Page 137 of 247

1010PRAKTISCHE INFORMATIE
119
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringkasten bevinden zich on-
der aan het dashboard (bestuurders-
zijde) en in de motorruimte (links). Zekeringen dashboard
Open om bij de zekeringen te komen het deksel van het opberg
vak aan bestuur-
derszijde. Kantel de zekeringkast omlaag.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op
te sporen en te (laten) verhelpen. De
nummers van de zekeringen zijn aan-
gegeven op de zekeringkast. Vervang een defecte zekering
altijd door een zekering met
dezelfde stroomsterkte (de-
zelfde kleur).
Gebruik de speciale tang, die zich op
de steun naast de zekeringen bevindt.
Deze steun bevat tevens de reserve-
zekeringen.
Zekering
Ampère
(A)
Functies
F1 15 Ruitenwisser achter.
F2 30 Centrale vergrendeling/supervergrendeling.
F3 5 Airbags.
F4 10
Sensor ESP met twee functies, diagnoseaansluiting,
schuif-/kanteldak (sedan), sensor verdraaiing stuur wiel.
F5 30 Eentraps ruitbediening vóór, schuif-/kanteldak
(sedan), zonnescherm panoramadak (407 SW).
F6 30 Eentraps ruitbediening achter.
F7 5 Verlichting dashboardkastje, zijknipperlichten,
plafonniers voor en achter, kaartleeslampjes,
make-upspiegel.
F8 20 Multifunctioneel display, autoradio,
stuurkolomschakelaars, servicecentrale trekhaak,
elektronische eenheid inbraakalarm, navigatie-telem
atica
(volgens land van bestemming).
Page 138 of 247
1010PRAKTISCHE INFORMATIE
120
Zekering
Ampère
(A)
Functies
F9 30 Aansteker, telematica (volgens land van bestemming), 12V-aansluit
ing achter
(max. 100 W).
F10 15 Eenheid detectie te lage bandenspanning.
F11 15 Diagnoseaansluiting, contact-/stuurslot.
F12 30 Handsfree set, trekhaakaansluiting, servicecentrale trekhaakaanslui
ting, parkeerhulp
achter, elektrisch verstelbare passagiersstoel, regen- en lichtsensor , inbraakalarm.
F13 5 Servicecentrale motor, relais ruitenwissers vóór.
F14 15 Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, instrumentenpaneel, bedien
ingspaneel
airconditioning, elektronische eenheid airbags.
F15 15 Elektrisch kinderslot, supervergrendeling achterportieren.
F17 40 Achterruitverwarming.
FS1 - Shunt PARC.
Page 139 of 247
1010PRAKTISCHE INFORMATIE
121
Zekering
Ampère
(A)
Functies
G29 5 Telematica (volgens land van bestemming).
G30 30 Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel.
G31 30 Elektrisch verstelbare passagiersstoel.
G32 15 12V-aansluiting arrière (max. 100 W).
G33 - Niet gebruikt.
G34 - Niet gebruikt.
G35 - Niet gebruikt.
G36 - Niet gebruikt.
G37 15 Voeding automatische transmissie met 6 versnellingen.
G38 30 Stoelverwarming links en rechts.
G39 - Servicecentrale trekhaakaansluiting (montage achteraf).
G40 30 H i fi - a u d i o s y s t e e m .
Page 140 of 247

1010PRAKTISCHE INFORMATIE
123
Bij het ontwerp van het elek-
trische circuit van uw auto is
reeds rekening gehouden met
de montage van zowel de
standaarduitrusting als even-
tuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
voordat u andere elektrische voorzie-
ningen of accessoires in de auto mon-
teert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit het verhel-
pen van storingen veroorzaakt door
het monteren van extra accessoires
die niet door aanbevolen en gele-
verd worden of door voorzieningen
die niet volgens de voorschriften van
PEUGEOT zijn gemonteerd. Dit geldt
met name als het totale stroomver-
bruik van de aangesloten apparatuur
meer dan 10 milliampère bedraagt.
De hoofdzekeringen zorgen voor een
extra beveiliging van de elektrische
installatie. Werkzaamheden aan de
hoofdzekeringen dienen door het
PEUGEOT-netwerk uitgevoerd te wor-
den. WISSERBLADEN VERVANGEN ECO-MODE
Nadat de motor is afgezet, kunnen
een aantal elektrische voorzieningen
nog maximaal een uur worden ge-
bruikt om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
Als de accu ontladen is, kan
de motor niet gestart worden.
Als u op het moment dat de
spaarstand wordt ingescha-
keld aan het telefoneren bent,
kunt u het telefoongesprek ge-
woon voortzetten.
De ruitenwissers in de
onderhoudsstand zetten
Duw de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzetten
van het contact met één beweging
omlaag om de ruitenwissers naar
de bovenzijde van de voorruit te
bewegen (onderhoudsstand).
Vervangen van een wisserblad
Til de ruitenwisserarm op, maak
de clip los en verwijder het wisser-
blad.
Monteer het nieuwe wisserblad en
zet de ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien de rui-
tenwisserschakelaar om de ruitenwis-
sers in de ruststand te zetten. Als de accu niet voldoende
geladen is, kan deze tijdsduur
aanzienlijk korter zijn.
Na dit uur verschijnt een melding op
het multifunctionele display en worden
de actieve functies in de ruststand ge-
zet.
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Laat de accu voor de winter door het
PEUGEOT-netwerk controleren.
Page 141 of 247

1010PRAKTISCHE INFORMATIE
122
Zekeringen motorruimte
Sluit na de werkzaamheden het dek-
sel zorgvuldig en plaats de kap terug.
Verwijder om bij de zekeringen in de
motorruimte (naast de accu) te komen
de kap van de accu en maak het dek-
sel los.
Zekering
Ampère
(A)
Functies
1 20 Elektronische eenheid motor.
2 15 Claxon.
3 10 Ruitensproeiers voor en achter.
4 20 Koplampsproeiers.
5 15 Regelorganen motormanagement
(brandstofpomp, elektrokleppen absorptievat, ...).
6 10 Elektronische eenheid automatische transmissie.
7 10 Eenheid veiligheidsschakeling,
luchthoeveelheidsmeter, koppelingsschakelaar,
schakelaar automatische transmissie met
6 versnellingen, remlichtschakelaars, automatische
antiverblindingsstand binnenspiegel, schakelaars
zonnescherm panoramadak (407SW).
8 20 Startrelais.
9 10
Voeding xenonlampen, remlichtschakelaar,
elektropompgroep stuurbekrachtiging, elektronische
eenheid automatische transmissie met
4 versnellingen, blokkeerelais automatische transmi ssie.
10 30 Regelorganen motormanagement (bobine,
elektrokleppen, lambdasondes).
11 40 Aanjager airconditioning of niet gebruikt.
12 30 Ruitenwissers vóór.
13 40 Voeding intelligente servicecentrale
(+ na contact).
14 30 Luchtpomp.
Page 142 of 247

1010PRAKTISCHE INFORMATIE
123
Bij het ontwerp van het elek-
trische circuit van uw auto is
reeds rekening gehouden met
de montage van zowel de
standaarduitrusting als even-
tuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
voordat u andere elektrische voorzie-
ningen of accessoires in de auto mon-
teert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit het verhel-
pen van storingen veroorzaakt door
het monteren van extra accessoires
die niet door aanbevolen en gele-
verd worden of door voorzieningen
die niet volgens de voorschriften van
PEUGEOT zijn gemonteerd. Dit geldt
met name als het totale stroomver-
bruik van de aangesloten apparatuur
meer dan 10 milliampère bedraagt.
De hoofdzekeringen zorgen voor een
extra beveiliging van de elektrische
installatie. Werkzaamheden aan de
hoofdzekeringen dienen door het
PEUGEOT-netwerk uitgevoerd te wor-
den. WISSERBLADEN VERVANGEN ECO-MODE
Nadat de motor is afgezet, kunnen
een aantal elektrische voorzieningen
nog maximaal een uur worden ge-
bruikt om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
Als de accu ontladen is, kan
de motor niet gestart worden.
Als u op het moment dat de
spaarstand wordt ingescha-
keld aan het telefoneren bent,
kunt u het telefoongesprek ge-
woon voortzetten.
De ruitenwissers in de
onderhoudsstand zetten
Duw de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzetten
van het contact met één beweging
omlaag om de ruitenwissers naar
de bovenzijde van de voorruit te
bewegen (onderhoudsstand).
Vervangen van een wisserblad
Til de ruitenwisserarm op, maak
de clip los en verwijder het wisser-
blad.
Monteer het nieuwe wisserblad en
zet de ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien de rui-
tenwisserschakelaar om de ruitenwis-
sers in de ruststand te zetten. Als de accu niet voldoende
geladen is, kan deze tijdsduur
aanzienlijk korter zijn.
Na dit uur verschijnt een melding op
het multifunctionele display en worden
de actieve functies in de ruststand ge-
zet.
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Laat de accu voor de winter door het
PEUGEOT-netwerk controleren.
Page 143 of 247

1010PRAKTISCHE INFORMATIE
123
Bij het ontwerp van het elek-
trische circuit van uw auto is
reeds rekening gehouden met
de montage van zowel de
standaarduitrusting als even-
tuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
voordat u andere elektrische voorzie-
ningen of accessoires in de auto mon-
teert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit het verhel-
pen van storingen veroorzaakt door
het monteren van extra accessoires
die niet door aanbevolen en gele-
verd worden of door voorzieningen
die niet volgens de voorschriften van
PEUGEOT zijn gemonteerd. Dit geldt
met name als het totale stroomver-
bruik van de aangesloten apparatuur
meer dan 10 milliampère bedraagt.
De hoofdzekeringen zorgen voor een
extra beveiliging van de elektrische
installatie. Werkzaamheden aan de
hoofdzekeringen dienen door het
PEUGEOT-netwerk uitgevoerd te wor-
den. WISSERBLADEN VERVANGEN ECO-MODE
Nadat de motor is afgezet, kunnen
een aantal elektrische voorzieningen
nog maximaal een uur worden ge-
bruikt om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
Als de accu ontladen is, kan
de motor niet gestart worden.
Als u op het moment dat de
spaarstand wordt ingescha-
keld aan het telefoneren bent,
kunt u het telefoongesprek ge-
woon voortzetten.
De ruitenwissers in de
onderhoudsstand zetten
Duw de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzetten
van het contact met één beweging
omlaag om de ruitenwissers naar
de bovenzijde van de voorruit te
bewegen (onderhoudsstand).
Vervangen van een wisserblad
Til de ruitenwisserarm op, maak
de clip los en verwijder het wisser-
blad.
Monteer het nieuwe wisserblad en
zet de ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien de rui-
tenwisserschakelaar om de ruitenwis-
sers in de ruststand te zetten. Als de accu niet voldoende
geladen is, kan deze tijdsduur
aanzienlijk korter zijn.
Na dit uur verschijnt een melding op
het multifunctionele display en worden
de actieve functies in de ruststand ge-
zet.
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Laat de accu voor de winter door het
PEUGEOT-netwerk controleren.
Page 144 of 247

1010PRAKTISCHE INFORMATIE
124
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de hulpaccu,
- sluit het andere uiteinde van de groe- ne of zwarte kabel aan op een zo
ver mogelijk van de accu verwijderd
massapunt van de te starten auto,
- stel de startmotor in werking en laat de motor draaien,
- wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
ACCU (IN DE MOTORRUIMTE)
Losnemen/aansluiten van de
accukabels
1. Zet de vergrendeling A omhoog.
2. Plaats de geopende accupoolklem
van de kabel op de (+) pool van de
accu.
3. Druk de accupoolklem in tot de
borging B op zijn plaats valt.
4. Houd de accupoolklem ingedrukt
en zet de vergrendeling omlaag om
de accupoolklem te vergrendelen.
Het is raadzaam de accu los
te koppelen als uw auto lan-
ger dan een maand buiten ge-
bruik is.
Laden met behulp van een
acculader:
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de fabri-
kant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze
bedekt zijn met een (witte of groe-
ne) oxidatielaag, neem dan de ac-
cukabels los en reinig de polen en
de klemmen.
Forceer het aansluiten van
de accupoolklem niet. Als de
accupooklem niet goed is ge-
plaatst, kan deze niet worden
vergrendeld.
Herhaal de procedure in dat geval.