Tractiecontrole op
besneeuwde wegen
(Intelligent Traction Control)
Deze auto is uitgerust met een systeem dat
zorgt voor extra tractie op besneeuwde wegen: Intelligent Traction Control.Deze automatische functie is permanent
geactiveerd om situaties met weinig grip
op te sporen, zoals het we
grijden en het
voortbewegen van de auto in verse en diepe sneeuw of over platgereden sneeuw.
In dergelijke omstandigheden beperkt de Intelligent Traction Controlhet doorslippen
van de wielen om voor een optimale grip
te zorgen. Zo wordt de aandrijving en debestuurbaarheid verbeterd.
In barre rijomstandigheden (diepe sneeuw,modder, enz.) kan het nuttig zijn de
dynamische stabiliteitscontrole en deantislipregelingtijdelijk uit te schakelen, zodat
de wielen kunnen slippen, waardoor ze meer
grip zouden kunnen vinden. Het is raadzaam om het systeem zodra het kan
w
eer in te schakelen.Onder gladde omstandigheden is het raadzaam
te rijden op winterbanden.
Werking
Antiblokkeersysteem (ABS) enelektronische remdrukregelaar (EBD)
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledig in en laat het niet los.
Zorg er bij ver vanging van de wielen (banden en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd die voor uw auto zijn gehomologeerd. De normale werking van het antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door het trillen van het rempedaal.
Als dit lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display,
duidt dit op een storing in het ABS-
systeem, waardoor u tijdens het remmen de controle over uw auto zou kunnen verliezen.
Als dit lampje gaat branden in combinatie met het lampje STOP
, Peen geluidssignaal en een melding
op het display, duidt dit op een
stor
ing in de elektronische remdrukregelaar
waardoor u tijdens het remmen de controle over uw auto zou kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk. Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.