4
4
9
1
IN EEN OOGOPSLAG
Interieur
MIDDENCONSOLE
1. Versnellingshendel.
2. Bedieningspaneel ruitbediening.
3. Bedieningspaneel
alarmknipperlichten/centrale
vergrendeling.
4. Aansteker.
5. Bediening verwarming/ventilatie.
6. Opbergvak.
7. Autoradio.
8. Display.
104
9. Grip Control.
10. Noodoproepknop.
106
19
Toegang tot de auto
VOORDAT U GAAT RIJDEN
2
Let er bij het aanschaffen van een
tweedehands auto op dat:
- uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk in het
elektronische geheugen worden
opgeslagen, zodat u er zeker van
kunt zijn dat de in uw bezit zijnde
sleutels de enige zijn waarmee de
auto kan worden gestart.
Gebruiksvoorschrift
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering.
Speel niet met de knop van de
afstandsbediening, om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Als zich in de buurt van de
afstandsbediening andere apparaten
bevinden die in hetzelfde frequentiegebied
werken (mobiele telefoons,
alarmsystemen van gebouwen), kan de
werking van de afstandsbediening tijdelijk
verstoord worden.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
Alle sleutels zijn voorzien van een chip
voor de elektronische startblokkering.
Dit systeem blokkeert het
brandstofsysteem van de motor en wordt
automatisch ingeschakeld zodra de sleutel
uit het contact wordt verwijderd.
Bij het aanzetten van het contact moet de
code van de sleutel worden herkend door
de startblokkering.
De sleutelbaard moet volledig worden
uitgeklapt om een goede communicatie
van de startblokkering mogelijk te maken.
Bij verlies van uw sleutels
Neem het kentekenbewijs van uw
auto en een geldig identiteitsbewijs
mee naar een servicepunt van het
PEUGEOT-netwerk .
Het PEUGEOT-netwerk kan de sleutel-
en transpondercode achterhalen om
nieuwe sleutels te bestellen. De afstandsbediening werkt niet als de
sleutel zich in het contact bevindt, ook
al is het contact afgezet.
Haal uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel uit het
contactslot als u de auto verlaat, ook al
is dit voor een korte tijd.
99
VEILIGHEID
4
VEILIGHEID TIJDENS HET RIJDEN
CLAXON
Druk in het midden van het stuurwiel.
HANDREM
Aantrekken
Trek aan de hendel van de handrem om de auto op de handrem te zetten.
Controleer voordat u uitstapt of de handrem goed is aangetrokken.
Loszetten
Trek aan de hendel van de handrem en druk op de knop om de handrem los te zetten.
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk deze knop in, de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Gebruik de alarmknipperlichten alleen bij een noodsituatie, een noodstop of in uitzonderlijke omstandigheden.
Als de auto stilstaat op een helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan.
Het is zeker bij een beladen auto niet voldoende een versnelling in te schakelen bij het parkeren van de auto.
Als de handrem nog (iets)
is aangetrokken, wordt
dit aangegeven door dit
verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel.
Automatische ontsteking van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop schakelen de alarmknipperlichten, afhankelijk van de remvertraging die optreedt, automatisch in. De alarmknipperlichten blijven knipperen totdat er opnieuw gas wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door de knop op het instrumentenpaneel in te drukken.
Veiligheid tijdens het rijden
106
NOODOPROEP OF
HULPOPROEP
Door het indrukken van één enkele
toets kunt u:
- een noodoproep doen waarbij de locatie van de auto rechtstreeks
aan de hulpdiensten wordt
doorgegeven,
- een hulpoproep doen bij de helpdesk van PEUGEOT.
Deze diensten zijn in een aantal
landen en onder speciale voorwaarden
beschikbaar. Het PEUGEOT netwerk
raadplegen. Noodoproep
Druk de toets 2 keer achter elkaar
in om de oproep te annuleren. Het
groene lampje gaat uit.
De oproep wordt verwerkt door
PEUGEOT Urgence die de informatie
over de exacte locatie van de auto
rechtstreeks kan doorsturen naar de
hulpdiensten. Storingen
Bij het aanzetten van het contact gaat
het groene lampje gedurende
3 seconden branden om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Als bij het aanzetten van het contact of
onder het rijden het oranje lampje gaat
knipperen, betekent dit dat er een storing
in het systeem is geconstateerd.
Als het oranje lampje constant brandt,
moet de batterij voor de noodvoeding
vervangen worden.
Het PEUGEOT netwerk raadplegen.
Hulpoproep
Druk deze toets 2 keer achter
elkaar in om de oproep te
annuleren. Het annuleren wordt
via een gesproken bericht
bevestigd.
Houd de toets meer dan
2 seconden ingedrukt.
Het groene lampje
knippert en er klinkt een
geluidssignaal om te
bevestigen dat u naar PEUGEOT
Urgence belt.
Het groene lampje gaat constant
branden zodra u verbinding hebt. Aan
het eind van de oproep gaat het lampje
uit. Bij pech onderweg:
Houd deze toets meer dan
2 seconden ingedrukt.
U hoort een bevestiging dat
er naar de helpdesk van PEUGEOT
Assistance wordt gebeld.
In landen waar deze service (nog)
niet operationeel is, wordt bij een
noodoproep het centrale alarmnummer
(112) gebeld.
Bij een aanrijding die door
de computer van de airbags
wordt vastgesteld, wordt er
automatisch een noodoproep gedaan,
ook als de airbags niet afgaan.
Veiligheid tijdens het rijden
123
5
Uitrusting
Er is tevens een aanbod van
accessoires beschikbaar, gerangschikt
in comfort, vrije tijd en onderhoud: Inbraakalarm, graveren
van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek, ...
Stoelhoezen geschikt voor
voorstoelen met zij-airbags,
banken, rubbermatten, moquette
matten, sneeuwkettingen,
z o n n e s c h e r m e n , fi e t s d r a g e r v o o r
de achterklep, ... Autoradio's, handsfree set,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem, ...
Voordat nieuwe audio- en/
of telematica-apparatuur
wordt gemonteerd, moet aan de
h a n d v a n d e s p e c i fi c a t i e s a l t i j d
worden gecontroleerd of deze
kan worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT -netwerk.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar. Maximaal gewicht op allesdragers
- Dwarsstangen op dakdragers: 75 kg
(montage van deze dwarsstangen
is niet mogelijk bij uitvoeringen met
multifunctioneel dak).
Deze accessoires en onderdelen zijn getest en
goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid
en veiligheid. Ze zijn volledig aangepast
aan uw auto. Er wordt een ruime keuze aan
accessoires en originele onderdelen, voorzien
van een artikelnummer, aangeboden.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg, voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne in uw auto laat
installeren, een vertegenwoordiger van
het merk PEUGEOT .
Het PEUGEOT -netwerk stelt u de
technische gegevens (frequentieband,
maximaal uitgangsvermogen,
p o s i t i e a n t e n n e , s p e c i fi e k e
installatievoorschriften) van de voor
montage geschikte zenders ter
beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
Automobielen (2004/104/EG).
148
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het opbergvak omlaag om bij de
zekeringen te komen. Zekering
F Ampère
A Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Niet gebruikt
3 5 Airbag
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening el
ektrisch
verstelbare buitenspiegels, draadbundel koplampen
5 30 Elektrische ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór
8 20 Autoradio, display, controlesysteem bandenspanning,
sirene en inbraakalarm
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenconsole 11 15 Contactslot circuit lage stroomsterkte
12 15 Regen-/lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Soten
16 - Niet gebruikt
17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming