149
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
S S
T T
A A
R R
T T
E E
N N
E E
N N
R R
I I
J J
D D
E E
N N
MOTOR STARTEN .............................................. 150
PARKEREN ....................................................... 155
GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK.................... 156
BRANDSTOF BESPAREN ..................................... 157
TREKKEN VAN AANHANGERS .............................. 159
WINTERBANDEN ............................................... 162
SNEEUWKETTINGEN.......................................... 163
AUTO LANGERE TIJD STALLEN ............................. 164
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 149
150
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
We raden u aan om ge-
durende de eerste kilo-
meters niet de maxima-
le prestaties van uw auto te ei-
sen (bijvoorbeeld snel accelere-
ren, langdurig rijden met hoge
toerentallen en krachtig rem-
men).
Het is zeer gevaarlijk
om de motor in afge-
sloten ruimten te laten draai-
en. De motor verbruikt zuur-
stof en produceert kooldioxi-
de, koolmonoxide en andere
giftige gassen.
OPGELET
Laat de elektronische
sleutel niet in het start-
systeem als de motor stil-
staat, zodat de accu niet onnodig
wordt ontladen.MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektroni-
sche startblokkering: zie bij startproble-
men de paragraaf “Alfa Romeo CODE-
systeem” in het hoofdstuk “Dashboard
en bediening”.
WAARSCHUWINGAls het startsys-
teem onjuist wordt behandeld, kan dit
het ongewenst blokkeren van het stuur
tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING Als de elektro-
nische sleutel geheel in het startsysteem
wordt geplaatst, moet deze vergrende-
len.WAARSCHUWING Bij een rijdende
auto mag de elektronische sleutel niet
uit het startsysteem worden verwijderd,
behalve in noodgevallen (zie de para-
graaf “elektronische sleutel in noodge-
vallen verwijderen”); als de sleutel is ge-
plaatst, dan is het stuurslot uitgeschakeld
als de auto rijdt (bijvoorbeeld als de au-
to wordt gesleept).
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 150
De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem ge-
plaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart als het rempedaal
in plaats van het koppelingspedaal
wordt ingetrapt. In dat geval
wordt de motor niet automatisch ge-
start. Druk in dat geval de
START/STOP-knop in en laat deze
los zodra de motor is gestart.DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒trap het koppelingspedaal helemaal
in, zonder het gaspedaal in te trap-
pen;
❒zet de versnellingspook in de
vrijstand;
❒steek de elektronische sleutel na het
stoppen in het startsysteem. Op het
instrumentenpaneel gaat het lamp-
je
mbranden;
❒wacht tot het lampje mgedoofd is.
Hoe warmer de motor, hoe sneller het
lampje dooft;
❒druk kort op de knop START/STOP
meteen nadat het lampje
muit
gaat. Als u te lang wacht, zijn de
voorgloeibougies weer afgekoeld.
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒trap het koppelingspedaal helemaal
in, zonder het gaspedaal in te trap-
pen;
❒zet de versnellingspook in de
vrijstand;
❒steek de elektronische sleutel na het
stoppen in het startsysteem;
❒druk kort op de knop START/STOP.
151
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 151
BELANGRIJKE TIPS
Als u tijdens het starten de motor uit
moet schakelen, is het voldoende om
voor het opnieuw starten van de motor
het koppelings- of rempedaal in te trap-
pen en vervolgens op de
START/STOP-knop te drukken.
Als het starten moeizaam verloopt, blijf
dit dan niet langdurig proberen, maar
wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als de motor draait, wordt de elektro-
nische sleutel in het startsysteem ver-
grendeld en kan deze alleen uit het
startsysteem worden verwijderd als de
motor wordt uitgeschakeld. Als de au-
to rijdt en de elektronische sleutel is ver-
grendeld, kan het startsysteem worden
beschadigd als de sleutel geforceerd
wordt verwijderd.Bij eventuele problemen met het start-
systeem gaat het lampje
Yop het ins-
trumentenpaneel branden (bij sommige
uitvoeringen wordt er ook een bericht op
het display weergegeven). Wendt u zich
in dit geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als na het indrukken van de
START/STOP-knop de motor niet
start, herhaal dan de startprocedure,
maar trap het andere pedaal in (kop-
pelings- of rempedaal). De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem
geplaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden.
Bij zeer lage temperaturen moet u al-
tijd wachten, totdat het lampje
mis
gedoofd, voordat de motor wordt ge-
start.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart, als alleen het rempedaal
is ingetrapt. In dat geval wordt de mo-
tor niet automatisch gestart. Druk in dat
geval de START/STOP-knop in en laat
deze los zodra de motor is gestart.
152
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 152
153
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Storing bij het starten van de
motor
Het systeem kan herkennen dat de mo-
tor niet aanslaat of dat de motor afslaat.
In dat geval wordt de elektronische sleu-
tel ontgrendeld, zodat de bestuurder de vol-
gende handelingen kan uitvoeren:
❒schakel het instrumentenpaneel uit
met behulp van de START/STOP-
knop of door de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem te verwijde-
ren;
❒start de motor door het koppelings-
/rempedaal in te trappen en de
START/STOP-knop in te drukken.
WAARSCHUWING Als de motor af-
slaat en de auto rijdt, kan om veilig-
heidsredenen, de elektronische sleutel
niet uit het startsysteem worden ver-
wijderd. Druk om de sleutel te verwij-
deren op de START/STOP-knop met
ingetrapt rem- of koppelingspedaal en
bij stilstaande auto.
MOTOR OPWARMEN NA
HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❒rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en
trap het gaspedaal niet bruusk in;
❒verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. Wij raden u
aan te wachten tot de wijzernaald
van de koelvloeistoftemperatuur-
meter begint te bewegen.
In noodgevallen of om
veiligheidredenen kan
de motor bij een rijdende auto
worden uitgeschakeld door een
aantal malen (drie keer binnen
2 seconden) de START/STOP-
knop in te drukken en vervol-
gens de knop enige seconden in-
gedrukt te houden. In dat geval
kunt u geen gebruik meer ma-
ken van de stuurbekrachtiging.
OPGELET
MOTOR UITZETTEN
Druk bij stilstaande auto de
START/STOP-knop in. Als de motor is
uitgeschakeld, kan de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem worden verwij-
derd.
WAARSCHUWINGZet de motor na
een zware rit niet onmiddellijk uit, maar
laat de motor even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de mo-
torruimte dalen.
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 153
WAARSCHUWINGAls de auto
wordt uitgeschakeld, worden de elek-
tronische beveiligingssystemen uitge-
schakeld en de buitenverlichting ge-
doofd.
WAARSCHUWINGAls de motor
wordt uitgeschakeld en de auto rijdt,
kan om veiligheidsredenen, de elektro-
nische sleutel niet uit het startsysteem
worden verwijderd. Schakel, om de sleu-
tel te verwijderen, het instrumentenpa-
neel aan en uit door op de
START/STOP-knop te drukken bij los-
gelaten rem- of koppelingspedaal en stil-
staande auto. ELEKTRONISCHE SLEUTEL IN
NOODGEVALLEN
VERWIJDEREN
Als er een probleem is met het uitscha-
kelen van de auto of het ontgrendel-
mechanisme van de elektronische sleu-
tel, ga dan als volgt te werk:
❒druk de ontgrendelknop in om de
metalen baard uit te laten klappen
(zie de paragraaf “Elektronische
sleutel” in het hoofdstuk “Dash-
board en bediening”);
❒steek de metalen baard B-fig. 1
van de elektronische sleutel in de
openingA;
❒verwijder de elektronische sleutel uit
het startsysteem.
154
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Het heeft geen enkel nut
gas te geven voordat u
de motor uitschakelt; dit
is verspilling van brandstof en
is schadelijk, vooral voor moto-
ren met turbocompressor.
WAARSCHUWINGPlaats in opening
A-fig. 1geen andere voorwerpen dan
de metalen baard Bvan de elektronische
sleutel.
WAARSCHUWINGZet de auto stil
voordat de elektronische sleutel op de-
ze manier wordt verwijderd, omdat als
de sleutel bij een draaiende motor wordt
verwijderd, worden de motor en het in-
strumentenpaneel uitgeschakeld en het
stuurslot niet ingeschakeld.
A0E0043mfig. 1
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 154
155
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Handrem uitschakelen:
❒trek de hendel Aiets omhoog en
druk op de ontgrendelknop B;
❒druk op de knop Ben zet de hendel
omlaag. Het lampje
xop het ins-
trumentenpaneel dooft.
Om onverwachte bewegingen van de
auto te voorkomen, moet bij het be-
dienen van de handrem het rempedaal
worden ingetrapt.
HANDREM
De handrem A-fig. 2 bevindt zich tus-
sen de voorstoelen. Om de handrem in
te schakelen, moet u de hendel Aom-
hoog trekken zodat de auto blokkeert.
Als de elektronische sleutel in het start-
systeem is geplaatst, gaat op het ins-
trumentenpaneel het lampje
xbran-
den.
WAARSCHUWING De auto moet
geblokkeerd blijven als de hendel enkele
tanden is aangetrokken. Als dit niet het
geval is, laat dan het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk de handrem afstellen.
A0E0030mfig. 2
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor uit en trek de handrem
aan;
❒schakel een versnelling in (de 1eals
de weg omhoog loopt, de achteruit
als de weg omlaag loopt) en zet de
voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat,
blokkeer de wielen dan met stenen of
wiggen. Laat de sleutel nooit in het start-
systeem zitten als de motor is uitgezet,
om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Laat kinderen nooit al-
leen achter in de auto.
Verwijder de elektronische
sleutel altijd uit het startsys-
teem als u de auto verlaat en
neem de sleutel mee.
OPGELET
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 155
WAARSCHUWING De achteruit kan
alleen bij een stilstaande auto worden
ingeschakeld. Wacht, als de motor
draait, ten minste 3 seconden met ge-
heel ingetrapt koppelingspedaal, voor-
dat de achteruit wordt ingeschakeld;
hiermee wordt voorkomen dat de tand-
wielen beschadigen.
156
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0151mfig. 4
Trap het koppelingspe-
daal helemaal in om
goed te schakelen. Daarom
mag er niets onder het pedaal
liggen dat dit kan verhinderen:
let erop dat eventuele vloer-
matten niet zijn dubbelgevou-
wen en zo de slag van de pe-
dalen beperken.
OPGELET
Laat uw hand tijdens het
rijden niet op de pook-
knop rusten omdat door
de uitgeoefende druk, ook als
deze licht is, de interne onder-
delen van de versnellingsbak na
verloop van tijd kunnen slijten.
Gebruik het koppelingspedaal
uitsluitend voor het overscha-
kelen. Laat tijdens het rijden de
voet nooit - zelfs niet licht - op
het koppelingspedaal rusten. Bij
uitvoeringen voor bepaalde
markten kan de regelelektroni-
ca van het koppelingspedaal een
foutief gebruik door de be-
stuurder beschouwen als een
storing.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK
De auto is voorzien van een handge-
schakelde versnellingsbak met 6 of 5
versnellingen (1.8 140 pk-uitvoering).
De stand van de afzonderlijke versnel-
lingen is op de pookknop afgebeeld.
Trap bij het overschakelen altijd het kop-
pelingspedaal geheel in. Houd, om de 6
e
versnelling (waar voorzien) in te scha-
kelen, de pook iets naar rechts gedrukt,
om te voorkomen dat per ongeluk de
4
eversnelling wordt ingeschakeld.
Plaats voor het inschakelen van de ach-
teruit Rvanuit de stand vrij de ring A-
fig. 3ofA-fig. 4onder de knop om-
hoog en verplaats tegelijkertijd de pook
naar links en vervolgens naar voren.
Laat de ring los na het inschakelen van
de achteruit. Om vanuit de achteruit een
andere versnelling in te schakelen, hoeft
de ring van de pook niet omhoog ge-
trokken te worden.
A0E0397mfig. 3
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 156