14 . Schakelaars ruiten / elektrisch bediendekindersloten / centrale vergrendeling.
15. Bedieningspaneel van eMyWay.
16.Ver snellingspook.
17. Bedieningspaneel ver warming/
airconditionin
g.
18. Autoradio.
19.Alarmknipperlichten.
20.Display.21. Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters.
22.Klokje.
23.Starten met START/STOP-knop.
24.Lezer van de elektronische sleutel.
25. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
26
. Bediening van de autoradio vanaf het stuurwiel
Cockpit
1.
Hendel motorkapontgrendeling.2.
Koplampverstelling. 3.
Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 4.
Ontwaseming van de voorportierruiten.
5.
Ontwaseming voorste zijruiten.
6.Head-up display.7. Voorruitontwaseming.8.Airbag passagier.9.
Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 10.12V-aansluiting.11.
Bediening ruiten achter.12.Middenarmsteun met opbergvakken
USB/Jack-aansluiting. 13.Elektrische parkeerrem.
27. Airbag bestuurder.
Claxon. 28. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 29.
Schakelaarpaneel (zie vorige pagina). 30.
Afstellen buitenspiegels.
31.Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 32.
Instrumentenpaneel.33.
Verklikkerlampjes veiligheidsgordels en airbags.34.Plafonnier.35.Bediening head-up display.36.Bediening zonnescherm cockpit roof. 37.
Oproep naar Citroën Urgence met
lokalisering - Oproep naar Citroën
Assistance met lokalisering.
Veiligheid voor alle inzittenden
1.Open het dashboardkastje. 2.Steek de sleutel (geïntegreerd in de elektronischesleutel) in de schakelaar.3.
Selecteer de stand: "ON"(inschakelen) wanneer een passagier op de
voorstoel zit of een kinderzitje voor ver voer met het
gezicht in de rijrichting is bevestigd,
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje voor
ver voer met de rug in de rijrichting is bevestigd. 4. Ver wijder de sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
174
Veiligheidsgordels voor en
frontairbag aan passagierszijde
A.
Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel linksvoor. B.
Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel rechtsvoor.C.
Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel rechtsachter. D.Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/losgemaakte veiligheidsgordel middenachter.
171
E.
Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/
losgemaakte veiligheidsgordel linksachter.F.Verklikkerlampje uitgeschakelde airbag
vóór aan passagierszijde.G. Verklikkerlampje ingeschakelde airbag vóór aan passagierszijde.
Instrumentenpaneel benzine-diesel
1.
Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel). 2. Brandstofniveaumeter.3.Koelvloeistoftemperatuurmeter. 4.
Snelheidsmeter (km/h of mph).5.
Aanwijzingen van de snelheidsregelaar
of de snelheidsbegrenzer.A
.Dimmer dashboardverlichting en
verlichting bedieningselementen.
B
.- Herhaaldelijk kor t
indrukken: bandenspanningscontrole,
opnieuw weergeven
onderhoudsinformatie, logboek
waarschuwingsmeldingen.
- Lang indrukken: resetten
van de geselecteerde functie (onderhoudsindicator of dagteller). 6
. Opschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (EGS -versnellingsbak of
automatische transmissie).
7.Display van het instrumentenpaneel:
dagteller, waarschuwingsmeldingen,
meldingen over de status van functies(bijv.: oliedruk, accu, geopend portier, ...),boordcomputer, multimedia, navigatie. 8. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
Meters en displays Bedieningstoetsen
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Automatische
ruitenwisserspermanen
t.De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewo
gen.D
e automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Airbag aanpassagierszijdepermanent op hetdisplay van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "ON".De passagiersairbag vóór is geactiveerd.Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier.
Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om depassagiersairbag vóór uit te schakelen.In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Stop & Startpermanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-standgezet(verkeerslicht, stopbord,
opstopping, enz.).Het lamp
je gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat dan uit.De
STOP-stand is nu nietbeschikbaar.of De motor wordt automatisch gestart. Raadplee
g het hoofdstuk "Rijden - § Stop & Start-systeem" voor bijzonderheden van de Stop- en Start-stand.
33Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent, ophet display van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordelsen de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevesti
g in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrichting.
CDS/ASR
permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie CDS/ASR wordt
uitgeschakeld.
CDS: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw in
geschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.