Page 145 of 348
143Zicht
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers mogelijk:
- automatische werking van de ruitenwissers vóór,
- automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen
van de achteruitversnelling.
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers handmatig in.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.
Ruitenwissers vóór
Wissnelheid:
ho
ge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid
(matige regenval),
interval
(wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid),
uit,
automatisch
(omlaag duwen en
loslaten),
één keer
(de hendel even naar u toe trekken).
Page 146 of 348
Schakel de automatische werking van de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage vaneen fietsendrager op de achterklep. Dit kan worden uitgevoerd via hetconfiguratiemenu. uit,
interval,
wissen en sproeien(gedurende enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnellinginschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Deze functie kan worden
geactiveerd
of gedeactiveerd
via het configuratiemenu.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Instellen
)Trek de ruitenwisserschakelaar naar u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
De koplampsproeiers worden alleengeactiveerd als de dimlichten branden.
Ruitensproeiers vóór en
ko
plampsproeiers Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:
Page 147 of 348
145
Zicht
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteer t. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaag.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en
er verschijnt een melding.
Duw de hendel nog een keer omlaag of zet de hendel in een andere stand (Int., 1 of 2).
Dit verklikkerlamp
je op het instrumentenpaneelgaat uit en er verschijnt een melding.
Uitschakelen
Elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet ude automatische werking van deruitenwissers opnieuw activeren door de hendel één keer omlaag te duwen.
Page 148 of 348

Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor inhet midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelenvan de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
wer
king van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwisserslos te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen
worden gereinigd of de ruitenwissers worden
ver vangen. In de winter kan deze stand tevens
worden gebruikt om de ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
Om een goede werking van de flat-blade ruitenwissers te behouden, adviserenwij u:
- voorzichtig met de ruitenwissers omte gaan,
- de ruitenwissers regelmatig tereinigen met zeepsop,
- de ruitenwissers niet te gebruikenom een stuk karton tegen devoorruit te houden,
- de ruitenwissers te ver vangen zodraze tekenen van slijtage ver tonen.
)
Als de ruitenwisserschakelaar meteen
nadat het contact is afgezet wordt bediend,
bewegen de ruitenwissers naar het midden
van de voorruit. ) Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden weer
in de ruststand te zetten.
Page 149 of 348

147Zicht
1.Plafonnier vóór - achter2.Kaartleeslampjesvóór3.Kaartleeslampjes achter4.Sfeerverlichting
Plafonniers
In deze stand gaat de interieurverlichting geleidelijk branden:
Plafonnier vóór - achter
Zorg ervoor dat er geen voor werpen incontact zijn met de plafonniers.
In de stand "interieurverlichtingpermanent ingeschakeld", blijft de interieurverlichting afhankelijk vande omstandigheden gedurende eenbepaalde tijd branden:- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten, - in de eco-mode: ongeveer 30 seconden, - bij draaiende motor: onbeperkt.
- als de auto wordt ont
grendeld,
- als de elektronische sleutel uit de lezer
wordt ver wijderd,
- als een por tier wordt geopend,
- als op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om deauto te lokaliseren.
De interieurverlichtin
g gaat geleidelijk uit:
- als de auto wordt vergrendeld,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het laatste
portier.
Permanent uit.
Permanent aan.
Kaartleeslampjes vóór -
achter
)
Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Page 150 of 348

Sfeerverlichting De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Inschakelen
Als het buiten donker is, gaat de sfeerverlichting automatisch branden als deparkeerlichten worden ingeschakeld (zo wordt
de middenconsole bijvoorbeeld verlicht door een lichtbundel waarvan de lichtbron in de
dakconsole is ondergebracht).
Instellen van de lichtsterkte van
de plafonnier
) Druk als de parkeerlichten zijningeschakeld meerdere keren op de knopom de lichtsterkte van de verlichting in te stellen.
Uitschakelen
De sfeer verlichting gaat automatisch uit als de parkeerlichten worden uitgeschakeld. )Druk als de parkeerlichten zijn ingeschakeld meerdere keren op de knop
om de lichtsterkte van de verlichting
geleidelijk te verminderen en de
sfeerverlichting uit te schakelen.
Ver lic ht ing
beenruimte
Inschakelen
De werking is gelijk aan die van de plafonniers.
De verlichting gaat branden zodra één van de por tieren wordt geopend. De
gedempte verlichting van de beenruimte
verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere omgeving bevindt.
Page 151 of 348
Page 152 of 348
006
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen