevens ........ 234
– Vloeistofniveau van het
motorkoelsysteem ........... 217
Motorolie
– niveau controleren .......... 217
– specificaties .................... 249
– verbruik ......................... 217
Motorruimte
– controle van
vloeistofniveaus .............. 213
Motorruimte
293WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
koelvloeistof-