Page 241 of 348
239Technische gegevens
Identifi catie
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A.Serienummer onder de motorkap. Dit nummer is ingeslagen in de carrosserie,bij de schokdempersteun.
Controleer de bandenspanning minimaal één keer per maand, bij koudebanden.
Een te lage bandenspanning veroorzaakt een hoger brandstofverbruik. B
.Serienummer op de onderste
voorruittraverse. Dit nummer staat op een sticker en is
zichtbaar door de voorruit.
C.Constructeurssticker.Dit nummer staat op een eenmaligesticker op de por tiersponning, aan
passagierszijde.
D.Sticker bandenspanning/kleurcode van de lak.Deze sticker is op de portierstijl aanbestuurderszijde bevestigd, en bevat de vol
gende informatie:
- bandenspanning zonder en met volle
belading,
- velgmaat en bandenmaat,
- door de constructeur aanbevolen bandenmerken,
- bandenspanning van het reservewiel,
- kl
eurcode van de lak.
Page 242 of 348
Page 243 of 348
Page 244 of 348
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
Page 245 of 348

243
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET
LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar dealarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * .
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeurig moment langer dan 8 secondeningedrukt houdt, annuleer t u de oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE MET
LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat hetgroene lampje 3 seconden branden. Dit duidtop een goede werking van het systeem.
Het oran
je lampje knipper t: er is een storing in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannuleerd. Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk lan
ger dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto. Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep is verstuurd. *
WERKING VAN HET SYSTEEMHet groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de verbinding
tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Wanneer u uw auto buiten het CITROËN-netwerk hebt
gekocht, raden wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten controlerenen eventueel configureren. In een meer talig land kunt u het systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur. Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale die
de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwingkan zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van de
airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zi
jn afhankelijk van bepaalde voor waarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Sur f hier voor naar www.citroen.com. Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht voor om op elk
willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te wijzigen.
Page 246 of 348
Page 247 of 348
245
Dit s
ysteem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
e MyWay
01 Basisfunctie - Bedieningspaneel
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-mode is
geactiveerd, schakelthet systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Stuurkolomschakelaars
03 Werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Telefoneren
07 Index - ADDR BOOK
08 Radio
09 Multimediaspelers
10 Audio-instellingen
11 Configuratie
12 Menustructuur blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
246
248
249
251
264
267
275
27
8
281
287
288
290
Veelgestelde vragen blz. 293
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO/BLUETOOTH-
TELEFOON
Page 248 of 348

01 BASISFUNCTIES
Kort indrukken: selecteren van een inhet geheugen opgeslagen radiozender.
Lang indrukken: de radiozender waar
u op dat moment naar luistert opslaan als voorkeuzezender.
Functie TA (verkeersinformatie)
aan/uit.
Weergave van de lijst met ontvangenradiozenders, nummers of CD/MP3/iPod-
speellijsten.
Lan
g indrukken: bijwerken van de lijst met
ontvangen radiozenders.
To e
gang tot de " Audio-instellingen": klankkleur,bassen, hoge tonen,loudness, geluidsverdeling,
balans links/rechts,
balans voor/achter,snelheidsafhankelijke
volumeregeling.
Selecteren van het golfbereik AM/FM/DAB.
Kort indrukken:
CD
uitwerpen.
In
gedrukt houden:
resetten van het systeem.
Selecteren van de geluidsbron: CD, USB,
AUX, iPod, Bluetooth
Streaming, Radio.
Annuleren van de bewerking,
omhoog in de menustructuur.
Lan
g indrukken: terug naar
de permanente weergave.
Aan/uit.
T
oets MODE
: selecteren
van het type permanente
weergave.
Draaien: volumeregeling(voor elke geluidsbron
afzonderlijk, inclusief deTA-meldingen en navigatie-
aanwijzingen).
Selecteren:
- van het vorige/volgende item in een lijst of in een menu.
- van de vorige/volgende afspeellijst van de mediadrager.
- stapsgewijs zoeken naar een radiozender met een
hogere/lagere frequentie.
- van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.
De kaart omhoog/omlaag verplaatsen, met de functie " De
kaart verplaatsen".
Selecteren:
- automatisch zoeken naar radiozenders in afl opende/
oplopende volgorde.
- van het vorige
/volgende nummer op de CD, MP3-bestand of mediabestand.
T
oets BLACK PANEL:
display uitschakelen.
Onderbreken/herstellen
van het geluid.