SELECT toets. Druk op de toetsen UP en DOWN om
door de beschikbare informatieschermen te bladeren.
Temperatuur koelvloeistof
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de koel-
vloeistof.
Olietemperatuur
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de olie.
Oliedruk
Toont de daadwerkelijke druk van de olie.
Temperatuur transmissie
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de transmis-
sie.
Bedrijfsuren motor
Geeft het aantal uren weer dat de motor in bedrijf is
geweest.Uconnect TOUCH™ INSTELLINGEN
TOETSEN
De toetsen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde
van het Uconnect Touch™ 4.3 scherm. Bovendien
bevindt zich in het midden van het instrumentenpaneel,
rechts van de klimaatregelingsbediening, een Scroll/
Enter-draaiknop. Draai aan de knop om door de me-
nu's te bladeren en instellingen te veranderen (bijv. 30,
60, 90), druk een of meerdere keren op het midden van
de draaiknop voor het wijzigen van een instelling (bijv.
ON/OFF (aan/uit).
SCHERMTOETSEN
Schermtoetsen bevinden zich op het Uconnect
Touch™ scherm.
DOOR DE KLANT PROGRAMMEERBARE
FUNCTIES — Uconnect Touch™ 4.3INSTELLINGEN
In deze modus kunt u de toetsen en schermtoetsen
gebruiken om via het Uconnect Touch™ systeem toe-
gang te krijgen tot de programmeerbare functies waar-
mee het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display
(Scherm), Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/
hulp), Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en
sloten), Heated Seats (Stoelverwarming), Engine Off
Operation (Stroom bij uitgeschakelde motor), Com-
pass Settings (Kompasinstellingen), Audio and Phone/
Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/Bluetooth-
instellingen). OPMERKING:
Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd. 27
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
gebied achter de auto af op obstakels indien de RE-
VERSE (achteruit) is ingeschakeld en de snelheid min-
der dan 18 km/h bedraagt. Het systeem kan worden
ingesteld met Sound Only (alleen geluid), Sound and
Display (geluid en beeld) of worden uitgeschakeld
(OFF). Als u de Park Assist-status wilt wijzigen, drukt u
kort op de knop Off, Sound Only of Sounds and Display
en daarna op de schermtoets met de pijl naar links.
Wegrijhulp op hellingen
Druk op de schermtoets Hill Start Assist om dit
scherm te veranderen. Wanneer deze functie is gese-
lecteerd, is het Hill Start Assist (HSA) systeem actief.
Raadpleeg "Elektronisch remsysteem in "Starten en
rijden" voor de werking van het systeem en de bedie-
ningsinformatie. Druk, om uw keuze te maken, op de
schermtoets Hill Start Assist. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links.
Verlichting
Uitschakelvertraging koplampen
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay om dit
scherm te veranderen. Als u deze functie selecteert,
kunt u kiezen of bij uitstappen de koplampen nog 30, 60
of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van
de Headlight Off Delay te veranderen op de scherm-
toets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Verlichting bij nadering
Druk op de schermtoets Illuminated Approach om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is geselecteerd,
zullen de koplampen worden ingeschakeld en gedu-rende 0, 30, 60, of 90 seconden blijven branden wan-
neer de portieren worden ontgrendeld via de afstands-
bediening. Druk, om de status van de Illuminated
Approach te veranderen op de schermtoets 0, 30, 60 of
90. Druk daarna op de schermtoets met de pijl naarlinks.
Koplampen met ruitenwissers
Druk op de schermtoets Headlights with Wipers om
dit scherm te veranderen. Wanneer deze functie gese-
lecteerd is en de koplampschakelaar in de stand AUTO
staat, schakelen de koplampen in ca. 10 seconden nadat
de ruitenwissers zijn ingeschakeld. Als de koplampen
zijn ingeschakeld door middel van deze functie, worden
ze ook uitgeschakeld wanneer de ruitenwissers wor-
den uitgeschakeld. Druk, om uw keuze te maken, op de
schermtoets Headlights with Wipers. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Automatisch grootlicht
Druk op de schermtoets Auto High Beams om dit
scherm te veranderen. Wanneer u deze functie selec-
teert, zal het grootlicht onder bepaalde omstandighe-
den automatisch uitgeschakeld worden. Druk, om uw
keuze te maken, op de schermtoets Auto High Beams.
Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl naar
links. Raadpleeg voor meer informatie "Verlichting/
SmartBeam™ — indien aanwezig" onder "Uw auto".
Dagverlichting
Druk op de schermtoets Daytime Running Lights om
dit scherm te veranderen. Wanneer deze functie is
30
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
geselecteerd, worden bij draaiende motor de koplam-
pen ingeschakeld. Druk, om uw keuze te maken, op de
schermtoets Daytime Running Lights. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Knipperen bij vergrendelen
Druk op de schermtoets Flash Headlights with Lock
om dit scherm te veranderen. Wanneer deze functie
geselecteerd is, knipperen de richtingaanwijzers voor
en achter wanneer u de portieren vergrendelt of ont-
grendelt via de afstandsbediening. Druk, om uw keuze
te maken, op de schermtoets Flash Headlights with
Lock. Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links.
Portieren en sloten
Portieren ontgrendelen bij verlaten
Druk op de schermtoets Auto Unlock on Exit om dit
scherm te veranderen. Wanneer u deze functie selec-
teert, worden alle portieren ontgrendeld wanneer het
voertuig stopt, de transmissie in de stand PARK of
NEUTRAL geschakeld wordt en het bestuurderspor-
tier geopend wordt. Druk, om uw keuze te maken, op
de schermtoets Auto Unlock on Exit. Druk vervolgens
op de schermtoets met de pijl naar links.
Knipperen bij vergrendelen
Druk op de schermtoets Flash Lights with Lock om dit
scherm te veranderen. Wanneer deze functie geselec-
teerd is, knipperen de richtingaanwijzers voor en ach-
ter wanneer u de portieren vergrendelt of ontgrendelt
via de afstandsbediening. Druk, om uw keuze te maken,op de schermtoets Flash Lights with Lock. Druk ver-
volgens op de schermtoets met de pijl naar links.
Orde van portieren ontgrendelen met
afstandsbediening
Druk op de schermtoets Remote Door Unlock Order
om dit scherm te veranderen. Wanneer de optie Un-
lock Driver Door Only On 1st Press is geselec-
teerd, wordt alleen het bestuurdersportier ontgren-
deld bij de eerste druk op de toets UNLOCK van de
afstandsbediening. Als u Driver Door 1st Press selec-
teert, moet u twee keer op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening drukken om de andere portieren te
ontgrendelen. Wanneer u All Doors 1st Pressselec-
teert, ontgrendelen alle portieren bij de eerste keer
indrukken op de UNLOCK-toets op de afstandsbedie-ning. OPMERKING: Wanneer het voertuig is uitgerust
met het "Enter-N-Go-systeem" voor sleutelloze toe-
gang en het EVIC is geprogrammeerd om alle portieren
na eenmaal drukken te ontgrendelen, dan zullen alle
portieren worden ontgrendeld, ongeacht welke por-
tierhandgreep wordt vastgepakt. Als "Driver Door 1st
Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na één keer
drukken) is geprogrammeerd, wordt alleen het be-
stuurdersportier ontgrendeld wanneer dit wordt vast-
gepakt. Wanneer bij Passive Entry de functie "Driver
Door 1st Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na
één keer drukken) is geprogrammeerd en de hand-
greep meer dan één keer wordt aangeraakt, wordt het
bestuurdersportier geopend. Wanneer de functie
"Ontgrendel bestuurdersportier na één keer drukken" 31
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/hulp),
Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en slo-
ten), Auto-On Comfort (Comfort automatisch aan),
Engine Off Operation (Stroom bij uitgeschakelde mo-
tor), Compass Settings (Kompasinstellingen), Audio
and Phone Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/
Bluetooth-instellingen). OPMERKING:Er kan telkens slechts één gebied van
het aanraakscherm worden geselecteerd. (afb. 14)
Als u een selectie wilt aanbrengen, bladert u omhoog
en omlaag tot de gewenste instelling wordt gemarkeerd
en drukt u daarna kort op deze instelling totdat naast
de instelling een vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd. Display
Weergavemodus
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u een van
de automatische display-instellingen wijzigen. Als u de
status van de modus wilt wijzigen, drukt u kort op de
schermtoets Day, Night of Auto en vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links.
Helderheid van de weergave bij ingeschakelde
koplampen
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
en - of door een punt op de schaal tussen de scherm-
toetsen + en - te selecteren en op de schermtoets met
de pijl naar links te drukken.
Helderheid van de weergave bij uitgeschakelde koplampen
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
en - of door een punt op de schaal tussen de scherm-
toetsen + en - te selecteren en op de schermtoets met
de pijl naar links te drukken.
Taal instellen
Op dit scherm kunt u kiezen uit drie talen voor de
schermweergave, met inbegrip van de ritfuncties en het
navigatiesysteem (indien aanwezig). Druk op de knop
English, French (Français), Spanish (Español) om de
gewenste taal te selecteren. Druk vervolgens op de(afb. 14) Uconnect Touch™ 8.4 schermtoetsen 35
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
de schermtoets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
Koplampen met ruitenwissers
Wanneer deze functie geselecteerd is en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat, schakelen de kop-
lampen in ca. 10 seconden nadat de ruitenwissers zijn
ingeschakeld. Als de koplampen zijn ingeschakeld door
middel van deze functie, worden ze ook uitgeschakeld
wanneer de ruitenwissers worden uitgeschakeld. Druk,
om uw keuze te maken, op de schermtoets Headlights
with Wipers. Druk vervolgens op de schermtoets met
de pijl naar links.
Grootlicht automatisch dimmen
Wanneer u deze functie selecteert, zal het grootlicht
onder bepaalde omstandigheden automatisch uitge-
schakeld worden. Druk, om uw keuze te maken, op de
schermtoets Auto High Beams. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links. Raadpleeg voor
meer informatie "Verlichting/SmartBeam™ — indien
aanwezig" onder "Uw auto".
Dagverlichting
Wanneer deze functie is geselecteerd, worden bij
draaiende motor de koplampen ingeschakeld. Druk,
om uw keuze te maken, op de schermtoets Daytime
Running Lights. Druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links. Koplampafstelling (links-/rechtsrijdend verkeer)
De lichtbundels van het dimlicht worden aan de boven-
zijde afgeschermd. De lichtbundels zijn het meest naar
beneden gericht en afgestemd op links- of rechtsrij-
dend verkeer om verblinding zoveel mogelijk te voor-
komen.
Knipperen bij vergrendelen
Wanneer deze functie geselecteerd is, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter wanneer u de por-
tieren vergrendelt of ontgrendelt via de afstandsbedie-
ning. Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Flash Headlights with Lock. Druk vervolgens op de
schermtoets met de pijl naar links.
Portieren en sloten
Portieren ontgrendelen bij verlaten
Wanneer u deze functie selecteert, worden alle portie-
ren ontgrendeld wanneer het voertuig stopt, de trans-
missie in de stand PARK of NEUTRAL geschakeld
wordt en het bestuurdersportier geopend wordt.
Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets Auto
Unlock on Exit. Druk vervolgens op de schermtoets
met de pijl naar links.
Knipperen bij vergrendelen
Wanneer deze functie geselecteerd is, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter wanneer u de por-
tieren vergrendelt of ontgrendelt via de afstandsbedie-
ning. Druk, om uw keuze te maken, op de schermtoets
Flash Lights with Lock. Druk vervolgens op de scherm-
toets met de pijl naar links.
38
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD