Page 121 of 210

119
VEILIGHEID
4
119
Kinderen aan boord
OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-
kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevest igingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-ma at op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo
aangegeven met een letter ( A t/m G ).
Gewicht van het kind /leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg
"rug in de
rijrichting"
"rug in de
rijrichting"
"gezicht in de
rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
2e zitrij
(5 en
7 * zitplaatsen) Buitenste
zitplaatsen
IL-SU IL-SU IL-SU IUF, IL-SU
Middelste
zitplaats
Zitplaats zonder ISOFIX-bevestigingen
3e zitrij
(7 zitplaatsen) Zitplaatsen
Zitplaatsen zonder ISOFIX-bevestigingen
IUF: Zitplaats geschikt voor het bevestigen van een universeel ge homologeerd ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting en een riem aan de bovenzijde, waarmee het zitje wordt bevestigd aan de bovenste bevestigingsring van de
zitplaatsen van de auto met ISOFIX-bevestigingen.
IL-SU: Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje met het gezicht
in de rijrichting.
* Bij de 7-persoons uitvoering dienen de drie stoelen van de 2e zitrij allemaal te zijn geplaatst als e r kinderzitjes worden
bevestigd.
Page 122 of 210

120120
Kinderen aan boord
ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt.
Als de hoofdsteun verwijderd moet worden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden vervoerd, behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of niet aanwezig is.
Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Laat uit veiligheidsoverwegingen: - geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten
zijn en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
KINDERBEVEILIGING
De kinderbeveiliging verhindert het openen van binnenuit van de schuifdeuren.
Handmatige bediening
De plaats van de kinderbeveiliging wordt aangegeven door een sticker.
- Open de schuifdeur volledig tot voorbij het zware punt.
- Kantel de hendel op de achterste zijkant van de schuifdeur naar beneden.
Elektrische bediening
Druk met het contact aan op
deze knop. Het lampje gaat
branden.
Let op: dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling.
Neem voor het verlaten van de auto altijd de sleutel uit het contact, zelfs voor korte periodes.
Controleer na het aanzetten van het contact altijd of de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Bij een zware aanrijding wordt de elektrische kinderbeveiliging automatisch uitgeschakeld.
Gebruik de kindersloten om te
voorkomen dat de portieren per
ongeluk worden geopend.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Page 123 of 210
121
Trekken van een aanhanger
ACCESSOIRES
5
Raadpleeg voor meer informatie over de
aanhangergewichten de documenten
van de auto (kentekenbewijs, ...) of in
rubriek 8 het gedeelte "Gewichten".
TREKKEN VAN EEN AANHANGER, EEN CARAVAN, EEN BOOT...
Verdeling gewicht
Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig en houd u aan
de toegestane kogeldruk.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch
bediend en is niet afhankelijk van het
motortoerental.
Gebruik daarom een zo hoog
mogelijke versnelling om het toerental
te beperken en pas uw snelheid aan.
Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Adviezen
Bij het slepen van een auto dienen de wielen
van de gesleepte auto vrij rond te draaien; de
versnellingsbak moet in de neutraalstand staan.
Page 124 of 210

122
Trekken van een aanhanger
Gebruiksvoorschrift
Onder zeer zware
gebruiksomstandigheden (het trekken
van het maximale aanhangergewicht
op een steile helling bij hoge
temperatuur) wordt de airconditioning
automatisch uitgeschakeld, zodat de
prestaties van de motor weer kunnen
worden verhoogd.
Banden
Controleer de bandenspanning
van de auto (zie rubriek 8 in het
g e d e e l t e " I d e n t i fi c a t i e " ) e n d e
aanhanger en breng deze indien nodig
op de juiste waarde. Zie in de rubriek 6 het gedeelte
"Niveaus".
Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger
vergroot de remweg. Rijd met matige
snelheid, schakel tijdig terug, rem
geleidelijk. Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
originele PEUGEOT-trekhaken en hun
kabelset, die tijdens de ontwikkeling
van uw auto uitgebreid zijn getest
en gehomologeerd en de montage
hiervan toe te vertrouwen aan het
PEUGEOT-netwerk.
In geval van montage buiten het
PEUGEOT-netwerk, moet deze
montage worden uitgevoerd met
gebruikmaking van de voorbereide
geïntegreerde elektrische
voorzieningen aan de achterzijde van
de auto en de voorschriften van de
constructeur.
Conform de algemene voorschriften
die hierboven zijn vermeld, attenderen
wij u op het risico dat het monteren van
een trekhaak of elektrisch accessoire
zonder artikelnummer van PEUGEOT
met zich meebrengt. Hierdoor kunnen
storingen in het elektrisch systeem van
uw auto ontstaan. Raadpleeg eerst het
PEUGEOT-netwerk.
Zijwind
De zijwindgevoeligheid van de auto
is groter. Rijd daarom soepel en met
matige snelheid.
ABS/ESP
Het ABS of ESP werkt uitsluitend op de
auto en niet op de aanhanger.
Parkeerhulp achter
Bij het trekken van een aanhanger is
de parkeerhulp uitgeschakeld.
Page 125 of 210

123
5
Uitrusting
Er is tevens een aanbod van
accessoires beschikbaar, gerangschikt
in comfort, vrije tijd en onderhoud: Inbraakalarm, graveren
van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek, ...
Stoelhoezen geschikt voor
voorstoelen met zij-airbags,
banken, rubbermatten, moquette
matten, sneeuwkettingen,
z o n n e s c h e r m e n , fi e t s d r a g e r v o o r
de achterklep, ... Autoradio's, handsfree set,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem, ...
Voordat nieuwe audio- en/
of telematica-apparatuur
wordt gemonteerd, moet aan de
h a n d v a n d e s p e c i fi c a t i e s a l t i j d
worden gecontroleerd of deze
kan worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT -netwerk.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar. Maximaal gewicht op allesdragers
- Dwarsstangen op dakdragers: 75 kg
(montage van deze dwarsstangen
is niet mogelijk bij uitvoeringen met
multifunctioneel dak).
Deze accessoires en onderdelen zijn getest en
goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid
en veiligheid. Ze zijn volledig aangepast
aan uw auto. Er wordt een ruime keuze aan
accessoires en originele onderdelen, voorzien
van een artikelnummer, aangeboden.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg, voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne in uw auto laat
installeren, een vertegenwoordiger van
het merk PEUGEOT .
Het PEUGEOT -netwerk stelt u de
technische gegevens (frequentieband,
maximaal uitgangsvermogen,
p o s i t i e a n t e n n e , s p e c i fi e k e
installatievoorschriften) van de voor
montage geschikte zenders ter
beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
Automobielen (2004/104/EG).
Page 126 of 210

124
Uitrusting Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die niet
onder een artikelnummer in het
assortiment van PEUGEOT voorkomen,
kan storingen in het elektronisch
systeem van uw auto veroorzaken.
Houd rekening met deze bijzonderheid
en wij raden u aan contact op te
nemen met een vertegenwoordiger
van het merk PEUGEOT om u te
laten informeren over het assortiment
uitrustingen en accessoires voorzien
van een artikelnummer van PEUGEOT.
Afhankelijk van het land van
bestemming is de aanwezigheid
van veiligheidsvesten, een
gevarendriehoek en een set
reservelampen in de auto verplicht. Telematica-eenheid "Active Fleet
Data"
De telematica-eenheid is rechtstreeks
verbonden met het "hart" van de auto
(via het multiplexnetwerk "Full CAN"),
en kan naar wens de volgende actuele
informatie weergeven:
- afgelegde afstand in kilometers,
- resterend aantal kilometers tot de
volgende onderhoudscontrole,
- waarschuwingen en storingen (oliepeil, koelvloeistofniveau,
olietemperatuur,
koelvloeistoftemperatuur, enz.).
Met behulp van deze informatie
k u n n e n fl e e t o w n e r s h e t
wagenparkbeheer optimaliseren.
Raadpleeg het PEUGEOT -netwerk
voor meer informatie (volgens land van
bestemming).
Spatlappen vóór, spatlappen
achter, lichtmetalen velgen
15/17 inch, bekleding
wielkasten, met leder bekleed
stuurwiel, ...
Ruitensproeiervloeistof,
reinigings-/onderhoudsmiddelen
voor interieur en exterieur, sets
reservelampen, ...
Page 127 of 210
126
Motorkap openen
MOTORKAP OPENEN
Motorkapsteun
Zet om de motorkap open te houden de
motorkapsteun vast in de met een sticker
aangegeven houder in het plaatdeel aan
de linkerzijde van de auto.
Plaats voordat u de motorkap sluit
de motorkapsteun terug in de klem,
zonder te forceren.
Buitenzijde
Til de motorkap met één hand iets
op en steek uw andere hand met de
palm omlaag naar binnen, zodat u
gemakkelijk bij de haak kunt.
Duw met deze hand de veiligheidshaak
naar links. Open de motorkap.
Binnenzijde
Trek aan de hendel onder het
dashboard. De motorkap is
ontgrendeld.
Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen. Controleer of de motorkap goed
vergrendeld is.
Open de motorkap liever niet als het hard waait.
Page 128 of 210
127
6
Onder de motorkap
BENZINEMOTOR
1. Reservoir ruitensproeiers vóór.
2. Zekeringkast.
3. Reservoir koelvloeistof.
4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.
5. L u c h t fi l t e r .
6. Oliepeilstok.
7. Motorolie (bij)vullen.
8. Reservoir
stuurbekrachtigingsvloeistof.
Accu-aansluitingen:
+ Metalen positieve aansluiting.
- Metalen negatieve aansluiting (massa).
Let goed op bij alle werkzaamheden
onder de motorkap.