1
28
BOORDCOMPUTER
of
TRIP (Traject): toegang
tot de weergave van de
boordcomputer.
Druk herhaaldelijk op de toets op het
uiteinde van de ruitenwisserschake-
laar om de verschillende informatie
weer te geven.
DIMMER DASHBOARDVERLICHTING
Op 0 zetten
Druk de knop meer dan twee secon-
den in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
Druk, tijdens het branden van de ver-
lichting, op de knop om de sterkte van
de dashboardverlichting te verande-
ren. Als de verlichting de zwakste (of
felste) stand heeft bereikt, laat dan de
knop los en druk deze vervolgens op-
nieuw in om de verlichting weer feller
(of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
- stand "auto" met:
1
28
BOORDCOMPUTER
of
TRIP (Traject): toegang
tot de weergave van de
boordcomputer.
Druk herhaaldelijk op de toets op het
uiteinde van de ruitenwisserschake-
laar om de verschillende informatie
weer te geven.
DIMMER DASHBOARDVERLICHTING
Op 0 zetten
Druk de knop meer dan twee secon-
den in zodra het gewenste traject
wordt aangegeven.
Druk, tijdens het branden van de ver-
lichting, op de knop om de sterkte van
de dashboardverlichting te verande-
ren. Als de verlichting de zwakste (of
felste) stand heeft bereikt, laat dan de
knop los en druk deze vervolgens op-
nieuw in om de verlichting weer feller
(of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
- stand "auto" met:
1
29
Actieradius (km of mijl)
Momenteel verbruik (l/100, km/l of mpg)
Dit is het verbruik dat geregistreerd is
tijdens de laatste seconden.
In deze stand geeft de computer aan de
hand van het gemiddelde verbruik over
de laatst afgelegde kilometers aan hoe-
veel kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden.
Nog af te leggen afstand (km of mijl)
Gemiddelde snelheid (km/h of mph)
Menu "TRIP" (Traject)
Druk op de toets
"MENU" om het al-
gemene menu weer te geven.
Selecteer "Boordcomputer" of "Di-
agnose auto" met het navigatiepa-
neel en bevestig of druk op de toets
"MODE" tot u toegang hebt tot het
display van de boordcomputer en be-
vestig vervolgens met "OK" .
Het menu "Boordcomputer" of "Diag-
nose auto" biedt verschillende moge-
lijkheden:
- Logboek waarschuwingsmeldingen,
- Toestand van de functies,
- Afstand tot bestemming.
Gemiddeld verbruik (l/100, km/l of mpg)
Afgelegde afstand (km of mijl)
Logboek waarschuwingsmeldingen
Deze functie herhaalt de actieve waar-
schuwingsmeldingen door ze achter-
eenvolgens op het multifunctionele
display te laten verschijnen.
Toestand van de functies
Deze functie geeft aan of de verschil-
lende functies van de auto zijn in- of
uitgeschakeld.
Nog af te leggen afstand
(km of mijl)
Als het navigatiesysteem niet actief is,
wordt voor de resterende afstand een
globale waarde aangehouden.
Dit getal kan verhoogd wor-
den door een verandering in
de rijstijl of van het landschap,
die een aanzienlijke verlaging
van het momentele verbruik
tot gevolg heeft.
Zodra de actieradius minder dan
30 km bedraagt, worden vier streepjes
weergegeven. Na het tanken wordt de
actieradius weer weergegeven zodra
deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk wanneer er tijdens
het rijden horizontale streep-
jes in plaats van cijfers op het
display verschijnen.
Deze informatie verschijnt al-
leen als er met een snelheid
van meer dan 30 km/h wordt
gereden. Dit is de afstand tot de eindbestem-
ming. Deze afstand wordt op elk mo-
ment tijdens het navigeren berekend
of wordt ingevoerd door de gebruiker,
met aftrek van de kilometers die sinds
het invoeren zijn afgelegd.
Bij het ontbreken van de afstand verschij-
nen er streepjes in plaats van cijfers.
Dit is het gemiddelde verbruik sinds
de laatse nulstelling van de boord-
computer.
In deze stand geeft de boordcomputer
de afgelegde afstand sinds de laatste
nulstelling aan.
Toegang via het algemene menu
Dit is de gemiddelde snelheid sinds de
laatste nulstelling van de boordcom-
puter (contact aan).
2MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS
30
MONOCHROOM DISPLAY C EN KLEURENDISPLAY C (MET PEUGEOT CONNECT SOUND)
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (bij kans op gladheid knippert de weergegeven
temperatuur),
- controle van te openen carrosserie- delen,
- meldingen over de staat van de functies van de auto, die tijdelijk
worden weergegeven,
- waarschuwingsmeldingen,
- de audiofuncties,
- de informatie van de boordcomputer,
- de parameters van de auto,
- instellingen van de airconditioning,
- de taalkeuze. Algemeen menu Parameters van de auto instellen
Met deze functie kunnen verschillende
systemen van de auto geactiveerd of
uitgeschakeld worden.
Voorbeeld: automatisch inschakelen
van de verlichting.
Druk op de toets "MENU" om naar het al-
gemene menu te gaan en selecteer een
van de volgende functies: Audiofuncties,
Boordcomputer, Persoonlijke instellingen -
c o n fi g u r a t i e , A i r c o n d i t i o n i n g .
Voorbeeld: geselecteerde weergave
bij "Audiofuncties".
Het menu "Persoonlijke instellin-
g e n - c o n fi g u r a t i e " biedt toegang tot
diverse opeenvolgende bevestigings-
vensters.
Selecteren van de weergave
Druk op de toets "AUDIO" , "TRIP" of
"CLIM" van het bedieningspaneel van de
autoradio om de desbetreffende functie in
het hoofdvenster (rechts) weer te geven.
Voorbeeld: "TRIP" Taalkeuze
Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans,
Nederlands, Turks, Portugees en
Portugees-Braziliaans.