3. Druk, zonder het rempedaal in te trappen, eenmaalop de knop ENGINE START/STOP (Motor aan/uit)
om de contactschakelaar terug te zetten in de stand
OFF/LOCK.
OPMERKING: Als het indicatiebericht aangaat wan-
neer u de motor start, is het oliebeurt-indicatielampje
niet opnieuw afgesteld. Herhaal deze procedurezonodig.
BRANDSTOFVERBRUIK
Druk de toets OMHOOG of OMLAAG en houd deze
vast totdat de melding "Fuel Economy" (Brandstofver-
bruik) verschijnt in het EVIC en druk dan SELECTEER.
De volgende functies voor brandstofverbruik worden
in het EVIC getoond:
Average Fuel Economy / Fuel Saver Mode (Gemid- deld brandstofverbruik/Brandstofbesparing)
Distance To Empty (Afstand tot lege tank) (DTE)
Kilometers per liter
Average Fuel Economy / ECO Fuel Saver
Mode (Gemiddeld brandstofverbruik/ ECO
brandstofbesparing) — indien aanwezig
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer sinds de
laatste reset. Wanneer het brandstofverbruik opnieuw
wordt ingesteld, worden op het scherm gedurende
twee seconden RESET of streepjes weergegeven. De
historische gegevens worden dan gewist en het nieuwe
gemiddelde wordt berekend op basis van het laatste
gemiddelde brandstofverbruik van voor de reset. De indicator ECO (Eco aan) licht op in het EVIC-
scherm. Deze indicator ECO gaat branden als u op
brandstofbesparende wijze rijdt en kan gebruikt wor-
den om uw rijstijl aan te passen waardoor uw brand-
stofgebruik afneemt. (afb. 10)
Distance To Empty (Afstand tot lege tank)
(DTE)
Geeft de geschatte afstand weer die nog kan worden
afgelegd met de brandstof die in de tank aanwezig is.
Deze geschatte afstand wordt bepaald door een gewo-
gen gemiddelde van het onmiddellijke en gemiddelde
brandstofgebruik volgens het huidige tankpeil. DTE kan
niet opnieuw worden ingesteld met de toets SELEC-TEER. OPMERKING:
Aanmerkelijke veranderingen in de
rijstijl of de belading van de auto zullen een groot effect
(afb. 10) Fuel Saver Mode (brandstofbesparing) — On (aan) 25
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
OPMERKING:Het bolle oppervlak van de buiten-
spiegel aan de passagierszijde biedt een veel bredere
kijkhoek, en brengt de rijbaan naast uw auto goed inbeeld.
WAARSCHUWING!
Auto's en andere voorwerpen lijken in de
bolle spiegel aan passagierszijde kleiner
en verder weg dan ze in werkelijkheid zijn.Als u te
veel op de passagiersspiegel vertrouwt , kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of object .
Gebruik uw binnenspiegel om de grootte van of
de afstand tot een voertuig te schatten dat u in
de rechterspiegel ziet . Als u deze waarschuwing
niet opvolgt , kan dit ernstig letsel of de dood tot
gevolg hebben.
ELEKTRISCH BEDIENDE BUITENSPIEGELS
De schakelaar voor de elektrisch bediende buitenspie-
gels bevindt zich op het bekledingspaneel in het be-
stuurdersportier. (afb. 39)
Modellen zonder de functie "Ruit snel
openen/sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en druk vervolgens op één van de vier
pijltjestoetsen om de spiegel in de richting van de pijl te
verstellen. Modellen met de functie "Ruit snel
openen/sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en laat deze weer los. Druk vervolgens op
één van de vier pijltjestoetsen om de spiegel in de
richting van de pijl te verstellen. De keuzeschakelaar
slaat na 30 seconden af om te vermijden dat de spie-
gelstand na het verstellen onverhoeds wordt veran-
derd. OPMERKING:
Een lampje in de geselecteerde toets
brandt om aan te geven dat de spiegel is geactiveerd en
kan worden versteld.
ELEKTRISCH INKLAPBARE
BUITENSPIEGELS — INDIEN AANWEZIG
De schakelaar voor de elektrische inklapbare spiegels
bevindt zich tussen de spiegelschakelaars L (links) en R
(afb. 39) Elektrische spiegelschakelaars. 59
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
(rechts). Druk eenmaal op de schakelaar om de spie-
gels in te klappen en druk nogmaals op de schakelaar
om de spiegels naar de normale rijstand terug te
klappen. OPMERKING:Als de schakelaar voor de elektrisch
inklapbare spiegel meer dan 4 seconden wordt inge-
drukt of als de snelheid van het voertuig hoger is dan
8 km/u, wordt de inklapfunctie buiten werking gesteld.
Als de spiegels zich in de ingeklapte stand bevinden en
de snelheid van het voertuig is gelijk aan of hoger dan
8 km/u, worden ze automatisch uitgeklapt.
HANDMATIG INKLAPBARE
BUITENSPIEGELS — INDIEN AANWEZIG
Sommige modellen beschikken over scharnierende bui-
tenspiegels. Dankzij het scharnier beweegt de spiegel
bij een onzachte aanraking naar voren en naar achteren
om beschadiging te voorkomen. Het scharnier kent
drie standen: naar voren, naar achteren en normaal.
VERWARMDE BUITENSPIEGELS — INDIEN AANWEZIG
Deze buitenspiegels zijn verwarmd ter bescher-
ming tegen aanvriezing. Deze functie wordt ge-
activeerd wanneer u de achterruitverwarming inscha-
kelt. Raadpleeg “Functies achterruit” voor meer
informatie. VERLICHTE MAKE-UPSPIEGELS — INDIENAANWEZIG
Beide zonnekleppen hebben een verlicht make-
upspiegeltje. Als u deze spiegel wilt gebruiken, klapt u
de zonneklep naar beneden en het spiegelklepje om-
hoog. Het lampje gaat automatisch branden. Als het
spiegelkapje wordt gesloten, gaat het licht uit. (afb. 40)
"Schuifstangfunctie" zonneklep — indien
aanwezig
Met deze functie zijn er meer standen mogelijk om de
zon te weren met de zonneklep.
1. Klap de zonneklep naar beneden.
2. Neem de zonneklep van de klem in het midden af.
3. Trek de zonneklep in de richting van de achteruit-
kijkspiegel om het zonwerende vlak te vergroten.
(afb. 40) Verlichte make-upspiegel
60
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
antivriesconcentratie te controleren of de koelvloei-
stof te verversen. Maak uw monteur hierop attent.
Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is,
hoeft u het expansiereservoir slechts eenmaal per
maand te controleren. Wanneer u koelvloeistof moet
bijvullen, moet u dat doen via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
VoorzorgsmaatregelenOPMERKING:Wanneer u na enkele kilometers
rijden de auto stilzet, kunt u waterdamp zien opstijgen
vanuit de voorzijde van het motorcompartiment. Dat is
gewoonlijk het gevolg van een hoge luchtvochtigheid,
of van regen of sneeuw die bij de radiator is achterge-
bleven en die verdampt zodra de thermostaatklep
opengaat en hete koelvloeistof de radiator binnen-
stroomt.
Wanneer bij een inspectie van de motorruimte blijkt
dat de radiator en de slangen geen defecten vertonen,
kunt u gerust met de auto gaan rijden. De damp zal snel
verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het expansiereservoir.
Controleer het antivriesgehalte in de radiator en het expansiereservoir. Als koelvloeistof moet worden
bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiere-
servoir tegen bevriezing worden beschermd.
Als u regelmatig koelvloeistof moet bijvullen of het peil in het expansiereservoir niet daalt zodra de
motor afkoelt, dient het koelsysteem via een druk-
test op lekkage te worden gecontroleerd. Controleer of de overloopslangen van de radiator en
het expansiereservoir niet gedeukt of geblokkeerdzijn.
Houd de voorzijde van de radiator schoon. Als uw auto is uitgerust met airconditioning, reinigt u de
voorzijde van de condensor.
Vervang nooit de thermostaat voor een zomer- of wintertype. Wanneer vervanging noodzakelijk is,
mag UITSLUITEND het gespecificeerde type ther-
mostaat worden ingebouwd. Andere modellen kun-
nen onvoldoende koelprestaties leveren en een ho-
ger brandstofverbruik en hogere emissiewaarden
teweegbrengen.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te waarborgen, moe-
ten alle onderdelen van het remsysteem regelmatig
worden gecontroleerd. Raadpleeg "Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met ‘slippend rempedaal’ is ge-
vaarlijk en kan ongevallen veroorzaken.
Rijden met de voet op het rempedaal veroor-
zaakt abnormaal hoge remtemperaturen, ver-
hoogt de slijtage van de remblokken en kan
leiden tot het uitvallen van het remsysteem. Dan
heeft u in noodgevallen niet het volledige remver-
mogen tot uw beschikking.
249
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD